TSITS – Bloeien… bloesem

Gieneke van Veen-Vrolijk • 82 - 2006/07 • Uitgave: 24
Bloemen vindt men overal, natuurlijke of op enigerwijze afgebeeld. Bloemen spreken van Gods almachtige scheppershand, van leven, bloei, schoonheid, kleur, reinheid, geur, teerheid, vergankelijkheid. Met name bloesem is uitdrukking van leven door de Schepper gegeven!
God gebruikt het bloemen-beeld om te onderwijzen.



Het Hebreeuwse werkwoord ‘tsuts’ betekent bloeien, bloesem voortbrengen, maar ook glanzen, stralen. We vinden dit werkwoord in Num. 17:8 waar beschreven wordt hoe Aärons staf bloeide en bloesem voortbracht. Ook staat het in de belofte aangaande Israëls toekomst, waarvan Jesaja meldt dat “Jakob zal wortelschieten en Israël zal bloeien en groeien…”(Jes. 27:6).



Van dit werkwoord ‘bloeien’ is het woord ‘tsits’/bloesem afgeleid. ‘Tsits’ (uitspraak: tsiets) betekent ook: veldbloem, bloemversiering, diadeem, rozet. (Vergelijk Jes. 28:1).
Opvallend is de ‘gouden bloem’, de ‘tsits’/diadeem van zuiver goud die de hogepriester droeg (Ex. 28:36). Hiermee werd ook Aärons bloeiende staf herinnerd.

Ook in de tempel kwam ‘tsits’/bloemversiering voor in de vorm opengewerkte rozetten/bloesemkelken (1 Kon. 6:18, 29, 32, 35).
Wat zegt dit ‘tsits’-beeld tegenover God?



In de Bijbel wordt met het ‘tsits’/bloem-beeld vooral het aspect van menselijke vergankelijkheid benadrukt. Hierbij leert de Bijbel de tegenstelling tussen Gods eeuwigheid en menselijke kortstondigheid.
De psalmist stelt dat de goddeloze weliswaar groeit en alle werkers van ongerechtigheid bloeien, om als snel verdorrend groen/kruid te vergaan…(vergelijk Jak. 1:10). Wij mogen meezingen: “Maar U, HERE, bent verheven voor eeuwig.” (Ps. 92:8, 9).

Jesaja verkondigde wat later door Petrus herhaald werd: “Alle vlees is als gras… als een veldbloem… gras verdort, de ‘tsits’/bloem valt af…” Tegenover deze uitdrukking van menselijke vergankelijkheid stelt Jesaja het Goddelijke contrast: “Maar het Woord van de HERE bestaat in eeuwigheid” (Jes. 40:6 8; 1 Petr. 1:24, 25).

Ook David leert ons met het bloem-beeld zo’n troostvol contrast tussen de vergankelijke mens en de eeuwige God en alles wat Hij die mens biedt. De HERE weet dat wij zijn als een ‘tsits’/veldbloem: “De dagen van de mens zijn… als een ‘tsits’/veldbloem… maar de genade van de HERE is van eeuwigheid en tot in eeuwigheid over wie Hem vrezen…” Bijzonder is dan de uitdrukkelijke toevoeging “…over wie Zijn bepalingen bewaren om die te doen” (Ps. 103:14 18).

Alles wat de mens kan, wil en heeft, vergaat, in tegenstelling tot de verheven God, die Zijn eeuwig Woord en onvergankelijke genade de mens schenkt, voor nu én alle eeuwigheid.



Voor het heden leert Hij ons te letten op de prachtige kledij van de leliën, die fraaier getooid zijn dan Salomo ooit was! De Here, Die zo zorgvuldig omgaat met gras en bloemen, draagt uiterste zorg voor Zijn kinderen. De Heiland leert ons te vertrouwen op de hemelse Vader, die weet wat wij nodig hebben (Matt. 6:25-34).

Hierdoor wordt het Bijbelse beeld van de de ‘tsits’/bloem leerzaam en troostrijk, omdat het vanuit het heden ziet op de eeuwige toekomst bij de Heiland…



Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk