Toogdag 2008: Jezus zal zeker komen

Peter de Haan • 84 - 2008 • Uitgave: 20
Zo’n 1800 bezoekers kwamen op zaterdag 13 september naar Het Brandpunt in Doorn. De sfeer tussen de tenten op het terrein was uitstekend, zeker toen ’s middags ook de zon zich liet zien. Niet minder indrukwekkend waren de toespraken van Henk Schouten en Aad van de Sande over het thema ‘Jezus zal zeker komen’.

Op deze Toog- en ontmoetingsdag waren er veel ‘eigen’ elementen. Het was niet alleen op ons eigen terrein, ook de sprekers en muzikanten (Henk Heijkoop, vleugel - Ko Osté, orgel) kwamen uit eigen geledingen. Het Maranatha 2000-koor oefent bovendien maandelijks in de Brandpunt Kapel. Het meerstemmige koor zong liederen als ‘Maranatha’, ‘Er is een Verlosser’ en ‘Jeruzalem, stad van goud’. Liederen die door de dynamiek en de warme basstemmen mooi doorklonken in de tent. Ook werd samen met alle aanwezigen uit volle borst gezongen: ‘Abba Vader’ en ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’.

Klaar om Hem te ontmoeten
‘Jezus zal zeker komen’ is een prachtthema, zo begon ds. Henk Schouten zijn overdenking. “Wat heb je als je alleen voor dit leven in Christus gelooft? Dan ben je de meest beklagenswaardige en leef je zonder hoop, zonder toekomst en zonder verwachting. Dat is doelloos, zinloos en waardeloos.” Hij schetst hiermee niet alleen de samenleving van nu, maar ook het geloof van veel christenen.
“Ik geloof in de terugkomst van de Here Jezus Christus, in een hoopvolle toekomst voor de Gemeente. Hij komt om ons te halen voor het Bruiloftsfeest. Deze terugkomst is voor de mondiale samenleving van belang, want alles wordt dan weer goed. Zowel de aarde als alles wat daarop leeft, mens en natuur. Aan dat komen zitten echter ook oordeelsaspecten.
Wanneer Hij komt, zal dat onvoorstelbaar en schitterend zijn. Maar voor het zover is, zullen wij eerst worden opgenomen. De wereld zal dan zien: ‘Wij horen bij Hem’. Een boodschap die nú al gehoord moet worden, iedere dag opnieuw. De voleinding van het werk van de Here is niet het kruis, het lege graf of de hemelvaart. Nee, het is Zijn terugkomst. De Bijbel zegt het ons. De Here talmt niet, zo lezen we in 2 Petrus 3:9, maar Hij is lankmoedig. Ook de engelen getuigen in Handelingen dat Hij terugkomt. De schepping ziet hier reikhalzend naar uit. We moeten ook klaar zijn om de Here Jezus te ontmoeten. Nú!”
Schouten stelt daarom de vraag: Hebt u al bij het kruis gestaan? “Toen ik daar stond, wist ik wat de discipelen nog niet wisten. Hij is opgestaan. Je kunt de hele theologie van de terugkomst en de opname kennen, je kunt de hele Bijbel uit je hoofd leren, maar kent u Jezus?
Ik denk dat mijn generatie de opname meemaakt. Misschien wel binnen vijf jaar. Wanneer dit niet gebeurt terwijl ik nog leef - indien ik tachtig wordt - heb ik een inschattingsfout gemaakt. Maar Hij zal zeker komen. Het belangrijkste is: bent u er klaar voor?”

En dan?
Aad van de Sande sprak ’s ochtends over ‘En dan zien we Jezus’. Welke Jezus zullen we dan zien? De geneesheer, de man van smarten, in zijn opstandingslichaam? “We zullen Hem zien gelijk Hij is. En wanneer dat gebeurt, zal alles worden stilgelegd; alle gepraat over de Bijbel, alle discussie over de leer. We zullen Hem zien aan de rechterhand Gods, in volle heerlijkheid en glorie. Ik huiver wanneer ik aan dat moment denk.” Van de Sande haalt een aantal personen uit de Bijbel aan die de Here Jezus hebben gezien na de Hemelvaart, zoals Stefanus en Johannes. Toen Johannes de Here zag, viel hij als dood aan Zijn voeten, staat in Openbaring. “Jezus komt zeker. Hoe zal het zijn als we Hem zien. Ik huiver als ik er aan denk. Zien we echt uit naar de komst van Jezus? Als u ‘ja’ zegt, dan denk ik dat uw hart trilt, huivert. Stefanus werd doodgegooid om de woorden die hij sprak: ‘Ik zie Jezus, de Verheerlijkte.’
En dan… Dan zien we Jezus. En dan ziet Jezus ons. En Hij ziet ons zoals we zijn in Zijn ogen. Hij zal ons niet zien in onze zonden, in de vuiligheid van ons leven. Hij ziet ons door Zijn liefdevolle ogen. Gereinigd en geheiligd door het bad van het Woord, zo lezen we in Hebreeën 10:10.
Johannes de Heer heeft zijn leven lang gebeden of hij de Wederkomst mocht meemaken. Ik zeg dan: ‘God dank is dat gebed niet verhoord, want dan was ik voor eeuwig verloren gegaan.’ Jezus, Die niet wil dat iemand verloren gaat, heeft gewacht totdat ik hier op Het Brandpunt mijn knieën had gebogen voor Hem. Hoeveel zijn er hier die Jezus niet zal zien, omdat die nog niet in Jezus gelooft? In Gods oog ben ik geen zondaar meer. Ik wil dat als U komt, U ook mij zult zien. Wij zien Jezus en Hij ziet ons. Geprezen is Zijn naam. Amen.”

