Toekomstverwachting en passiviteit

Joop Schotanus • 79 - 2003/04 • Uitgave: 18
Er heerst een hardnekkig misverstand over de veronderstelde negatieve invloed van de Maranatha-beweging op de wereld en ook de zending. Laten we met de wereld beginnen. Eerder schreef ik over een Vrije Evangelische predikant die de gelaten houding van de leiding van de Vrije Evangelische Kerken (VEG) in de oorlog laakte. Hij schreef die passieve houding toe aan de toen overheersende Maranatha-gedachte bij de leiding van de Vrije Evangelische Gemeenten. Het gebeuren in Leeuwarden werd daar ook bij genoemd als schrijnend voorbeeld. We weten dat in die tijd ds. Veldkamp daar voorganger van de Vrije Evangelische Gemeente was en tevens een vooraanstaande prediker op de Maranatha conferenties in zalen Schaaf, die in de dertiger-en-veertiger jaren massa’s mensen trok. Het is niet onbekend dat er onder deze Maranatha christenen een zeer grote liefde was voor het Joodse volk en onze Joodse landgenoten. Dat men niet altijd precies kon aangeven wat er publiekelijk wel of niet tegen de Jodenvervolging ingebracht kon worden, was niet alleen een probleem van de Vrij Evangelischen, maar evenzeer bij gereformeerden en baptisten e.a.. Er was altijd een zoeken naar de grenzen van het mogelijke en ook bij hen zal er kaf onder het koren gezeten hebben, maar beslist niet bij hen alleen. Nu er een boek uitgekomen is van ds. Bert Louwerse, wil ik daar nog even opnieuw op terugkomen.

Wereldmijding?
Om de V.E.kerk een laakbare houding te verwijten en dat terug te brengen op de leer van de Maranatha-beweging is bedenkelijk. Ook al ben ik dan geen lid van de V.E.kerk, toch heb ik haar door de jaren heen een warm hart toegedragen. Die liefde begon te tanen toen men min of meer ging aanschuiven bij de Wereldraad van Kerken, die van alles deed om de kritiek op het communisme in Rusland de wind uit de zeilen te nemen. We hebben toen in die latere jaren nooit vernomen dat de geëmancipeerde leiding van de VEG de Wereldraad voor die lakse houding op het matje heeft geroepen. Over passiviteit gesproken! Mocht het uit de archieven anders blijken te zijn dan zouden we daar heel graag van horen. Uit de ingezonden stukken in hun lijfblad "Ons Orgaan", wordt de laatste jaren heel duidelijk, dat er vooral bij de ouderen een hunkering is naar de glorietijd van de Vrije Evangelischen en dat men zeer bedroefd is over de huidige anti-maranatha houding bij leidinggevenden, ook al wordt er dan een boek geschreven met de titel "Totdat Hij komt".

Te weinig zendingsvisie?
Het tweede aspect heeft te maken met zending. Uit een andere hoek wordt er beweerd dat de leer van het duizendjarig rijk een afremmende invloed zou hebben op het zich inzetten voor de zending. Vooral als men daarbij de Opname van de Gemeente vóór de Grote Verdrukking ziet als een uitvlucht. In het "TEN SLOTTE" van nummer 16 geeft broeder Henk Schouten daarop een behartenswaardige en evenwichtige reactie. Alsof de bijbelvisie van Het Zoeklicht een soort uitvinding was om aan de confrontatie met de machten van de duisternis te ontkomen. Alsof er onder hen minder zendingsvisie zou zijn. Uit het vervolg van mijn verhaal zal blijken, dat zelfs het tegenovergestelde waar zou kunnen zijn.

'Seniors for Christ'!
Onlangs was er een prachtig initiatief om oud-zendingswerkers elkaar nog eens te laten ontmoeten. Er waren sponsors gevonden om zo’n verwendag voor hen mogelijk te maken. We kregen een uitnodiging met de toepasselijke naam "Seniors for Christ". In de uitnodigingsbrief werd door Hans Keijzer verwezen naar de geestelijke opleving van na de Tweede Wereldoorlog. Naast de zeer vele organisaties, zoals Youth for Christ en de Navigators, die een positieve invloed op vele jonge mensen hebben gehad om naar een bijbelschool en daarna de zending in te gaan, werd ook "Jong Nederland voor Christus" genoemd. Ook broeder Kits wordt met ere genoemd in verband met het ontstaan van de Wereldwijde Zendingsdag die in het beginstadium elk jaar op Hemelvaartsdag op Het Brandpunt werd gehouden. Onder de vele namen die op deze fijne ontmoetingsdag in Garderen in de openingsrede door Hans Keijzer werden genoemd, waren er heel wat uit onze Zoeklicht kringen. Er zijn erbij die in een J.N.V.C. of J.E.V.C. kamp op Het Brandpunt hun beslissing genomen hebben om een bijbelschoolopleiding te volgen en de zending in te gaan. Trienske Beimers, die de tachtig al gepasseerd is en nog altijd in Tanzania werkt, is een afgestudeerde van de naoorlogse bijbelschool, die door broeder Kits is opgericht. We zouden ook nog de verschillende afdelingen van (buitenlandse) zendingsgenootschappen kunnen noemen die op Het Brandpunt hun ontstaan hebben gevonden. Wat we ook onder dit honderdtal van oud-zendelingen ontdekten was, dat er ook heel wat van hen voortgekomen zijn uit gemeenten die een sterke band met Het Zoeklicht kenden (en nog kennen). Luctor in Oldebroek, en de Vrije Baptisten Gemeenten uit Almelo, Hengelo en Amsterdam e.a. mogen als voorbeeld dienen. Bovendien mag gezegd worden dat er onder de Geloofszendingen ook proportioneel nogal wat mensen uit de Vergadering van Gelovigen te vinden zijn (en waren). Deze beschrijving is niet bedoeld om ons ergens op te beroemen, maar alleen om het misverstand uit de wereld te helpen, dat de Maranatha-verwachting een belemmerende invloed op de zending heeft of gehad zou hebben.

Ten slotte
Ben ik in mineur begonnen met dit artikel, toch wil ik graag in majeur eindigen. De verwendag voor zendelingen was onovertroffen. Onder hen waren er ook, die misschien graag op een afstand willen blijven van de boeken van Tim LaHaye. Gelukkig is dat niet de basis van onze geestelijke gemeenschap, maar de verlossing in Christus. De gemeenschap van de verlossing hebben we daar volop ervaren met mensen uit de meer kerkelijke- of de pinksterachtergrond. Er waren er bij die we al kenden vanuit de vijftiger jaren. Met vreugde mochten we hen opnieuw ontmoeten. Onder hen ook Anne van der Bijl. In ons boekje ‘de Tropenjaren van Joop en Mieke’ kan ik waarderend over hem schrijven, omdat hij in onze moeilijke omstandigheden (de kleine verdrukking) zijn zendingsliefde aan ons heeft bewezen. Else Vlug, de kleindochter van de zendingsman en de latere maranatha-prediker C.J Hoekendijk, had met haar man Peter een zeer positieve invloed op het hele gebeuren van de verwendag. Bij het afscheid heb ik haar de woorden van haar grootvader in herinnering gebracht: "God pensioneert z’n kinderen niet, Hij haalt ze thuis als ze klaar zijn". Dat geldt ook voor zendingswerkers, die niet zoals Trienske Beimers tot het einde op het zendingsveld kunnen (konden) blijven.

Joop Schotanus