Te wapen!!!

Jan van Barneveld • 82 - 2006/07 • Uitgave: 23
Zeer gevaarlijk

De ‘vrede van Jeruzalem’ lijkt momenteel verder weg dan ooit. Deskundigen die dagelijks de ontwikkelingen in het Midden-Oosten analyseren, zien 2007 somber in. De toestand is explosief en zeer gevaarlijk. Tijdens de internationale gebedsconferentie, vorige maand in Jeruzalem, is dan ook intensief gebeden voor de gespannen en gevaarlijke situatie. De dreigementen van Ahmadinejad, de Hitler van Iran, om Israël te vernietigen, worden alleen door Israël serieus genomen. Men zegt in Israël: “Als een vijand zegt je te willen vermoorden, is het verstandig hem serieus te nemen.” De wereld, inclusief de Christenheid, kijkt toe. Iran gaat snel door met de productie van uraniumbrandstof voor de atoombom. Zo’n 70 jaar geleden onthulde Hitler zijn plan om het Joodse volk uit te roeien. Zodra hij aan de macht kwam, voerde hij dat gruwelijke plan ook uit. Het Joodse volk stond alleen. Nu, in 2007, dreigt weer een Holocaust. Weer staat Israël alleen. Uit Israël klinken steeds meer dringende oproepen om gebed, bemoediging en steun. Nederlandse gelovigen komen van 9-11 maart in De Bron bijeen om samen voor Israël en voor de ernstige situatie te bidden. Wij beseffen niet half hoe gevaarlijk en hoe explosief de toestand is. Gevaarlijk, niet alleen voor Israël, maar ook voor ons en voor de hele wereld. Daarom klinkt de oproep: ‘Christenen, te wapen!’ Gebruik de machtige wapens die de Heer ons heeft gegeven: Gebed en het zwaard van de Heilige Geest, het Woord van God.



Een oud patroon

Bijna alles in de Bijbel heeft profetische betekenis. Ook de geschiedenis van Israël. Want ‘deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied’ (1Kor. 10:6). In haar 25 eeuwen lange geschiedenis heeft Israël dikwijls voor een benauwde situatie zoals vandaag gestaan. Telkens als de HERE, de God van Israël, van plan was een machtige openbaring aan Zijn volk en via Israël aan de wereld te geven, probeerden de ‘wereldbeheersers van deze duisternis’ Israël uit te roeien. Tijdens de regering van de Perzische koning Ahasveros (Xerxes; 486-465) kreeg zijn premier Haman toestemming om op één dag, de 13e van de maand Adar, alle Joden in het wereldrijk Perzië te doden. Dat was de tijd van de terugkeer van de Joden uit de Babylonische ballingschap. Zerubbabel, de hogepriester Jozua en veel Joodse mensen waren terug. Ezra en later Nehemia stonden op het punt terug te gaan. De tempel werd herbouwd. De profeten Haggaï en Zacharia brachten bemoedigende woorden van de Heer. Toen kwamen de boodschappers van Ahasveros met hun vreselijke boodschap. Overal in het Perzische rijk maakten politie, leger en rovers zich klaar om de Joden systematisch te vermoorden en hun bezittingen buit te maken. Echter de HERE, die alles ziet en weet, had Zijn maatregelen getroffen. Koningin Vasti verdedigde haar eer als vrouw en weigerde zich aan een (half)dronken groep hoge rijksfunctionarissen te vertonen. Zij werd vervangen door Esther, een Joodse schone. Mordechai zat ‘toevallig’ in de poort en ontdekte een samenzwering tegen de koning. ‘Toevallig’ kon Ahasveros niet slapen en ‘toevallig’ las men toen het verslag voor van de door Mordechai verijdelde opstand. ‘Toevallig’ was Haman in de buurt en kreeg Mordechai de eer. Je zou zeggen: ‘Laat het maar aan de HERE over. Hij heeft alles in Zijn machtige hand. Hij zal Zijn volk redden.’ Maar het is een Bijbelse regel dat God mensen zoals u gebruikt. Mordechai lichtte Esther in, maar zij was bang om zonder uitnodiging naar de koning te gaan. Als de koning haar de gouden scepter niet zou toesteken, zou Esther gedood worden. Let nu op het antwoord van Mordechai. We kunnen daaruit belangrijke lessen trekken voor onze tijd in verband met de angstige situatie voor Israël.

