TSIPPOR – Kleine vogel

Gieneke van Veen-Vrolijk • 82 - 2006/07 • Uitgave: 13
In de Bijbel worden regelmatig beelden gebruikt om de lezer/hoorder een geestelijke les mee te delen. In veel gevallen betreft het beelden van dingen die in de oud-Oosterse wereld bekend waren en die de mensen daarom goed begrepen. Dat is vooral het geval met natuurbeelden, die goed begrepen konden worden, omdat men veel dichter bij de natuur leefde. Helaas zijn veel van die mooie Bijbelse beelden voor de huidige lezer van het Woord, niet altijd zo bekend (meer). Ons kernwoord van deze keer betreft echter een vertrouwd beeld: ‘tsippor’ (kleine vogel, mus).

‘Tsippor’ is afgeleid van een (in het Hebreeuws weinig voorkomend) werkwoord ‘tspr’ dat fluiten, piepen, tjilpen, kwetteren betekent, maar ook het begrip ‘snel heen en weer bewegen/springen’ weergeeft. Dit werkwoord ‘tspr’ is ook als klanknabootsing van getjilp en gekwetter (hoor: ‘tspr…’) bedoeld. Dat is nu wat het hiervan afgeleide woord ‘tsippor’ aangeeft: een tjilpend, kwetterend, fluitend en snel bewegend beestje.

De ‘tsippor’ is te onderscheiden van andere grote(re) vogels, die met andere woorden worden aangeduid. Daarom kan ‘tsippor’ vertaald worden met ‘kleine vogel’ en in zeer veel gevallen betekent ‘tsippor’: mus.
Wat zegt de Schrift over over de ‘tsippor’/mus?

De ‘tsippor’ was een reine vogel (Deut. 14:11) die als zodanig ook kon dienen als offerdier (Deut. 14:4-20). De ‘tsippor’ kon ook dienen als voedsel (Neh. 5:18). De Here zorgt voor de ‘tsippor’ en gaf daarom duidelijke richtlijnen ten aanzien van deze dieren en hun kroost (Deut. 22:6).

De ‘tsippor’/mus is van nature bang en vooral schuw, omdat het kleine kwetsbare diertje voortdurend alert moet zijn op allerlei mogelijke gevaren. Zo komt het beeld van de ‘tsippor’ naar voren (Hos. 11:11), waarmee kwetsbaarheid van Gods volk wordt uitgedrukt. Maar de Here herstelt de Zijnen en leidt hen verder.

Mussen zijn graag in groepsverband bezig: kwetterend en tjilpend springen ze heen en weer (‘tspr…’). Daartussen zie je dan de kleine ‘tsippor’.
Een jonge ‘tsippor’/mus/kleine vogel is geheel afhankelijk van de ouders. Jonge mussen piepen en schreeuwen om voedsel. Zodra een ouder-‘tsippor’ met voedsel nadert, doen zij hun bekjes wijd open om zich te laten voeden. De Here houdt ons nu dat bekende en duidelijke beeld voor als Hij zegt: “…open wijd uw mond en Ik zal hem (ver)vullen…” (Ps.81:11b).

Hierbij moeten wij beseffen dat hier de Here, die verlossing bracht en biedt, spreekt. Zoals het er staat is het een uitnodiging, maar tevens een gebod. Wil ik me door Hem laten voeden? Dat betekent dagelijks mijn mond opendoen en Hem om geestelijk voedsel uit de onuitputtelijke Bron van het Woord smeken. Hij staat klaar om ons te voeden…!

Aan de voet van het Kruis, het altaar van de Heiland, vinden wij Hem. Daar voedt Hij ons als de ‘tsippor’. “Zelfs vindt de ‘tsippor’/mus een huis….bij Uw altaren…” (Ps.84:4).



Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk