Uitkomen voor je geloof

Marianne Glashouwer • 78 - 2002/03 • Uitgave: 14
"Johan Herman Krunhart en Anna Cattarina, mijn vrouw, hebben God vertrouwd en met Zijn hulp dit huis gebouwd, anno 1685, 24 augustus." Ik keek mijn ogen uit toen ik in het kleine plaatsje Naumburg in Duitsland rondwandelde. Overal in het oude centrum stonden vakwerkhuizen met spreuken op de muur geschilderd. "George Scheffer en Angela, mijn vrouw, hebben God vertrouwd, en dit huis gebouwd. De Heer behoede uw ingang en uw uitgang van nu aan tot in eeuwigheid, anno 1688".

Al lopend kwam ik heel wat te weten over de inwoners van Naumburg uit de zeventiende eeuw. En er is eigenlijk niets veranderd in al die eeuwen. Ook toen al was er haat en nijd onder elkaar: "Ach God, hoe komt het toch dat diegenen mij haten, die ik geen kwaad doe, en dat zij mij niets gunnen en niets geven? Zij moeten zien dat ik met God leef". Of deze: "Afgunst van mensen kan mij niet deren, het komt er op aan wat God me geeft, anno 1687, 15 augustus." Tenslotte wil ik u ook deze niet onthouden: "M. Johannes Xost: aan allen die mij kennen, geve God tweemaal zoveel als ze mij gunnen, anno 1688, 2 juni". Dat is nog eens een tekst om op je huis te zetten!

Terwijl ik daar liep, kwam ik onder de indruk van het vaste geloof in God van al die huiseigenaren zoveel eeuwen geleden. En ook van de wijze waarop ze van hun geloof getuigden. Ze schreeuwden het als het ware van de daken dat zij in vertrouwen op God probeerden te leven. Je wist meteen wat je aan ze had! "Is dat met ons eigenlijk ook zo?" vroeg ik me af. Weten mensen, als ze ons ontmoeten, ook meteen wat ze aan ons hebben, waar we voor staan? Is ons leven een open brief van God? Zijn wij een getuige in onze handel en wandel? Als je onder christenen bent, is dat niet zo moeilijk. Dan weet je van elkaar dat je bij Jezus wilt horen, ook al maak je dikwijls fouten. Je voelt je verbonden met elkaar, en je probeert samen de Here te dienen in gemeente en kerk.

Maar als je naar je werk of naar school gaat en daar de hele dag samen bent met mensen die niet bij jouw kerk of gemeente horen, dan wordt het een heel ander verhaal. Dan komt het er op aan om "handen en voeten van de Here Jezus" te zijn, en het kanaal van Zijn liefde voor alle mensen. Dat is niet altijd even gemakkelijk! Je voelt je vaak heel erg alleen. Je wilt eigenlijk het liefst niet opvallen en opgaan in de massa. Als je bidt voordat je gaat eten, dan word je vreemd aangekeken. Mensen begrijpen niet altijd waar je het over hebt, als je over je geloof in God spreekt. Het lijkt soms wel of je van een andere planeet komt!

Toch mogen we er vast van overtuigd zijn dat God ons wil helpen om naar Zijn wil te leven, en daar ook van te getuigen. In Efeziërs 2:10 zegt de apostel Paulus: "Want Zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen". De Here God heeft ons pad al geëffend. Hij heeft alles voorbereid. Wij hoeven Hem alleen maar te volgen. Hij heeft ons, in de Here Jezus, bestemd om ons licht te laten schijnen voor de mensen. Ieder op zijn eigen plaats. En Hij zal ons Zelf helpen om dat te doen. Wij hoeven alleen maar dicht bij Hem te blijven. En als we dan op onze eigen, misschien schuchtere, manier net zo pal staan voor ons geloof als die mensen in Naumburg, dan merken we soms, tot onze eigen verrassing, een openheid bij anderen om te luisteren. Dan heb je op de werkvloer of op school zomaar een fijn gesprek over je geloof in God, en wordt Hij verheerlijkt. En daar word je zelf ook blij van!

Marianne Glashouwer