Vooruitzien naar de wederkomst
Het roept bij mij verbazing op wanneer ik merk dat christenen weinig stilstaan bij de wederkomst van Christus en het einde van deze eeuw. Veelal krijgt dit onderwerp van onze christelijke hoop geen centrale plaats in ons leven. Hoe anders was dat bij de eerste christenen die smachtend vooruitzagen naar dat moment. De kerkvader Tertullianus (165-220 n.Chr.) schrijft: ‘Wat voor een schouwspel is die snelnaderende terugkomst van onze Heer! Want Hij zal dan door allen herkend worden. Hij zal dan hoog verheven worden. Hij zal dan degene zijn die triomfeert! Wat een opgetogenheid zal er dan heersen onder de engelen! Wat een glorierijke opstanding van de heiligen! Wat een koninkrijk van de rechtvaardigde zal er hierna zijn! Hoe groot zal de stad van het nieuwe Jeruzalem zijn! Ja, en er zullen andere zaken zijn: de dag van het oordeel.’ 1
Kosmologische rampen
Hoe denken christenen vandaag, in onze postmoderne tijd, over het einde van de wereld? De meest gehoorde gedachte over de toekomst is dat alles straks zal vergaan in rook en vuur. ‘Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden’ (2Petr. 3:10). Alles zal worden verwoest.
We verbinden het wereldeinde graag met de kosmologische rampen die straks over de aarde zullen komen. Maar is dat het uiteindelijke perspectief dat de christen over de toekomst moeten hebben? Iemand zou in dat geval terecht kunnen vragen: Hoe gaat het dan verder met Gods plan voor deze schepping? Hoe gaat het verder met Zijn plan voor de mensheid? Zal alles uiteindelijk vergaan? Eindigt de schepping die in aan het begin ‘zeer goed’ was uiteindelijk in een betekenisloze leegte?
Kosmologische redding
Wat in deze situatie over het hoofd wordt gezien, is de kosmologische betekenis die het werk van Christus voor deze schepping heeft. We kunnen de overwinning die de Here heeft behaald niet losmaken van Gods doel met deze schepping. Christus redde de mens niet om hem buiten de schepping te plaatsen of van de menselijke geschiedenis los te maken. De redding die Hij bracht laat deze geschapen werkelijkheid tot het doel komen dat God er van oorsprong mee had. In Christus vindt de mensheid haar betekenis en vervulling. ‘Wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont’ (2Petr. 3:13).
De eerste christenen realiseerden zich dit en waren overtuigd dat ondanks dat Gods toorn over de wereld zou komen, dat niet het einde van de schepping zou betekenen. Methodius (†311) schreef: ‘Het is niet bevredigend dat het universum uiteindelijk volkomen verwoest zal worden en dat water, land en lucht niet meer bestaan. De hele aarde zal overstroomd worden door vuur uit de hemel en branden met als doel om haar te zuiveren en vernieuwen. Toch zal ze niet volledig ondergaan of verderven (…) God werkt immers niet tevergeefs.’ 2
Het einde waarnaar de gelovigen uitzagen was de overwinning en verheerlijking van Christus in deze schepping. Die overwinning zou tot zijn voltooiing komen met de wederkomst van Christus. Dan zou de Messias in deze geschiedenis ingrijpen, de troon van David ontvangen en het kwaad uiteindelijk verbannen. Bij de eerste komst van Christus markeerden de dood en opstanding het begin hiervan. Er was een nieuwe start gemaakt. Een nieuwe schepping kreeg gestalte. De gelovigen werden wedergeboren en mochten al deel hebben aan het eeuwig leven dat een kenmerk was van eeuwigheid. Ze mochten weten dat ze in de laatste dagen leefden. Het zou nog maar kort duren voor de definitieve droom van God met deze schepping in vervulling zou gaan. Dan zou er opnieuw klinken: ‘het was zeer goed’. Het was vandaar niet verwonderlijk dat deze christenen vurig verlangden naar Christus’ wederkomst. Dan zou de tussenperiode waarin ze zich op dat moment bevonden voorbij zijn.
De voltooiing van Gods droom
De wederkomst van Christus brengt deze schepping tot het doel dat God met haar heeft. Christus zal alles voltooien. Zijn terugkeer is het einde van de wereld - niet in de betekenis van een allesomvattende verwoesting, maar in de betekenis van een allesomvattende voltooiing. Bij Zijn komst zal alles wat God in petto had toen Hij dit universum en de mensheid schiep waarheid worden. Vanuit dit perspectief wordt duidelijk waarom de christenen vooruitzien naar de wederkomst. De gelovigen zijn in dat opzicht net als het militaire leger dat zich in de laatste momenten van haar strijd bevindt. Het beslissende gevecht is gestreden en gewonnen. Men wacht enkel nog op het moment dat er genoten kan worden van de vrede en de vrucht die de overwinning met zich meer heeft gebracht.
Nalaten om te denken aan de wederkomst van Christus is vandaar een groot verlies voor het christelijke leven. Het is een gemis aan inzicht in de kosmologische dimensie die Christus’ werk met zich meedraagt. Ons geloof is meer dan enkel een individuele vreugde. Het maakt deel uit van het grotere geheel van Gods plan met deze schepping. Het maakt deel uit van de fantastische droom die God met Zijn schepping heeft. Het werk van Christus is niet voltooid totdat de hele schepping onder Zijn gezag is gebracht en de menselijke geschiedenis binnen het doel dat God met haar heeft wordt geplaatst. Juist de wederkomst van Christus markeert deze triomfantelijke climax. Hij zal terugkomen om datgene in ontvangst te nemen dat Hem toebehoort. In de tussentijd leven Zijn discipelen in het vooruitzicht van Zijn wederkomst en zullen hun gebeden net als die van de eerste christenen luiden: ‘Kom Here Jezus!' De laatste bazuin kan elke dag gehoord worden en zij klemmen zich vast aan de belofte van de Here ‘Ja, Ik kom spoedig!’ De gemeente die bidt: ‘Kom, Here Jezus!’ ziet uit naar het komen van Eén die reeds aanwezig is en die ze verwacht.
