Vader, Zoon en Heilige Geest

Henk Schouten • 82 - 2006/07 • Uitgave: 22
We spreken zo makkelijk over de drie-eenheid. Dat is een dogma, een vanzelfsprekendheid. Een Egyptische priester, Arius, was de aanleiding tot de formulering van dit geloofspunt. Arius stelde dat de Here Jezus, als Zoon van God, door God was verwekt en daarom niet altijd had bestaan, met als bijkomende conclusie dat Jezus een lagere positie innam. Bisschop Athanasius kwam daartegen in verweer, terwijl het concilie van Nicea (325 n. Chr.) de Zoon gelijkwaardig aan de Vader stelde. Later, we tekenen inmiddels 381, werd op de kerkvergadering van Constantinopel (het huidige Istanbul) ook aan de Heilige Geest deze goddelijke gelijkwaardigheid toegedicht. In 451 werd op het concilie van Chalcedon de leer van de drie-eenheid de officiële leer van de kerk. Het zou nog meer dan duizend jaar duren voor de reformatie kwam.



Is zo’n stukje kerkgeschiedenis van belang? Het is in ieder geval goed te weten dat de leer van de drie-eenheid als zodanig in de Bijbel niet voorkomt. De tekst uit 1 Joh.5:7-8, het zogenaamde ‘Comma Ioanneum’ staat in uw bijbel tussen […]. Dit Bijbelgedeelte werd in de 15e!! eeuw aan de Bijbel toegevoegd.



Hebben die broeders van die eerste kerkvergaderingen het mis gehad? Zo zou ik het niet willen stellen, maar het is complex. Het was de bekende kerkvader Augustinus die over de Triniteit nadacht. Dan ziet Augustinus een kind aan het strand in zee een kuiltje graven. Zinloos, want het kuiltje wordt steeds weggespoeld. Wanneer hij het kind probeert te vertellen dat het niet lukken zal, antwoord het kind: ‘Evenmin kunt ge het geheim van de Drie-eenheid in uw menselijke brein vatten.’



Of deze anekdote waar is, weet ik niet, het geeft wel treffend weer hoe moeilijk het is het geheim van de Drie-eenheid te doorgronden. Mag dat eigenlijk wel, zijn we niet bezig om God te analyseren en in te passen in ons denkvermogen, terwijl Hij zo ontzettend anders en veel groter is?



Ik denk dat het vruchtbaarder is te kijken naar de dingen in de Bijbel. De Here God blijkt altijd een relatie te willen. Dat kan een relatie zijn als onze Vader, als onze Verlosser en Heiland en zelfs als inwonende Geest. Dat de Here God er zo wil zijn voor ons is geweldig.



In Johannes 14 lezen we opmerkelijke dingen met betrekking tot de drie-eenheid. Hier niet als een dogma, maar we leren de Here God in de Zijn relatie tot ons kennen. De Here Jezus heeft Zijn discipelen zojuist iets verteld dat enerverend voor hen is. ‘Ik ga heen om u plaats te bereiden.’ De Heer zal niet meer met Zijn discipelen samen zijn. Daarop stelt Thomas de vraag, ‘waarheen gaat gij, hoe weten we de weg?’ Daarop horen we die machtige woorden van Jezus: ‘Ik ben de weg de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij.’ Een heel eenvoudig woord, maar wat een uitwerking en hoop zit erin. Veel mensen vinden het arrogant, alsof andere godsdiensten ook niet een weg naar een mooie toekomst wijzen. Toch is er geen andere boodschap. Jezus is de weg, de waarheid en het leven en dan ook ‘niemand komt tot de Vader dan door Mij.’ Jezus alleen is de bron voor eeuwig leven, mensen kunnen alleen door Hem naar de hemel komen, voor jood en niet-jood geldt deze belofte.



Het gesprek gaat een stapje verder, Filippus vraagt: ‘Here toon ons de Vader en het is genoeg.’ Wat een vrijmoedigheid. Niets minder is ons genoeg, dan het zien van de Vader, dan het zien van God. Wat een hartsverlangen. Kent u datzelfde? Het intense verlangen om de Vader te zien? Durft u dat aan Jezus te vragen: Toon ons de Vader?



Jezus wijst op zichzelf. ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ Ik weet niet wat voor ingewikkelde theologie we hier op moeten loslaten, hier heb je geen bijzondere constructies bij nodig. Dit is helder als kristal. ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ Dit reikt ver. Feitelijk vertelt de Heer ons iets dat onbegrijpelijk is. Zijn relatie tot de Vader is zo intens, dat Hij het zo zeggen kan. Het gaat veel verder. Leren we niet dat we als gelovige in Christus zijn; leert de Bijbel niet dat we Zijn lichaam zijn. De Heer zegt het zelf in vers 20 zo: ‘Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u.’ God is ook onze Vader. Onze hemelse Vader is zo rijk, zo wijs, zo krachtig, zo schitterend, dat is één van de hoofdredenen dat we als Christen zonder zorg kunnen leven in een wereld vol van zorg. We zien hier iets van de ongedachte twee-eenheid die er is tussen de Vader en de Zoon, waarin we onszelf betrokken weten.



Een enkel woord mag geschreven worden met betrekking tot de genade die ons door de Geest van God geschonken wordt. De Here Jezus belooft dat de Heilige Geest komen zal om in gelovigen te wonen. Met Pinksteren gebeurde dit onwaarschijnlijke. God stortte Zijn Geest uit, Gods Geest woont in ons. Nu de Heilige Geest in ons woont, behoort heel ons leven door Gods Geest bestuurt te worden. Ons denken en ons doen, onze hoop en verwachting, onze twijfel en strijd, ons verstaan van Gods wil, het mag geleid worden door de Heilige Geest. Omdat de Heilige Geest in ons woont, is het voor elke gelovige mogelijk, versterkt te worden door die Geest. Dit is één van de geweldige dingen die ons in het Nieuwe Testament verteld worden. Onze Heer en onze God en Vader wonend in ons die geloven. Vindt u dit verrassend om te lezen, het staat gewoon in de Bijbel, in Johannes 14:23 ‘Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.’



Ik weet niet hoe de broeders van de kerkvergaderingen in Nicea, Constantinopel of Chalcedon over deze dingen dachten. Of de uitdrukking drie-eenheid nu wel of niet goed is gekozen. Wat ik mag leren en begrijpen van God als Vader, Zoon en Heilige Geest tart ieder voorstellingsvermogen. ‘O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen’ (Rom.11:33).



Ds. Henk Schouten