Tekent u even...?

Feike ter Velde • 86 - 2010 • Uitgave: 16
Het is nu wel genoeg…
u heeft lang genoeg geleefd.


Vanuit de Franse Revolutie (einde 18e eeuw) hebben we de termen vrijheid en gelijkheid meegekregen als zo ongeveer het hoogste goed voor de mens en voor de mensheid, voor het individu en voor het collectief.
En dat zijn zeer belangrijke waarden. Maar bij de voortschrijdende normvervaging rond het leven zelf zien we een botsing van belangen, een inperking van de individuele keuzevrijheid en een beoordeling van het leven in termen van ‘nuttig’ en ‘niet meer nuttig’. Staan we niet voor een directe levensbedreiging voor iedereen als de vraag komt: “Wilt u even tekenen?”
Het humanistische doodvonnis!


De humanistische samenleving, ik spreek liever van de humanistische kerk, heeft vrijheid en gelijkheid hoog in het vaandel. Onze komende nieuwe regering zal opnieuw veel van het humanistische ideaal trachten te verwezenlijken in ons land. Wie tegenspreekt is conservatief en bekrompen. Maar in de humanistische kerk waart de dood rond. De keuzevrijheid van het individu moet ondergeschikt worden aan het belang van het collectief: de samenleving, de economie. Dat is een angstig scenario, waarvoor velen helaas de ogen sluiten.
Gelukkig wordt er in christelijke kring - meer in reformatorische dan in evangelische kringen - nagedacht en gestudeerd op belangrijke vragen rond leven en dood. Maar de praktische strijd lijkt toch vaak uit de weg te worden gegaan. De mens zonder de Wet van God is aan zichzelf uitgeleverd en zo wordt de mens zichzelf tot het grootste gevaar.
Het kwaad zit diep in de menselijk ziel verankerd en niemand op aarde kan dit kwaad overwinnen. De gevolgen van dat inwonende kwaad zijn oorlog, geweld, misdaad, oneerlijkheid, bedrog en eigenbelang. We kunnen mensen op de maan laten wandelen, elk detail van de bodemstructuur op Mars fotografisch vastleggen en naar de aarde sturen, maar het menselijk hart kan niemand veranderen. Welke mooie en academische formuleringen men ook bedenkt, de mens blijft tot alle kwaad geneigd en zal die neiging uiteindelijk in den blinde ook een keer uitvoeren.

De boodschap van de Bijbel is te vinden in het reddende Evangelie van Jezus Christus. Juist tegen dat Evangelie richt zich de humanistische kerk, die erin slaagt via wetgeving steeds meer de Wet van God terzijde te schuiven en eigen opvattingen tot wet te verheffen. Wat vooral in het oog springt is de wetgeving rond dood en leven. Eens zal de samenleving tegen de grenzen oplopen, door een godloos humanisme getrokken. Maar thans ziet de meerderheid dit niet. Men denkt dat wetteloosheid hetzelfde is als vrijheid. Maar wetteloosheid leidt tot gebondenheid en uiteindelijk tot de dood.

Schrijfster Nausicaa Marbe publiceerde een aangrijpend column in de Volkskrant van 25 juni jl., die diepe indruk maakt en ieder redelijk mens aan het denken zou moeten zetten. Maar omdat de intrinsieke waarde van het leven reeds lang uit onze maatschappij is verdreven door duistere krachten in de moderne menselijke geest, moeten we vrezen dat weinigen zullen schrikken van de mogelijkheden die de meesten van ons vroeg of laat in een ziekenhuis onder ogen moeten zien. Ik wil hieronder graag ruim citeren uit dit belangwekkende stuk:

Je dacht dat in euthanasiegidsland Nederland niet makkelijk afgegleden zou worden naar ‘U móet tekenen’?

Mis!

Een dierbare ligt sinds februari in het ziekenhuis. In haar tachtigjarige lichaam huist een bacterie die steeds nieuwe infecties veroorzaakt. Misschien ligt het aan het ziekenhuis en niet aan de jongste medische cultuur. Misschien ligt het aan de co-assistenten die nog nat achter de oren zijn en niet aan officieel beleid. Misschien ligt het aan de achteloosheid van vermoeid ziekenhuispersoneel en niet aan protocollen voor langdurig zieken.

Feit is dat in het provinciale ziekenhuis, bij het bed van deze vrouw die duidelijk haar wens uitte dat ze wil blijven leven, bijna dagelijks iemand van het personeel over haar dood begon. Beseft mevrouw wel dat het misschien nooit meer goed komt? Wil ze direct tekenen dat ze geen reanimatie wil? Ze blijven aandringen. Tot de oude vrouw in paniek raakt. Ze wil haar kleinkinderen zien opgroeien, ze wil niet dood.

Onheilsprofeten
Mensen van karton zijn het, de onheilsprofeten aan haar bed. Hoe kunnen ze zich zo vergissen in wie ze voor zich hebben, in de vrouw die haar levensverhaal al vele malen heeft verteld? Toen ze op haar dertigste zware reuma en hartkwalen kreeg, voorspelden de artsen een snelle ondergang. Geen werk meer, geen sport, geen reizen, geen pianospel. Spoedig een rolstoel en traplift. Het liep anders, ze bleef op de been, leed helse pijnen, maar sportte, speelde piano, verzorgde haar tuin en kleinkinderen. Zelfs nu krijgt de bacterie haar niet klein. Waar hij ook opduikt, hij overwint niet.

