Stand van zaken

Jan van Barneveld • 86 - 2010 • Uitgave: 19
Het weerbericht en de eindtijd
Jeremia klaagde: ‘de zomer is voorbij en we zijn niet verlost.’ Naar de ‘Maranatha-taal’ vertaald: ‘De Here is nog niet teruggekomen!’ Tijdens de Zoeklichtdagen volgende week zal dit thema regelmatig ter sprake komen. Wat zeggen de ‘tekenen van de tijd’ over onze tijd, over dit jaar? Wie letten nog op die tekenen? De Here Jezus verweet de geestelijke leiders van Zijn tijd (en ook die van onze tijd) dat ze geen aandacht hadden/hebben voor de tekens die God gaf/geeft. Want de Here Jezus had genoeg wonderen en tekenen gedaan. Bewijzen van het feit dat Hij de beloofde Messias was (zie Handelingen 2:22). Niet alleen die leiders maar ook wij, ‘gewone gelovigen’, werden voor huichelaars uitgemaakt: ‘Huichelaars, het aanzien van aarde en hemel kunnen jullie onderkennen,waarom herkennen jullie deze tijd niet?’ (Lucas 2:56). Een bijzonder, actueel verwijt. We geven wel serieuze aandacht aan weerberichten, maar de signalen van de eindtijd en van de komst van de Here worden of niet gezien, of genegeerd, of weggeredeneerd. Houden wij rekening met de bijna-eindtijd waarin wij leven? Met de consequenties van het herstel van Israël waar de Here God mee bezig is? Deze spannende tijd, waarin ‘de oordelen van God over de hele aarde gaan’ (Psalm 105:7).
Veel profetieën zijn de afgelopen decennia vervuld. Andere profetieën kunnen elk ogenblik in vervulling gaan. Wij zijn hierbij meer dan belangstellende en verbaasde toeschouwers. Verbaasd vanwege de betrouwbaarheid en de vastheid van de Bijbelse profetieën (zie 2 Petrus 1:19). Geïnteresseerd, omdat we benieuwd zijn, naar wat de HERE nu zal gaan doen. We moeten ook oppassen, want de profeet zegt dat er een tijd komt dat ‘het verstaan van de openbaring louter verschrikking (‘terreur’ staat in andere vertalingen) zal zijn’ (Jesaja 28:19). De Here Jezus waarschuwt ons voor de weeën van de eindtijd (Matteüs 24:9). Er is nog meer dan alleen het letten op de tekenen en de profetieën. Want alles gaat over het komen van de Here Jezus. Wij moeten zijn zoals de gemeente van Filadelfia, die ‘het bevel bewaren Mij te blijven verwachten’ (Openbaring 3:10). Of de gemeente van Korinte, die een compliment van Paulus kreeg omdat zij ‘uitzien naar de openbaring van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus’ (1 Korintiërs 1:7). Of de gemeente in Thessalonica, die ‘uit de hemel Zijn Zoon verwachtte… die ons verlost van de komende toorn’ (1 Tessalonicenzen 1:10). Wat is momenteel de stand van zaken?

Begin van de weeën
We zijn diep getroffen door de grote watersnoodramp in Pakistan. Een gebied zo groot als Engeland onder water, veel slachtoffers en mensen in grote nood. We zien de grote branden rond Moskou en in Portugal. Russische Bijbelkenners zullen misschien wel gedacht hebben aan de profetie: ‘Zie, de naam van de HERE komt van verre - zijn toorn brandt en een zware rook stijgt op’ (Jesaja 30:27). Bijna elke week lezen we over branden in ons land. Tekens en waarschuwingen betreffende de ‘brandende toorn’ van de HERE. Ook grote wateroverlast in China, India en Oost-Europese landen. Hongersnood in Niger en andere Afrikaanse landen. Nieuwe en resistente vormen van oude ziekten steken hier en daar de kop op en eisen veel slachtoffers.
Opvallend is dat men steeds meer tot de conclusie komt dat veel van die natuurrampen in eigenlijk door de mens zijn veroorzaakt. Dan zijn er de regelmatig terugkerende aardbevingen. Ten slotte de ‘geruchten van oorlogen’, die de Here Jezus noemt en waar het Midden-Oosten vol van is en die nu ook rond Korea opkomen. Vooral Israël, waar de meeste profetie om draait, is vol van die ‘geruchten van oorlog’ (zie Het Zoeklicht 17). We komen hier nog op terug.
Dit is het ‘begin van de weeën’ zegt de Here in Zijn ‘rede over de laatste dingen’ (Matteüs 24:8). Hij gebruikt dit beeld niet voor niets. We zien inderdaad dat die ‘weeën’ steeds sneller na elkaar komen en steeds heftiger worden. In Openbaring worden ook nog drie weeën beschreven, onder de bazuingerichten. Weeën brengen niet alleen pijn en angst. Er wordt een kindje verwacht en als het kindje geboren is, is er vreugde. De ‘weeën van de Messias’ zoals rabbijnen deze tijd noemen, brengen de komst van de Here snel dichterbij. ‘Wat een vreugde zal dat zijn!’