‘Beeld u niet in, dat gij alleen van al de Joden ontkomen zult, omdat gij in het paleis van de koning bent. Want als gij in deze tijd blijft zwijgen, dan zal er voor de Joden wel van andere zijde redding en uitkomst opdagen, maar gij en uws vaders huis zult omkomen, en wie weet dat gij niet juist met het oog op deze tijd de koninklijke waardigheid hebt verkregen’ (Est. 4:13,14).



Nu de toepassing op ons:

Ook wij hebben, net als Esther, ‘koninklijke waardigheid’ gekregen. Immers wij zijn ‘een koninklijk priesterschap’ (1Petr. 2:9). De Here Jezus Zelf, de Koning der Joden, heeft ons ‘tot een koninkrijk, tot priesters voor Zijn God en Vader gemaakt’ (Op. 1:6).

Wij hebben vrij toegang tot de Troon. Wij hoeven niet bang te zijn, zoals Esther. Dus wij mogen niet zwijgen. Wij spreken voor Israël tegenover onze medechristenen en in de wereld. Maar vooral spreken wij tegen onze hemelse Vader over Zijn volk, dat in groot gevaar is.

Let ook op de ernstige waarschuwing, het nauwelijks verborgen dreigement van Mordechai. Denk niet dat je zult ontkomen, kerk van de Heer, als je blijft zwijgen! Als je niet opkomt voor Gods volk. Juist in deze tijd van het komende Koninkrijk is er een Gemeente, die bidt.

We moeten nu nog twee zaken met u doornemen. Allereerst iets over de ‘tijd van benauwdheid’ en ten slotte over de enorme macht, maar ook verantwoordelijkheid, die de HERE door de machtige wapens, gebed en Woord van God, aan ons heeft toevertrouwd.



Benauwdheid

Een Joodse vriend zegt vaak tegen mij: ‘Jan, deze dingen moeten geschieden. Want het staat geschreven.’ Inderdaad, Daniël (12:1) en Jeremia (30:7) spreken over een tijd van ‘grote benauwdheid’ voor Israël. De Here Jezus maakt duidelijk dat die vreselijke tijd over de hele wereld zal komen (Matt. 24:21-23). Maar de profeten zeggen meer. Jeremia: ‘Maar daaruit zal hij gered worden.’ Daniël voegt aan zijn profetie toe: ‘Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden.’ Israël krijgt een benauwde tijd en wordt gered. Maar hoe, dat hangt af van de gebeden van ‘de kleine hulp’ (Dan. 11:34) die Israël door onze (gebeds)steun ontvangt. Concrete gebedsonderwerpen vindt u genoeg in de krant en in de Bijbel. Wij hebben toegang tot de Troon. Onze gebeden bereiken veel, doordat er kracht aan verleend wordt’ (Jak. 5:16). Kracht voor Israël om te ‘kunnen standhouden in de strijd’ (Ez. 13:5). Gebed voor de gelovigen in Israël, die zoals vromen en profeten in Israël op de bres te staan voor hun volk. Zó werken we al biddend krachtig mee aan het komende Koninkrijk. Er is benauwdheid maar ook hoop voor Israël. Er komt grote benauwdheid over de wereld! Die tijden van benauwdheid kunnen worden ingekort (Matt. 24:22) en de komst van de Here Jezus kan worden verhaast (2Petr. 3:12, Vertalingen: Luther, Brouwer, NBV, Naarden, KJV). Dus, broeders en zusters, TE WAPEN! Voor Israël, voor ons volk en voor het komende Koninkrijk. ‘Om Sions wil niet zwijgen’! Laat de ernstige vermaning van Mordechai aan Esther voor ons een extra aansporing zijn. Want juist voor deze tijd en deze situatie heeft God de Gemeente geroepen.



Jan van Barneveld