Standvastigheid

Ad Kooijmans • 85 - 2009 • Uitgave: 16
Strategie
Satan bracht Adam ten val, maar faalde in zijn pogingen om Christus, de laatste Adam (1Kor. 15:45), ten val te brengen. Allen die Hem toebehoren, kunnen standhouden tegen de duivel en hem doen afdruipen (Jak. 4:7), zoals Christus dat deed nadat Hij staande was gebleven in de verzoekingen door te zeggen: “Ga weg, satan!” en te blijven staan op het Woord van God (Matt. 4:10-11). Ik hoorde eens een Amerikaanse marineofficier praten over zijn ervaring met de Japanners in de Tweede Wereldoorlog. Hij zei: We wisten altijd wat de Jappen zouden doen, want ze volgden altijd hetzelfde systeem. Dat kunnen we ook zeggen van de duivel. Paulus schreef: “zijn gedachten zijn ons niet onbekend” (2 Kor. 2:11). Johannes geeft drie dingen aan die de duivel altijd hanteert: “de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven” (1Joh. 2:16).
We herkennen dat in wat de val van Adam en Eva bewerkte in Genesis 3:5-6. ‘De vrouw zag dat de boom goed was om te eten’ (begeerte des vlezes), ‘dat hij een lust was voor de ogen’ (begeerte der ogen) en ‘om te zijn als God’ (een hovaardig leven). Dezelfde satanische strategie vinden we terug in zijn verzoekingen van Jezus aan het einde van veertig dagen vasten: ‘zeg tot deze steen dat hij brood worde’ (begeerte des vlezes, Luc. 4:3), de aanblik van de heerlijkheid van al de koninkrijken der wereld (de begeerte der ogen, Luc. 4:5-6) en de show van gedienstige engelen (een hovaardig leven, Luc. 4:9-11).
Met diezelfde satanische tactiek hebben we allemaal te maken. Hij bedient zich van het vlees (de begeerte des vlezes), de wereld (de begeerte der ogen) en zijn eigen duivelse karakter (een hovaardig leven). Het vlees heeft te maken met zelfzuchtige begeerten, de wereld met bevrediging naar meer van alles wat de maatschappij ons biedt en het duivelse karakter is dat ons ego altijd wil heersen en de belangrijkste plaats in wil nemen. Het zijn de middelen die onze grote vijand gebruikt om ons, zo mogelijk, van Christus te scheiden. In deze strijd worden we aangemaand: “Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels.” (Ef. 6:11). Die wapenrusting wordt in datzelfde hoofdstuk beschreven.

Standhouden
Er is een werkwoord (istemi) dat we telkens weer in het Nieuwe Testament tegenkomen. Het betekent ‘doen staan’ of ‘staande blijven’ met een waarschuwing voor waakzaamheid in 1 Korintiërs 10:12 ‘wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle’. We worden met voorbeelden gewaarschuwd om er ernst mee te maken dat we niet ten val komen (Hebr. 4:11). Paulus schreef aan de Korintiërs: ‘door het geloof staat gij vast’ (2Kor. 1:24). Jezus zei: “Wie mijn woorden hoort en ze doet” is als de man die zijn huis op de rots bouwde zodat het elke storm kon doorstaan (Matt. 7:24-25). Dat is staan in Gods wil (Kol. 4:12). Bij een andere gelegenheid schreef Paulus aan de Korintiërs over de opstanding uit de doden en herinnerde ze daarbij aan ‘het evangelie, waarin gij ook staat’ (1Kor. 15:1). Dat evangelie is immers de blijde boodschap van Christus’ overwinning over zonde en dood, dat geen devaluatie duldt.
Tenslotte wil ik nog de aandacht vragen voor Romeinen 5:2, waar we worden herinnerd dat we staan in de genade. Dat betekent dat ons standhouden alleen mogelijk is in volkomen afhankelijkheid van de Here. De vijand wil altijd ‘ons kunnen’ in focus brengen, maar de Here Jezus zei: “zonder Mij kunt gij niets doen” (Joh. 15:5). Laten we nooit vergeten dat we alleen in gemeenschap met Hem staande kunnen blijven.