Reanimatie
In het ziekenhuis zien ze dat anders. Daar houden ze voet bij stuk dat de dood in sneltreinvaart nadert en dat mevrouw moet tekenen tegen reanimatie. Want reanimatie zou zoveel botbreuken opleveren, dat ze daarna geen mens meer is. Vegeteren in een rolstoel! Ze kennen haar nachtmerrie en gebruiken die effectief. Maar de oude vrouw houdt voet bij stuk: zelfs in een rolstoel, zelfs geheel in het gips, zelfs in een verpleeghuis wil ze blijven leven.
Omdat ze bot vangt, gaat haar zoon met de opperspecialist praten. Vriendelijk verzoekt hij hem de keuze van zijn moeder te respecteren. De doorgaans als god bejegende arts is zulke mondigheid niet gewend en zet een autoritair volume in. Hij acht het immoreel voor zijn personeel als ze botten zullen breken tijdens de reanimatie. Dat ‘trauma’ wil hij hun besparen.

Ei
Toen ze met Pasen vergeefs om een ei vroeg, kreeg ze te horen dat de kok een allochtoon is die niet om paaseieren geeft. Regelmatig wordt ze gemaand afscheid van de familie te nemen. Want de operatie, die overleeft ze niet, weten deze Cassandra’s. De oude vrouw zet haar koptelefoon op en luistert liever naar een voorgelezen roman. De verpleegster moppert dat er te veel in ‘dat koppie’ omgaat.
Langzamerhand vroeg ik me af of ze in de ogen van haar verzorgers zo’n Nietzscheaans ‘krankes Weib’ is, dat de hele maatschappij zou verzieken en daarom haatbaar is.
Tot ze onlangs in een academisch ziekenhuis belandde, waar een chirurg haar optimisme nieuw leven inblies. Terecht, bleek na de operatie. Je kunt het dus treffen met voortreffelijke artsen. En ook niet: met demoraliserende doemdenkers die vooral het bed zo snel mogelijk vrij willen hebben.



Is dit een toekomstperspectief of is dit al dagelijkse werkelijkheid onder ons? Iemand anders schreef destijds in een onderzoek naar de kwaliteit van de ouderenzorg, dat ziekte bij ouderen steeds vaker direct als snelweg naar de dood wordt gezien. Eerst treedt dan de sociale dood in en daarna de lichamelijke dood. Eerst wordt men terzijde geschoven, krijgt men geen of minimale aandacht, vooral als de patiënt niet wil tekenen, zoals hierboven beschreven.

De mensheid zonder God en Zijn Wet kiest een norm die voldoet aan de mening van de meerderheid. Wat de meerheid vindt, is waarheid geworden. Het komt feitelijk neer op een nihilistische levenshouding: er is niets buiten de mensheid en haar eigen geformuleerde mening. Dat is de diepste vorm van wanhoop, waarin onze samenleving terecht is gekomen. De mens is een ding geworden, een machine. Het leven is zonder inhoud en betekenis. Die ontwikkeling heeft geleid tot een uiteenvallen van de eenheid van het leven. In het dagelijks leven is er de hardheid van de eigen normen. Maar omdat geen mens daarin kan ademen, vlucht hij uit die verstikking in de mystiek. Zo schept hij zijn eigen ‘religie’. Veel mensen noemen dat hun ‘geloof’, maar het is een leeg geloof.

Het eerste is het benedendeel van zijn geest - het harde dagelijkse leven - en het bovendeel wordt zijn toevluchtsoord: de religie. Die twee staan los van elkaar. Die tweedeling is ook de kerk binnengekomen. Er is een generatie opgegroeid die niets wil weten van Gods wet, omdat men voor zichzelf vrijheid opeist. Omdat men zich een boven- en een benedenverdieping heeft geschapen, komen leven en ‘geloof’ steeds verder los van elkaar.
Populaire tv-smaakmakers kunnen dus rustig zeggen: “Ik geloof”, zonder zelf te zien dat zij iedereen misleiden. Dat kun je ze niet kwalijk nemen, want ze zijn zich onbewust van hun lege bestaan. Ze zijn gevormd binnen een christendom dat de oude vormen van zich af heeft geschud en zich in een nieuw jasje heeft gestoken. Men heeft gehoord van theologen en predikanten dat de grote waarheden hebben afgedaan en niet meer werken. Men heeft geleerd dat niets absoluut is, maar alles relatief en áls je al in een absolute waarheid gelooft dan is dat jouw waarheid en niet noodzakelijkerwijs de mijne. Als je een persoonlijke relatie hebt met de waarheid dan is dat jouw waarheid en niet per se wáár voor anderen. Want een waarheid voor iedereen bestaat niet meer.
Zo heeft het relationele waarheidsbegrip de slag gewonnen in deze geestelijke oorlogsvoering. Nu kunnen ook ‘gelovigen’ de meest goddeloze dingen verkondigen, want er is niet langer een objectieve norm (Gods wet) waaronder ze gebukt gaan. De mens is op zichzelf teruggeworpen. Zo wordt de maatschappij een gevaarlijke plek.

Feike ter Velde