Verlangen door de Geest

Henk Schouten • 86 - 2010 • Uitgave: 10
In dit nummer van Het Zoeklicht komen allerlei aspecten van het werk van Gods Geest naar voren. Het gaat om het werk dat de Geest van God doet. Dat is altijd tot eer en glorie van God, de Schepper van hemel en aarde en tot verheerlijking van de Here Jezus in en door Wie wij herschapen zijn tot een levende hoop. We schrijven in dit nummer over aspecten van dit inspirerende werk. Gods Geest doet ons wederom geboren worden. We leren leven uit de Geest van God, overwinnen en getuigen door de kracht van de Geest en daarin zien we met dankbaarheid het grote werk van de Geest. Kortom we spreken van geestelijk leven.
Er is vleselijk leven en geestelijk leven. Zolang we op aarde zijn, leven we in het vlees. Dat vlees, stof zijn we, trekt op alle mogelijke manieren aan ons om ons af te houden van het geestelijke leven, waarin het werk van God zichtbaar wordt. Dat is een strijd. Die geestelijke strijd die we niet mogen veronachtzamen of bagatelliseren, het gaat om de eeuwigheid en Gods heiligheid.

Heilig verlangen
Denkend over ‘verlangen door de Geest’ beseffen we in de eerste plaats dat het de Heilige Geest is die dit verlangen in ons werkt. Dat betekent dat het om een heilig verlangen gaat. Een heilig verlangen is anders dan al het andere verlangen. In het woord ‘heilig’ klinkt het bijzondere niveau van dit verlangen tot ons door. Omdat het om een heilig verlangen gaat, mogen er niet allerlei ‘vleselijke’ aspecten in doorklinken of gezocht worden. Daarbij moeten we het onderscheid zien dat er is tussen de aardse toekomst van het volk Israël en de hemelse toekomst van de gemeente.
Voor de aardse toekomst van Israël, we spreken over het duizendjarig rijk dat komt, klinken er heel concrete beloften en profetieën, dan gaat het om het stof, stoffelijk als we zijn. We zien dat de Here Jezus deze beloften onderstreept. Hij doet een veelheid aan wonderen en tekenen, die allemaal horen bij de oprichting en de inrichting van dat concrete rijk op aarde. Hier klinken heel materialistische dingen in door, zoals die ook door de koningen David en Salomo gezocht werden. Straks, als Christus komt, zullen deze dingen als grote zegen door het volk ontvangen mogen worden.

Voor de gemeente is er een andere bestemming en daarmee een ander verlangen, waarin we ons niet primair uitstrekken naar die materiële en fysieke dus stoffelijke zegeningen. We zoeken de dingen ‘die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand van God. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn’ (Kolossenzen 3:1,2)! Dat betekent niet dat de Here Jezus ons in het hier nu niet wil zegenen, maar betekent wel dat daar ons verlangen niet in de eerste plaats op gericht moet zijn. Het gaat, in het heilige door de Geest in ons gelegd verlangen, niet om méér voor ons maar om méér voor Hem. Daarin onderscheidt ons verlangen zich dus van de materialistisch ingestelde, voor zichzelf levende, ongelovige medemens.

Goddelijk verlangen
De Heilige Geest is de Geest van God. Het heilige verlangen is daarom ook een goddelijk verlangen. Het woord ‘goddelijk’ wordt in onze wereld nogal eens verkeerd gebruikt en staat dan voor allerlei vleselijk genoegen. Dat heeft te maken met de ontwikkeling van taal en woorden. Vanuit het besef dat God het hoogste, beste en mooiste is dat denkbaar is, is het bijvoeglijk woord ‘goddelijk’ in zwang gekomen. Helaas heeft men het besef dat God ook het heiligste is, daarbij overboord gezet.
Maar als we terugkeren naar de diepe betekenis, dan brengt de Heilige Geest in ons een goddelijk verlangen. Dit is dan in de directe zin verlangen naar God, naar Zijn hoogheid en grootheid. Verlangen naar het beste, met minder hoeven we geen genoegen te nemen. Dat verlangen moet dan ook in de lijn van God liggen. God is Geest, we herkennen weer de tegenstelling tussen vlees/stof en geest. Hebben we verlangen dat door God zelf gevoed wordt?

We horen ook het verlangen van God doorklinken. Niet het verlangen naar God, maar het verlangen dat van Hem uitgaat naar ons. Dat verlangen van God naar ons mensen is onmetelijk groot. We kennen allemaal Johannes 3:16, zo niet zoek dat nu dan op in uw Bijbel en verwonder u. Is het ook niet daarom dat God Zijn Geest heeft uitgestort? Ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest. God wil in ons wonen, dat is Gods verlangen. Staan we daar voor open?

Het verlangen van Jezus
De Geest die we ontvangen hebben is de Geest van Jezus. Dat betekent dat het verlangen van Jezus moet doorklinken in het verlangen dat de Geest van Jezus in ons hart en leven legt. We lezen van onze Here verschillende keren dat Hij Zijn verlangen, Zijn wil, volledig ondergeschikt maakt aan de wil, het verlangen, van God. ‘Niet Mijn wil maar Uw wil geschiede’, klinkt steeds uit de mond van de Heiland. Als de Geest van Jezus ons stuurt en leidt, dan kan het niet anders dan dat het ook ons verlangen moet zijn Gods wil te doen.
Kunnen wij in de volle zin van het woord zeggen: ‘Vader in de hemel, niet mijn wil maar Uw wil geschiede?’ Dan gaat dat niet om deelgebieden van ons leven, een uurtje op zondagmorgen. Gods wil moet geschieden in alle aspecten van het leven. Het kiezen van een opleiding, van een partner. Het besteden van beschikbaar geld, van (vrije) tijd en zoveel meer dingen. De wil van God bracht Christus aan het kruis. Als God wil dat we gekruisigd worden, zeggen we ook dan: Uw wil geschiede? Dat is de uiterste consequentie en teken van verlangen Gods wil te doen.

De Here Jezus heeft ook zelf een verlangen, dat is verlangen naar de bruid. Zijn hart gaat uit naar dat toekomstige moment dat de bruid in heerlijkheid aan Hem geschonken wordt. De bruiloft van het Lam. Volmaakt, rein en onberispelijk zal op de toekomstige dag de gemeente tot Hem geleid worden. Ik ben ervan overtuigd, hier verlangt Jezus naar, meer dan we beseffen of bedenken kunnen. Verlangen ook wij daarnaar?

Verlangen door de Geest
Verlangen is mooi en heerlijk. Verlangen is uitzien naar iets dat er nog niet is, of dat je nog niet hebt ontvangen. We schrijven over het verlangen door de Heilige Geest. Het gaat dus om een geheiligd verlangen. Een goddelijk verlangen, het verlangen van de Here Jezus. Het moet ook een verlangen zijn dat in ons hart is gelegd. De laatste woorden in de Bijbel onderstrepen juist dit verlangen. In Openbaring 22:19 lezen we: ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom!’ We horen daar dus de Heilige Geest en de gelovigen die tot één verlangen samengesmolten zijn. In één hartstochtelijk woord tot de Here Jezus roepen zij hun verlangen uit, KOM!.
In Jezus, in Zijn komst - en die komst zal niet lang meer op zich laten wachten - vindt al het onvervuld verlangen haar verwerkelijking. Daarom bidden wij: amen, Kom Here Jezus, kom.

Maranatha, de Here zal zeker komen.

Ds. Henk Schouten