Tsunami, daar is God

Henk Schouten • 80 - 2004/05 • Uitgave: 22
Tsunami, daar is God



De wereldbevolking leerde een nieuw woord kennen, een woord met een vreselijke inhoud: Tsunami. We denken aan de vreselijke vloedgolf als gevolg van een zware zeebeving. De beelden liggen op ons netvlies, de werkelijke omvang en het juiste aantal slachtoffers zullen we wel nooit vernemen. Hele gezinnen werden uit het leven weggerukt, sommige overlevenden missen tientallen van hun dierbaren. Een enorme eensgezindheid maakte zich even meester van de meestal sterk verdeelde wereldbevolking. Humanitaire acties in veelheid. Bewogenheid en betrokkenheid was groot. Anderzijds was het walgelijk te zien hoe Europese toeristen, bekomen van de eerste schrik, direct weer een duik namen in het water. Het is toch vakantie.



Op zondag 2 januari mocht ik voorgaan in de kapel. Daar spreek ik uit het boek Openbaring, iedere keer een stukje verder uit dit aangrijpend schrijven van Johannes. We waren gekomen aan Openbaring 9:13-21, de zesde bazuin. Dit gedeelte beschrijft het loslaten van vier engelen die over de wereld uitgaan en een derde deel van de wereldbevolking zullen doden. Dat tart iedere voorstelling. We zagen in deze dagen rond de jaarwisseling hoe de lichamen van slachtoffers gezocht en zo mogelijk geïdentificeerd werden. We zagen letterlijk de stapels dode lichamen, soms in massagraven, soms verbrand worden. Terwijl ik dit schrijf is het dodental op ca. 150.000 gesteld. Maar een derde van de wereldbevolking van nu, zoals Johannes schrijft, betreft meer dan twee miljard mensen. Laten we ons dat eens proberen voor te stellen, ongeveer twee maal de bevolking van China. Wat voor beelden zal dat geven op de TV? Wat voor reacties zal dat oproepen bij mensen?



Rond de ramp van de Tsunami hoorde ik mensen verward vragen: Waar was God, waar is God? Wie kan in alle eerlijkheid zeggen deze dingen te begrijpen? Wie kan zeggen hierover niet met zijn God te worstelen? De Here Jezus spreekt over de ramp met de toren van Siloam, waarbij 18 mensen in Jeruzalem omkwamen. De Heer stelde: Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Siloam viel en die erdoor gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen? De Heer zegt niet dat de slachtoffers onschuldig waren, zij zijn niet schuldiger. De Here Jezus zegt dat we allemaal schuldig zijn. We moeten geen verkeerde conclusies trekken.



Wat moeten we dan wel? Ik ben ervan overtuigd dat deze en dergelijke rampen te maken hebben met de tijd waarin we leven. De Here Jezus spreekt zelf over velerlei tekenen die als weeën over de aarde zullen gaan. We moeten het dus als een teken zien van de naderende terugkomst van onze Heer. Dat betekent dat we ons direct, maar eigenlijk zoals steeds, moeten afvragen, ben ik bereid om mijn Heer te ontmoeten.



Maar waarom geeft de Heer zulke vreselijke tekenen? In alle bescheidenheid denk ik dat dit te maken heeft met het aflopen van de genadetijd. De Here nodigt liefdevol, genadig en barmhartig uit tot omkeer en bekering. Wanneer Zijn zachte liefdevolle stem genegeerd wordt, zal de toon veranderen. Strenger en duidelijker laat de Heer ervaren hoe het de wereld vergaan zal en hoe het de mens vergaan zal zonder de genade van de Here Jezus aan te nemen. De Here tuchtigt. Dat is een oud Nederlands woord en betekent zoveel als trekken. Trekken is een beweging naar je toe (duwen doe je van je af). De Here wil ons met alle geweld en alle middelen naar zich toe trekken. Hoe reageren we hierop?



Wat gebeurde er in Openbaring 9? Na de dood van één derde van de wereldbevolking lezen we: ‘de mensen bekeerden zich toch niet van hun boze werken’. Die boze werken worden vervolgens uitgebreid opgesomd. Net als farao in Egypte, hij werd keer op keer gewaarschuwd, de plagen namen toe. Uiteindelijk kwam farao, die zich verhard had, om in de zee. Hoorde u de toeristen zeggen, honderd meter van de plaats waar doden geborgen werden: je leeft toch voor jezelf. Ja, wie leeft voor zichzelf, sterft voor zichzelf.

Hoe groot de ramp door de Tsunami ook is, ze is klein in vergelijking met de dingen die tijdens de Grote Verdrukking over de wereld komen zullen. De verharding die we nu zien, wijst ook naar de verharding die straks gezien zal worden.

Het is nu nog genadetijd, al werpen de oordeelsgolven die komen gaan hun schaduwen dreigend vooruit. Nee, ik geloof dat de Tsunami niet een teken is van Gods afwezigheid, of machteloosheid, maar juist een teken is van Zijn tegenwoordigheid, daar is God. Willen we ervan leren of zullen we negeren. Hoe staat u, hoe sta jij in relatie tot de God die alle dingen in Zijn hand heeft?



ds. Henk Schouten