Vissers (6)

Henk Schouten • 78 - 2002/03 • Uitgave: 16
In deze serie een zevental typeringen van het karakter van ons dienen van de Here Jezus. Misschien helpt het ons om te zien hoe Gods Woord ons aanspoort om de Here Jezus vandaag in onze wereld te volgen. Vandaag de zesde: “Vissers”.

1. Getuigen
2. Dienstknechten
3. Medearbeiders
4. Evangelisten
5. Strijders
6. Vissers
7. Priesters

Het is bekend dat de Here Jezus Zijn volgelingen, de discipelen, uitnodigt om vissers van mensen te worden. Feitelijk is dit een heel belangrijke taak. Vandaar misschien ook dat veel mensen denken dat deze roeping voor specialisten is. Voor dominees, evangelisten en zendelingen. Een klasse van mensen die ervoor geleerd hebben. Intellectuelen die een goed verhaal kunnen houden en de dingen van het evangelie helder kunnen uiteenzetten. Daarbij gaat men, dikwijls zonder het te beseffen, voorbij aan de dingen die het evangelie leert. De eerste vissers van mensen waren ongeletterden. In Handelingen 4:13 lezen we: `dat zij ongeletterde en eenvoudige mensen uit het volk waren'. En Paulus schrijft aan de Corinthiërs (1:21) dat `God door de u dwaasheid der prediking, hen wil redden die geloven' en `het zwakke der wereld heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen (1:27).

Petrus en Andreas waren van die ongeletterde mensen, maar ze hadden verstand van vissen. Er is een overeenkomst tussen het vangen van vissen en het vissen naar mensen. Er is veel geduld bij nodig. Soms wordt er nachtenlang gevist zonder vangst. Soms is de vangst onverwacht en ongekend groot. Petrus en Andreas wierpen het net in het water. Jacobus en Johannes, ook vissers, waren hun netten aan het verstellen. Het net is een beeld van het evangelie waarmee de mensen `gevangen' moeten worden. Je zou kunnen zeggen, het net is de boodschap. Wie met een kapot of gescheurd net vist, zal wel vis in het net krijgen, maar die vis zwemt er ook weer uit. De netten moeten goed in orde zijn, de boodschap moet zuiver en bijbels zijn. Is onze boodschap een zuiver bijbelse?

Hoe dat vissen in de praktijk gaat zien we in Johannes 1. Andreas gaat als visser van mensen —naar zijn broer. Hij vertelt dan niet dat hij de Messias gevonden heeft in de hoop dat zijn broer Hem ook nog eens mag vinden. Nee, hij leidt hem tot Jezus (Johannes 1:43). Zo doet ook Filippus. Wanneer hij gevangen is, vangt hij op zijn beurt Nathanaël, hij brengt hem letterlijk bij de Heer. De netten zijn in orde.

Een visser moet ook niet veel kabaal maken, dat verjaagt immers de vis. Juist daarover maak ik me ongerust. Onze tijd wordt gekenmerkt door evangelisatie acties met veel tamtam. Er is veel muziek, er wordt geacteerd en allerlei shows worden opgevoerd. We zien ook dat er christenartiesten zijn die haast wereldlijke aanhang hebben. Hun populariteit is feitelijk een sta in de weg en ontneemt het zicht op onze Here en Heiland. Het vissen op mensen is een kunst die geleerd moet worden van de Here Jezus. `Volg Mij en Ik zal u vissers van mensen maken' (Matth. 4:19). Wie Hem zo onvoorwaardelijk volgen, zoals de vier genoemde vissers/evangelisten, met achterlating van hun eigen netten, met zulke mensen kan de Here Jezus wat beginnen.

Johannes op Patmos zal niet getreurd hebben, dat hij zijn netten zo had achtergelaten. Hoeveel vissen zijn door het Johannes evangelie gevangen? Wie zal zeggen, wat de Here Jezus met u of jou kan doen, wanneer u of jij Hem onvoorwaardelijk volgt met achterlating van uw netten.

"Werp nu de lijn uit; 't gevaar is zo groot
hier zijn nog zielen in dringende nood,
kostbare zielen, o red z' uit de vloed,
spreek hen van Jezus en 't reinigend bloed"

(Zangbundel Joh. de Heer 583:1)

ds. Henk Schouten