Vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven

ds. Jac. Schouten • 80 - 2004/05 • Uitgave: 12
Vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven



Als er één ding is wat we graag willen dan is dat de zekerheid, dat we de hemel binnengaan aan het einde van ons aardse bestaan. Door het geloof kunnen we daar zeker van zijn. Maar toch! Het valt op dat in 1 Corinthe 15:50 een woord staat wat ons wel eens moeite kan geven: “Vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven”.



We zien toch het Vaderhuis met de vele woningen; dan ervaren we de heerlijkheid van Christus, dan ontvangen wij de erfenis met Christus. Dan wordt werkelijkheid waar de Bijbel van spreekt: “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, ja, wat in het hart van de mens niet is opgekomen, heeft God bereid voor wie Hem liefhebben”. Om dat Koninkrijk gaat het, om die heerlijke toekomst.



Maar hoe kunnen we daar deel aan hebben als daar dat zware woord staat dat vlees en bloed het koninkrijk van God niet kunnen beërven?

Vlees en bloed dat is ons aardse menszijn. Zoals wij zijn kunnen wij de hemel, de toekomst, niet binnen. Want het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet. Dat hoort bij deze aarde. Daarnaast is er ons menszijn in al zijn facetten. Al onze aardse verbindingen, met familie, vrienden, en ook het huwelijk hoort daarbij. Dat hoort allemaal bij ons aardse bestaan. Bovendien is ons hele aardse bestaan, ondanks dat we gered en behouden zijn door het verlossingswerk van de Here Jezus, besmet en aangetast door de zonde. 0, we weten het. De Here Jezus heeft ons in een diep lijden verlost. Wij kunnen het met Luther zingen: “Wij gaan ten hemel in en erven koninkrijken”. Maar hoe als ons vlees en bloed het Koninkrijk niet kunnen beërven?



Dat is het grote geheim! “Zie, ik deel u een geheimenis mede” (1 Corinthe 15:51 ). Een geheim in de Bijbel is de verborgen wijsheid van God. Een geheim dat openbaar wordt in de ontsluiting van de eindgebeurtenissen. Een geheim waarin Gods grote liefde zichtbaar wordt. Een geheim waarin Jezus Christus, de eeuwige Zoon van God, de overwinning laat zien. Want Christus is Overwinnaar.

Aan Paulus is de rijkdom gegeven om Gods geheimenissen openbaar te maken. En wij mogen het lezen en verstaan. Zeker nu, nu de tijd nabij is.

Want de grote verandering komt; Niet allen zullen ontslapen’. Dat is een groot mysterie. Want als er één ding vast staat is dat we allen zullen sterven. De één vroeg, de ander laat. En toch staat het hier: Allen zullen wij niet ontslapen. Hier wordt al iets zichtbaar van de overwinning die de Here Jezus Christus heeft behaald over de dood. Niet de dood, maar Hij die de Overwinnaar over de dood is, heeft het laatste woord.



De verandering houdt in dat onze vergankelijkheid onvergankelijkheid zal aandoen en het sterfelijke onsterfelijkheid. De Bijbel noemt dit alles de eerste opstanding (Openb. 20). In wat voor bocht men zich ook wringt, hier staat het heel duidelijk dat er tussen de eerste en de laatste opstanding een periode van duizend jaar zit. De eerste opstanding betreft alleen gelovigen. Dat zijn allen die in de Here Jezus ontslapen zijn van alle eeuwen. Dan diegenen die op het moment dat de Here Jezus komt nog in leven zijn. Zullen u en ik dat zijn? Vervolgens alle gelovigen die uit de grote verdrukking komen. Een schare die niemand tellen kan.

Dat is de eerste opstanding. Openbaring 20 zegt: “Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht. Maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren”. Hier hebt u het: Neen, vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven, maar wel de totaal veranderde mens. Als de grote Parousie daar is, de komst van de Here Jezus, de opname van de gemeente, wandelen wij, op Zijn machtwoord, het eeuwige Koninkrijk van God binnen.

En wat al de tekenen der tijden betreft nog dit. Ze zijn reeds in volle omvang zichtbaar, toch komen al deze zaken, van het herstel van Israël tot de oprichting van het Koninkrijk pas tot volle vervulling nadat de gemeente is opgenomen. Wie in dit leven tot de Here Jezus zijn toevlucht heeft genomen, zal de grote verandering meemaken. Die mag achter de Here Jezus aan, het Koninkrijk van God binnen wandelen, om het met Hem te beërven en Zijn heerlijkheid te genieten.



ds. Jac. Schouten