Israël…
En laten we nooit de macht en de listen van de satan onderschatten! De geschiedenis leert ons dat hij er telkens weer in slaagde Gods volk van hun Here af te trekken. De woestijnreis van Israël na de bevrijding uit Egypte toont een lange reeks afdwalingen (Num. 14:22) en zelfs de tiende maal dat ze God verzochten, was niet de laatste (Num. 21:5). We zien daar ook weer de duivelse tactiek. Ze wilden goden die ze konden zien (de begeerte der ogen, Ex. 32:1). Ze verlangden naar de vleespotten van Egypte (de begeerte des vlezes, Ex. 16:3). En ze miskenden het goddelijk gezag (een hovaardig leven, Num. 16:3). De tijd van de richters was een tijd van voortdurend weerkerende afdwalingen die culmineerde in anarchie (Richt. 21:25).
Dat is de duivel ten voeten uit: geen erkenning van gezag of God. De tijd van de koningen werd, wat Israël betreft, beheerst door een politiek van het wegtrekken van Gods volk van Gods zetel in Jeruzalem om het eigen gezag te bevestigen, hetgeen wordt weergegeven door het telkens weerkerende refrein: ‘de weg van Jerobeam en de zonde die deze Israël had doen bedrijven’ (1Kon. 15:34ev). Diezelfde ondermijning van het goddelijk gezag door zelfhandhaving zien we bij de geestelijke leiders in Jezus’ dagen op aarde. Ze verwierpen Hem als de door God gezondene en lieten zich tegen elke overtuiging in leiden door de vader der leugen (Matt. 28:11-13). Paulus schrijft over de ervaringen van Israël in de woestijn: ‘Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is’ (1Kor. 10:11).

…en de gemeente
We kunnen helaas niet zeggen dat de geschiedenis van de gemeente anders is dan die van Israël. Weliswaar heeft God, net als bij Israël, altijd een overblijfsel bewaard te midden van de afval. In de tijd van extreme afval en Baäldienst zei God tegen Elia: “Ik zal in Israël zevenduizend overlaten, alle knieën die zich niet gebogen hebben voor de Baäl, en elke mond die hem niet gekust heeft” (1Kon. 19:18). Later, van het hele volk van Juda keerden er slechts 42.360 onder Zerubbbabel terug naar het beloofde land (Ezra 2:64). In de gemeente zien we ook minderheden die de waarheid gevolgd hebben, zelfs in tijden van openlijke vervolging, zoals de Waldenzen en Albigenzen.
De Bijbel zegt ons dat de afval vooraf gaat aan de komst van de mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs (2Tess. 2:3). Terwijl in andere werelddelen de kerken nog groeien, beleven we in Europa een massale kerkverlating. Onze samenleving wordt beheerst door seks (de begeerte des vlezes), de consumptiemaatschappij (de begeerte der ogen) en atheïsme (een hovaardig leven).

Islam
Zij die de vrijheden van het christendom verachten, belasten hun kinderen met de tirannie van de islam, die onverenigbaar is met democratie. Je hoeft geen profeet te zijn om islamoverheersing te voorspellen. Het gemiddelde geboortecijfer van Europeanen is 1,38 maar dat van moslims tot 8,1. Op dit ogenblik is 50% van de geboorten in Nederland islamitisch en binnen één generatie zal de helft van de bevolking in Nederland islamiet zijn. Zoals de ontrouw van Juda de Babylonische ballingschap niet kon afwenden, zal ook de ontrouw aan de christelijke traditie de verworven vrijheden van Europa teniet doen. We hebben echter de belofte: “Maar wie volhardt tot het einde, zal behouden worden” (Matt. 24:13).
Door de islamisering van Europa komt ook de oorsprong van het Griekse en Romeinse imperium onder de geest van de islam. De andere Bijbelse imperiums, Egypte, Assyrië, Babel en Perzië zijn reeds onder de islam en omringen Israël, het brandpunt van de komende geschiedenis, waarin het verpletterd dreigt te worden door de hem omringende machten, hetgeen uitloopt op de regering van de antichrist. Die is niet ongodsdienstig, maar bedient zich van zijn valse profeet (Op. 19:20), het tweede beest dat zich voordoet als het Lam (Op. 13:11). Hij loochent de Vader en de Zoon (1Joh. 2:22). Dat is karakteristiek voor de islam. Het is de tijd van benauwdheid voor Jakob (Jer. 30:7). Maar dan moet de opname door Christus van de Zijnen wel zeer dicht bij zijn! Hij zegt: “Wees getrouw tot de dood en Ik zal u de kroon des levens geven” (Op. 2:10).

Ad Kooijmans