Raymond R. Hausoul
1 Tertullianus, De Spectaculis §30
2 Methodius, From the Discourse on the Resurrection I.7
Kosmologische rampen
Hoe denken christenen vandaag, in onze postmoderne tijd, over het einde van de wereld? De meest gehoorde gedachte over de toekomst is dat alles straks zal vergaan in rook en vuur. ‘Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden’ (2Petr. 3:10). Alles zal worden verwoest.
We verbinden het wereldeinde graag met de kosmologische rampen die straks over de aarde zullen komen. Maar is dat het uiteindelijke perspectief dat de christen over de toekomst moeten hebben? Iemand zou in dat geval terecht kunnen vragen: Hoe gaat het dan verder met Gods plan voor deze schepping? Hoe gaat het verder met Zijn plan voor de mensheid? Zal alles uiteindelijk vergaan? Eindigt de schepping die in aan het begin ‘zeer goed’ was uiteindelijk in een betekenisloze leegte?
Kosmologische redding
Wat in deze situatie over het hoofd wordt gezien, is de kosmologische betekenis die het werk van Christus voor deze schepping heeft. We kunnen de overwinning die de Here heeft behaald niet losmaken van Gods doel met deze schepping. Christus redde de mens niet om hem buiten de schepping te plaatsen of van de menselijke geschiedenis los te maken. De redding die Hij bracht laat deze geschapen werkelijkheid tot het doel komen dat God er van oorsprong mee had. In Christus vindt de mensheid haar betekenis en vervulling. ‘Wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont’ (2Petr. 3:13).
De eerste christenen realiseerden zich dit en waren overtuigd dat ondanks dat Gods toorn over de wereld zou komen, dat niet het einde van de schepping zou betekenen. Methodius (†311) schreef: ‘Het is niet bevredigend dat het universum uiteindelijk volkomen verwoest zal worden en dat water, land en lucht niet meer bestaan. De hele aarde zal overstroomd worden door vuur uit de hemel en branden met als doel om haar te zuiveren en vernieuwen. Toch zal ze niet volledig ondergaan of verderven (…) God werkt immers niet tevergeefs.’ 2
Het einde waarnaar de gelovigen uitzagen was de overwinning en verheerlijking van Christus in deze schepping. Die overwinning zou tot zijn voltooiing komen met de wederkomst van Christus. Dan zou de Messias in deze geschiedenis ingrijpen, de troon van David ontvangen en het kwaad uiteindelijk verbannen. Bij de eerste komst van Christus markeerden de dood en opstanding het begin hiervan. Er was een nieuwe start gemaakt. Een nieuwe schepping kreeg gestalte. De gelovigen werden wedergeboren en mochten al deel hebben aan het eeuwig leven dat een kenmerk was van eeuwigheid. Ze mochten weten dat ze in de laatste dagen leefden. Het zou nog maar kort duren voor de definitieve droom van God met deze schepping in vervulling zou gaan. Dan zou er opnieuw klinken: ‘het was zeer goed’. Het was vandaar niet verwonderlijk dat deze christenen vurig verlangden naar Christus’ wederkomst. Dan zou de tussenperiode waarin ze zich op dat moment bevonden voorbij zijn.
De voltooiing van Gods droom
De wederkomst van Christus brengt deze schepping tot het doel dat God met haar heeft. Christus zal alles voltooien. Zijn terugkeer is het einde van de wereld - niet in de betekenis van een allesomvattende verwoesting, maar in de betekenis van een allesomvattende voltooiing. Bij Zijn komst zal alles wat God in petto had toen Hij dit universum en de mensheid schiep waarheid worden. Vanuit dit perspectief wordt duidelijk waarom de christenen vooruitzien naar de wederkomst. De gelovigen zijn in dat opzicht net als het militaire leger dat zich in de laatste momenten van haar strijd bevindt. Het beslissende gevecht is gestreden en gewonnen. Men wacht enkel nog op het moment dat er genoten kan worden van de vrede en de vrucht die de overwinning met zich meer heeft gebracht.
Nalaten om te denken aan de wederkomst van Christus is vandaar een groot verlies voor het christelijke leven. Het is een gemis aan inzicht in de kosmologische dimensie die Christus’ werk met zich meedraagt. Ons geloof is meer dan enkel een individuele vreugde. Het maakt deel uit van het grotere geheel van Gods plan met deze schepping. Het maakt deel uit van de fantastische droom die God met Zijn schepping heeft. Het werk van Christus is niet voltooid totdat de hele schepping onder Zijn gezag is gebracht en de menselijke geschiedenis binnen het doel dat God met haar heeft wordt geplaatst. Juist de wederkomst van Christus markeert deze triomfantelijke climax. Hij zal terugkomen om datgene in ontvangst te nemen dat Hem toebehoort. In de tussentijd leven Zijn discipelen in het vooruitzicht van Zijn wederkomst en zullen hun gebeden net als die van de eerste christenen luiden: ‘Kom Here Jezus!' De laatste bazuin kan elke dag gehoord worden en zij klemmen zich vast aan de belofte van de Here ‘Ja, Ik kom spoedig!’ De gemeente die bidt: ‘Kom, Here Jezus!’ ziet uit naar het komen van Eén die reeds aanwezig is en die ze verwacht.
Raymond R. Hausoul
1 Tertullianus, De Spectaculis §30
2 Methodius, From the Discourse on the Resurrection I.7