Vals Saoedisch vredesinitiatief

Franklin ter Horst • 83 - 2007 • Uitgave: 12
Vals Saoedisch vredesinitiatief



De wereldleiders reageerden begin 2002 enthousiast toen de Saoedische prins Abdullah bin Abdul Aziz, de huidige koning Abdullah, een ‘vredesvoorstel’ lanceerde voor het Midden-Oosten. De Amerikaanse president George W.Bush was vol lof over het initiatief en noemde het ‘zeer nuttig’. Buitenlandcoördinator van de Europese Unie Javier Solana, spoedde zich ogenblikkelijk naar Israël om te melden dat Brussel het een goed plan vond. Daarna haastte hij zich naar Saoedi-Arabië om daar de loftrompet te steken over het Saoedische initiatief. Het voorstel voorziet in een erkenning van de staat Israël door de hele Arabische wereld in ruil voor terugtrekking van Israël uit alle gebieden die het in de oorlog van 1967 rechtmatig in bezit heeft gekregen. Het gaat om de Bijbelse gebieden Samaria en Judea, de Golanhoogvlakte en de stad Jeruzalem.



Nu, vier jaar later, is Abdullah’s plan opnieuw ter tafel gekomen tijdens een tweedaagse conferentie in de Saoedische hoofdstad Riyad. Ondanks het feit dat diverse Bijbelteksten duidelijk maken dat geen enkel ander volk dan de kinderen van Israël aanspraak kunnen maken op het Beloofde Land, of zelfs maar delen daarvan, reageren de wereldleiders opnieuw enthousiast op het plan en wordt Israël onder druk gezet om aan de eisen van de Arabieren tegemoet te komen. De ‘groten’ der aarde zeggen dat het Saoedische bewind Israël een acceptabel ‘vredesvoorstel‘ heeft gedaan. Daarnaast zeggen de Arabische landen klaar te zijn voor onderhandelingen met Israël zodra de Joodse staat het Saoedische ‘vredesinitiatief’ accepteert. Maar zoals gewoonlijk dienen dit soort uitspraken met de nodige argwaan te worden bekeken, omdat, gezien de ervaringen, de Arabieren nog nooit echt van plan geweest zijn zich aan gemaakte afspraken te houden. Waar het in werkelijkheid steeds weer om gaat, is de grenzen van Israël te verzwakken, zodat ze opnieuw een poging kunnen doen Israël van de landkaart te verwijderen.



Juist Saoedi-Arabië staat al jaren bekend als een felle tegenstander van de Joodse staat. Net als de rest van de Arabische wereld draagt ook dit dictatoriaal geregeerde land voor een niet-onaanzienlijk deel bij aan het verspreiden van haat tegen Israël. Het regime noemt onder meer Israëls ‘bezetting’ van ‘Arabisch land’ erger dan de Europese ervaringen onder de nazi’s. De door de staat uitgegeven kranten in dit land verschillen in niets met de uitgaven in het Duitsland van Hitler. In de Saoedische pers verschijnen regelmatig berichten waarin de staat Israël en het Joodse volk worden gedemoniseerd. De oppermoefti van Saoedi-Arabië, sjeik Abdul Rahman al-Sudais, betitelde de Joden al eens als ‘het uitschot van het menselijk ras, de ratten van de wereld, de moordenaars van profeten en de kleinzonen van apen en varkens’.



En dit land zou plotseling vreedzame bedoelingen koesteren richting Israël? Daar lijkt het geenszins op, want tijdens dezelfde conferentie waren dreigende woorden aan het adres van Israël te horen. ”Als de optie van vrede faalt door Israëlische arrogantie, dan is de enige overgebleven keuze oorlog. En Allah alleen weet wat de regio zou meemaken in een conflict dat niemand spaart.” Volgens het Saoedische bewind kan door toedoen van Israël het hele Midden-Oosten in een oorlog geraken. In een bedrieglijke verklaring van de ware intenties waarschuwt Saud al-Faisal Israël het plan te accepteren, of anders het risico van een oorlog onder ogen te zien. De bedoelingen van de Arabieren zijn volkomen duidelijk. In werkelijkheid heeft het ‘vredesvoorstel’ voor Israël geen enkele waarde. Alles wat Israël weggeeft is definitief en alle eventuele concessies van de Arabieren zijn niet meer waard dan het papier waarop het geschreven staat, dat heeft het verleden maar al te vaak bewezen. Het ‘genereuze aanbod’ is niets anders dan een poging om, met steun van de wereldleiders, de Joodse staat te elimineren. Keurt Israël de plannen goed, dan is het z’n ‘veilige’ grenzen kwijt en dat is precies de bedoeling van de Arabische vijanden. Het hele plan is niets anders dan de zoveelste valstrik.