Wereldoorlog III
Matan Vilnai is de onderminister van defensie van Israël, een ex-generaal. Wat citaten uit een lang interview dat de Jerusalem Post begin augustus met hem had. Zaken waar minister Middelkoop of zijn vervanger ernstig rekening mee moeten houden. Vilnai verwacht ‘deze zomer’ nog geen oorlog. Dat is niet in het belang van de Arabieren en helemaal niet in Israëls belang. Maar we ‘moeten ons op het ergste voorbereiden’.
In feite is WOIII al begonnen. Sinds 11 september 2001 (9/11). Het is een oorlog zonder ouderwetse frontlijnen, zonder legers die elkaar bestrijden. De doelen van WOIII zijn wij, gewone burgers, die willekeurig worden vermoord of als menselijke schilden worden misbruikt. De frontlijnen liggen dwars door de dorpen en steden. Dat zagen we bij de Gaza-oorlog. Nu zien we hoe Hezbollah zich tussen de 160 dorpen in Zuid-Libanon nestelt. Wij, als leger, gaat Vilnai verder, zijn allereerst verantwoordelijk voor de veiligheid van onze eigen landgenoten. Maar we dragen ook verantwoordelijkheid voor de Palestijnse bevolking.
Omdat WOIII gericht is tegen de burgers moeten we ons daar juist goed op voorbereiden. Schuilkelders uit WOII zijn nu waardeloos. Toen kon men er na een paar uur, als de aanval voorbij was, weer uit. Tijdens de Libanon-oorlog moesten Israëli’s weken in schuilkelders blijven! Israël is bezig met het bouwen van grote, ondergrondse schuilkelders. Onder een nieuw station in Jeruzalem bouwt men, 80 meter onder de grond, een ‘veilige ruimte’ waar 5000 mensen beschermd zijn tegen chemische en biologische wapens. Dat deed me denken aan een profetie over een belegering van Jeruzalem: ‘Dan zult gij diep uit de grond spreken en uw woord zal uit het stof gedempt opklinken’ (Jesaja 29:4). Ongeveer 1/3 van Israël heeft nu speciale beschermde ruimtes, waar men zo nodig maanden kan schuilen. Aan deze voorbereiding van het thuisfront is Vilnay hard bezig. Dagelijks wordt Israël geconfronteerd met die ‘geruchten van oorlog’. Paulus zegt: ‘Eerst de Jood en ook de Griek.’ Hij stelt Israël als voorbeeld: ‘deze dingen zijn ons ten voorbeeld geschied’ (Romeinen 15:4 en 1 Korintiërs 10:6). Ook nu! Bovendien leert Openbaring 6:4 dat het tweede paard, het rossige paard ‘de vrede van de aarde wegneemt en dat zij elkaar zouden afslachten.’ We leven in een gevaarlijke tijd. Niet alleen voor Israël!

Kabinetsformatie en Israël
Wie had ooit kunnen denken dat Israël bij onze kabinetsformatie een belangrijke rol zou spelen?! Eerst zagen we de ergernis en woede van links toen de onderhandelingen tussen VVD, CDA en PVV begonnen. Hun plannetjes mislukten. Aanvallen op Wilders, onenigheid binnen het CDA, stoken van links, alles werd uit de kast gehaald om het VVD-CDA kabinet met gedoogsteun van PVV te verhinderen. Toen dat ‘alles’ mislukte werd de laatste troefkaart getrokken. De zaak waar het uiteindelijk om gaat kwam aan het licht.
Een kleine kans voor ons land om nog een zegen van de Allerhoogste, de God van Israël te ontvangen, moest teniet worden gedaan. Dus de zaak Israël werd opgeblazen. Want de VVD staat bekend als niet vijandig tegenover Israël. Wilders is een vriend van Israël. Verhagen is binnen de EU een eenling die moedig een evenwichtig en eerlijk standpunt over Israël volhoudt. Zo is deze kabinetsformatie ineens een zaak van groot geestelijk belang geworden voor ons land. In deze tijd van ‘het begin van de weeën’ geeft God ons land nog een kans. Waarbij uw en mijn gebeden en de houding van kerken en gemeentes een belangrijke rol spelen. Waarschijnlijk zullen we op de Zoeklichtdag meer weten.

Jan van Barneveld