’s Middags sprak Aad van de Sande over de gevolgen van het zien van de Here Jezus. “De Here wil al Zijn kinderen een kroon geven, omdat ze op aarde dingen voor Hem hebben gedaan. Die dag zal ook een dag van vuur zijn. Wat blijft behouden en wat zal verbranden? En waar kan Hij ons voor belonen. Hij zal ons belonen als er vrucht is geweest in ons leven, wanneer wij anderen naar Hem leiden.”
De toekomst houdt niet op als de Gemeente is opgehaald voor het Bruiloftsmaal. “Israël zal in de Grote Verdrukking het grote zendingsvolk worden. Echter, wanneer u nu geen beslissing neemt, dan komt die kans in de Grote Verdrukking niet meer. In deze periode is de boodschap van het Koninkrijk voor al die miljoenen die deze nog niet hebben gehoord.”
Van de Sande legt uit dat de toekomst van Israël op zich laat wachten totdat de Gemeente is opgenomen. “Na de Verdrukking komt de Here terug naar de Olijfberg om Zijn Duizendjarig Rijk te vestigen. Daarna komt de satan nog één keer vrij en krijgt nog velen achter zich aan, hele vriendelijke, nette, sociaal-voelende mensen, mensen waar je een voorbeeld aan kunt nemen. Alleen, ze zijn God-loos. De Here kan ieder moment terugkomen. Straks is de Toogdag voorbij. En dan?”

Hartenkreet
Eerder op de middag was er een interview van Feike ter Velde met Arjan Baan, oprichter van Stichting Heartcry. Zijn verhaal: “Ik leidde een dubbelleven. Doordeweeks de bloemetjes buiten zetten en op zondag een keurig reformatorische jongen. Tijdens een stage in Amerika las ik een artikel over een vliegtuigongeluk en bedacht toen: ‘wat als ik in dat vliegtuig zat?’ De laatste avond in Amerika ben ik toen niet met m’n vrienden gaan stappen, maar ben ik de Bijbel gaan lezen. Toen kreeg ik Gods liefde in mijn hart.” Terug in Nederland leerde hij in de kerk vooral de rechte leer, maar raakte God daardoor kwijt. “Ik hoorde Christus daar niet. Totdat de Here mij Romeinen 5:8 openbaarde, dat Christus voor mijn zonden is gestorven.”
Hij begon toen samen met Leen van Valen en anderen iedere zaterdag te bidden voor de jongeren, die iedere zaterdag naar de disco gingen en drankfeesten bezochten. “We zijn toen avonden gaan houden voor christelijke jongeren die moeite hadden met het geloof en gingen met traktaten langs de cafés. Heel direct met jongeren praten over het heil.” De jongerenavonden zijn heel erg gericht op Verzoening. De Stichting Heartcry gaat verder met haar activiteiten, zoals conferenties, waar het gaat om bekering, geestelijke groei en vervulling met de Heilige Geest.
“Het preken van het overwinningsleven wordt vaak gezien als activisme. De boodschap van stromen van levend water wordt in reformatorische kringen vaak gepareerd met Romeinen 7:24, waar staat dat je een zondig mens bent. Hier wordt het vraagteken aan het eind van dit vers door hen vervangen door een punt.” Op de vraag van Feike ter Velde wie Jezus voor hem is, antwoordt Arjan Baan met een Bijbeltekst: Hooglied 3. “De Here is ‘mijn appelboom’. Ik mag alles van Hem verwachten, uitrusten in Hem en mezelf overgeven aan Hem.”

Peter de Haan