Één van de eisen van het Saoedische plan is ontruiming door Israël van de Golan Hoogvlakte. Dit gebied is in de 13e eeuw v.Chr. door de Israëlieten in opdracht van God door Jozua in bezit genomen en aan de halve stam van Manasse toegewezen. Het hoort onlosmakelijk tot het erfdeel van het volk van Israël. Tientallen opgravingen tonen aan dat er sprake is geweest van eeuwenlange Israëlische aanwezigheid. Enkele dagen vóór de conferentie in Riyad spoedde Javier Solana, die al jaren warme banden onderhoudt met islamitische dictaturen en terreurorganisaties, zich naar Damascus om onder meer steun te verlenen aan de eis van de Syrische dictator Bashar al Assad om onvoorwaardelijke ‘teruggave’ door Israël van de Golanhoogvlakte. “Wij (Europa) zullen er alles aan doen wat in onze macht ligt, om u te steunen in uw eis op teruggave van de Golan, die in 1967 van u is afgenomen,” zo sprak Solana op een persconferentie in Damascus. De Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken Condoleezza Rice zei dat Israël niets te verliezen heeft bij het Saoedische plan.

Ook wat betreft de suggestie van Brussel en Washington, dat de Palestijnse ‘president’ Mahmoed Abbas bereid zou zijn tot vredesonderhandelingen met Israël, is niets anders dan een fabel. Er bestaat geen enkel verschil tussen de Hamas en de Fatah-beweging van Abbas. Beide groepen streven naar vernietiging van Israël en beide groepen streven naar een islamitische staat op het aloude grondgebied van Israël. Het verleden heeft uitgewezen dat ze daarvoor bereid zijn om beestachtig geweld te gebruiken.

Tijdens de conferentie in Riyad zei Abbas: “Wanneer Israël de uitgestoken hand niet accepteert, dan rest ons nog slechts het gebruik van geweld. Wij hebben het volkomen recht onze wapens rechtstreeks te richten op de Israëlische bezetters” (Jerusalem Post, 11 januari 2007). “De zonen van Israël corrumperen de wereldgemeenschap” (WorldNetDaily, 11 januari 2007). “Wij moeten ons Hamas en Fatah-bloed verenigen in de strijd tegen Israël en wij staan aan het begin van een nieuwe intifada” (Jerusalem Post, 5 februari 2007). Ondanks deze woorden van meneer de ‘president’ noemt Condoleezza Rice Mazen (Mahmoed Abbas) een serieuze vredespartner.



Een in de Arabische wereld gehouden opinieonderzoek in februari 2007 laat zien dat 75% van de Arabieren vind dat Israël geen recht van bestaan heeft, dat 57% terreur tegen Israëlische burgers steunt, dat 75% voorstander is van het ontvoeren van Israëli’s in ruil voor Arabische terroristen en tenslotte zegt 52,5 % voorstander te zijn van raketaanvallen op Israëlische burgerdoelen.



Uit alles wordt duidelijk dat de Arabische landen zich schuldig maken aan schaamteloos antisemitisme en dat de leiders zich ten doel hebben gesteld wat in aan Psalm 83 wordt gemeld: ‘Komt laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht.’



Franklin ter Horst



Bronnen: Jerusalem Newswire, 14-28-30 maart 2007; Emet News Service, 1 april 2007; Arutz 7 News, 11 en 30 maart 2007; Israel Heute Newsletter, 15 maart.