Toekomstverwachting – afwezig of present?

dr. W.H. Velema • 82 - 2006/07 • Uitgave: 5
Een vraagteken in de titel is altijd een veeg teken. Weet de schrijver wel wat hij wil zeggen? Is hij zelf niet zeker van zijn zaak? Nu staat het vraagteken achter een uitdrukking, waarin men kiezen moet tussen een van beide: afwezig of present; en dat in verband met de verwachting van de komst van Jezus Christus. En daarmee van de toekomst die Jezus Christus heeft beloofd.

Het gaat mij om de vraag: wordt Jezus’ (toe)komst verwacht of zijn hedendaagse christenen daar helemaal niet mee bezig?
Het is velen en ook mij opgevallen dat de grote natuurrampen
uit de laatste jaren: Tsunami, New Orleans en Sri Lanka wel druk besproken worden. Ze hebben diepe indruk gemaakt, mede ook omdat ze betrekkelijk kort op elkaar zijn gevolgd. Ze hebben echter niet geleid tot een duiding van de geschiedenis in verband met Jezus’ komst. Er is van de kerk geen roep uitgegaan om waakzaam en wachtend uit te zien naar Jezus’ komst. Het verband tussen deze natuurrampen
als wereldgebeurtenissen en Jezus’ komst wordt nauwelijks gelegd.

Wat is de oorzaak van het ontbreken van zo’n duiding van de gebeurtenissen? Buiten de kerk kunnen we de afwezigheid
van die duiding in zekere zin begrijpen. Voor velen buiten
de kerk heeft Jezus geen betekenis, dus ook geen greep op het wereldgebeuren. Hij valt buiten de gezichtskring van velen; ook van wat er nu gebeurt en wat er nog komen zal.



Hoewel, zouden deze indrukwekkende gebeurtenissen, evenals
oorlogen en geruchten van oorlogen (Matt.24:6) toch niet tot nadenken moeten stemmen? Zou de wereldsamenleving niet moeten zoeken naar samenhangen en achtergronden, om dan bij de Bijbelse boodschap uit te komen?



Nu over naar de kerk, de gemeente van Jezus Christus. Waarom wordt in haar midden en in haar boodschap niet duidelijk gesproken over het verband tussen deze gebeurtenissen
en de komst van Jezus Christus?

Om het maar eens ouderwets te zeggen: moeten we in al die rampen, door de tv in onze huiskamers gebracht, niet de voetstappen herkennen van de naderende Heer? Ik heb dat verband in de afgelopen tijd maar weinig gelegd zien worden; ook niet, misschien moet ik wel zeggen, vooral niet in orthodoxe kringen.


Waarom niet?

Is de gemeente van Jezus Christus doof voor het geluid van die voetstappen? Is ze blind voor wat er om haar heen gebeurt,
terwijl het allemaal via de tv live in de huiskamer wordt vertoond, alsof het zich daar afspeelt?

Is de gemeente in slaap gevallen? Is ze door verdoving sufferig
geworden? Heeft welvaart en geluk en de bedreiging daarvan een grotere plaats gekregen in haar leven dan de belofte van de grote dag waarop Jezus Zijn werk voltooit en Zijn Rijk in volle heerlijkheid doet komen?

Is de gemeente zozeer vervuld van het hier en nu, dat ze geen behoefte heeft aan de komst van de Koning? Heeft ze haar hart afgesloten voor de belofte, dat Hij Zijn werk voltooit?
Staat ze met de rug naar Zijn toekomst en met haar blik naar het verleden?

Men kan ook andere woorden gebruiken om deze geesteloosheid
te typeren en te duiden. Het gaat echter om dezelfde
zaak; om dezelfde innerlijke houding van vervreemding ten opzichte van Jezus en Zijn komst.

In Mattëus 24 en 25, in Openbaring 8 en 9, evenals in l2 en l3 en in l6–l8 vinden we voldoende aanwijzingen om de tekenen der tijden te verstaan. Deze hoofdstukken zijn instrumenten
waardoor we de signalen, tot ons komend in de wereldgebeurtenissen, kunnen opvangen. Dat we ze dan op ons laten inwerken.

Het heeft mij getroffen dat er van christenen uit Indonesië geluiden komen, dat zij daar met de tekenen der tijden bezig
zijn. Kan dat samenhangen met de druk van de Islam op de samenleving aldaar? Zouden wij in Europa op de opdringende
en ook dreigende invloed van de Islam niet meer acht moeten geven, als een teken des tijds?

Aan de presentie van de verwachting van Jezus’ komst in de gebeurtenissen in de 21ste eeuw zal worden afgemeten of Jezus’ gemeente doof is geworden en in slaap is gesukkeld. Of leeft ze vanuit de hartelijk doorleefde bede: Maranatha, kom Heere Jezus. Het is hoogste tijd voor dit gebed.