Spreuken 7:2a (3)

Els ter Welle • 86 - 2010 • Uitgave: 9
Spreuken

‘Bewaar mijn geboden en leef.’
Spreuken 7:2a


De geboden van God moeten als een kostbare schat bewaard worden in ons persoonlijk leven. Maar het is ook een wonder dat de Bijbel door alle eeuwen heen letterlijk bewaard is gebleven.

De Bijbel is het allereerste boek dat op schrift is gesteld. Men schreef het op rollen van papyrus. Dat was gemaakt van de stengel van de papierplant. Ze sneden daar lange repen van en persten die plat. Deze rollen papier waren echter zeer kwetsbaar, het verging op de lange duur. Daarom werden deze manuscripten zorgvuldig gepreserveerd. Er waren speciale mannen aangewezen, die als enige taak hadden om deze rollen te bewaren en om ze met de hand over te schrijven. Zo zijn er duizenden handschriften van het Oude en Nieuwe Testament ontstaan. En dat is onvergelijkelijk, want van de beroemdste klassieke werken waren er slechts enkele tientallen handschriften.Wat ook uniek is: bij dit overschrijven zijn er slechts enkele onbeduidende verschillen ontstaan. Dat is heel anders bijvoorbeeld bij de toneelstukken van Shakespeare. Daar bleken minstens honderd, veelal grote verschillen te zijn.

Het is ook heel bijzonder dat de Bijbel het alle eeuwen door overleefd heeft, want het meest geliefde boek van de wereld was (en is) ook het meest gehate boek. Vele hooggeplaatste mannen hadden het vaste voornemen de Bijbel uit te roeien. Het is hun nooit gelukt. Zo liet keizer Diocletianus (284-305) een bevel uitgaan, waarin hij christenen verbood om samen te komen en gebood om al hun Bijbels te verbranden. Duizenden christenen stierven de martelaarsdood en zo goed als alle handschriften werden toen verbrand.
Maar....! Nog geen 25 jaar later gaf keizer Constantijn (de opvolger), opdracht om vijftig kopieën van de Bijbel te maken op kosten van de regering. En op het eerste concilie verklaarde deze keizer de Bijbel als onfeilbaar en gezaghebbend!
Misschien heeft u wel eens van Voltaire gehoord. Hij was een beroemde schrijver en filosoof in de 18e eeuw. Hij beweerde dat het Christendom en de Bijbel binnen honderd jaar verdwenen zouden zijn. Het ironische is, dat ongeveer vijftig jaar na zijn dood, een Zwitsers kerkgenootschap zich in zijn huis vestigde en op zijn drukpers Bijbels drukte.

Dat de Bijbel tot de dag van vandaag bewaard is gebleven, is dankzij mensen, maar daar ver bovenuit heeft God Zelf gewaakt over Zijn Woord. Dat deed Hij en dat zal Hij blijven doen tot de grote dag van Jezus’ wederkomst!

Els ter Welle