Vragen - jrg. 79-6/7

ds. Theo Niemeijer • 79 - 2003/04 • Uitgave: 6/7
Vragen

In Jesaja 30:25 wordt gesproken over het vallen van de torens. Is dit een profetische aanwijzing voor de Twin Towers in New York die 11 september 2001 vielen? (H.v.E. te U.)

Antwoord:
In Jesaja 30 gaat het over het herstel van Israël. Er wordt in de Bijbel duidelijk gesproken over een terugkeer van het verdreven Joodse volk naar hun eigen land. Er wordt ook geschreven over een herstel van het verwoeste en vertrapte land, en er wordt ook een geestelijk herstel onder Gods verbondsvolk aangekondigd. Zowel de terugkeer van het Joodse volk, de wederopbouw van het land en het begin van een geestelijk herstel zijn vandaag duidelijk op te merken. Bij het herstel van Israël zullen zich ook veel gebeurtenissen voltrekken bij de volkeren rondom Israël. Er wordt dan ook niet voor niets gezegd, dat we zowel op de vijgenboom (Israël) maar ook op de andere bomen moeten letten (Lucas 21:29).
In Zacharia 12:3 staat: “Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een (lastige S.V.) steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen (beladen S.V.), zullen zich deerlijk verwonden (gewisselijk doorsneden worden S.V.). En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen”.
In de Staten Vertaling wordt gesproken over een “lastige steen”, waarmee volkeren zich zullen “beladen” en dan “gewisselijk doorsneden zullen worden”. Dat Israël vandaag een “lastige steen is”, zal niemand ontgaan. De wereldpolitiek breekt al jaren haar hoofd over het Midden-Oosten probleem. Er zijn landen, die zich met deze lastige steen beladen hebben, letterlijk doormidden gesneden. Denk hierbij alleen maar aan Duitsland dat na de oorlog in twee gedeelten uiteenviel en Amerika dat op 11 september 2001 financieel doorsneden werd en zich vreselijk verwondde. De Bijbel leert ons dat uiteindelijk alle landen zich met deze lastige steen gaan bemoeien en Israël zal dwingen een vredesverdrag met de Palestijnen en de omliggende Arabische volkeren te sluiten. Met de nieuwe Palestijnse premier is dit vredesverdrag weer een stap dichterbij gekomen.
De Bijbel spreekt in Jesaja 28:15 over een “verbond met de dood” dat Israël zal sluiten. In 1 Thessalonicenzen 5:3 schrijft Paulus over “vrede zonder gevaar” die onmiddellijk voorafgaat aan de wederkomst van Christus. Dit vredesverbond zal echter niet standhouden. In Daniël 9:27 wordt over een verbond gesproken dat een (jaar)week (zeven jaar) zal duren, maar een verbond dat voor de Joden zeer zwaar zal zijn. In ditzelfde vers lezen we, dat op de helft van deze zeven jaar het voor Israël onmogelijk gemaakt wordt, zich nog langer aan dit verbond te houden. Daniël vertelt ons dat de antichrist, de ontwerper van dit vredesverdrag, zich in de tempel zal zetten om zich als de enige ware god te laten aanbidden. Voor Israël wordt deze gebeurtenis het moment om met de antichrist te breken, waardoor Israël helemaal geïsoleerd wordt van alle andere volkeren en de resterende drie en half jaar naar de woestijn zal vluchten, waar zij door God verborgen en verzorgd zal worden (Openbaring 12:14). Hosea 2:13 bericht ons: “Daarom zie, Ik zal haar (Israël) lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart… en het dal Achor maken tot een deur van hoop”. In Jesaja 28:18 lezen we: “Dan zal uw verbond met de dood uitgewist worden en uw verdrag met het dodenrijk zal geen stand houden”. U begrijpt het wel… de profetie spreekt voortdurend over het herstel van Israël en alles wat zich rondom dit herstel zal voltrekken.
De torens, waarover Jesaja spreekt, moeten we in de eerste plaats in algemene zin verklaren. De meeste bijbelcommentaren denken hierbij aan de hoogmoed van de mensheid die gebroken zal worden. Dit vinden we gesymboliseerd bij de torenbouw van Babel. Bij de wederkomst van Christus moeten de menselijke torens vallen voor de majesteit Gods.
Natuurlijk zien we in de val van de Twintowers een voorbeeld van het plotseling ineenstorten van menselijke hoogmoed en het betrekkelijke van de economische macht. Er zullen nog heel wat “torens moeten vallen” voor de wereld zich zal buigen voor de majesteit van de God van Israël. Uiteindelijk zal niet Amerika, Europa, noch enig Islamitisch land de wereldmacht uitoefenen maar de Koning in Jeruzalem. Dan wordt Gods koninkrijk op aarde gevestigd. Niet door een aardse supermacht, niet door de kerk, maar door Gods verbond met zijn volk Israël. Dan zal het koningschap voor Israël hersteld zijn, waarnaar de discipelen de Here Jezus vroegen, vlak voor zijn hemelvaart: “Here herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?” (Handelingen 1:6).


Onlangs lazen we dat de val van Jericho, beschreven in Jozua 5 en 6, geen letterlijke weergave is van de geschiedenis. Immers de ommuurde stad was al een paar eeuwen eerder verwoest volgens de archeologische vondsten. Hoe denkt u hierover? (P. F. te W.)

Antwoord:
De Palmstad, zoals Jericho ook wel genoemd werd, heeft een veel bewogen en belangrijke geschiedenis gekend. Jericho was, voor zij in handen van het volk Israël viel, een belangrijke Kanaänitische stad, gelegen in een vruchtbare vlakte met vele bronnen bij de Jordaan. Vele malen werd Jericho verwoest, waarvan de opgravingen van deze “Tell es Sultan” spreken. Een begin aan deze opgravingen werd reeds in 1908 gemaakt door Sellin en Watzinger. Later heeft Garstang hier archeologisch onderzoek gedaan en uiteindelijk hield Kathleen M. Kenyon zich hiermee bezig. Omdat Jericho zo vaak verwoest was en steeds weer opgebouwd werd, heeft men uiteindelijk besloten de Tell (een kale heuvel die zich over de ruïnestad gevormd heeft) als een soort taartpunt aan te snijden en een verticaal onderzoek te doen, waarin de verschillende lagen zichtbaar werden. Dit heeft veel informatie boven water gebracht. Archeologen die met dit, tot op dit ogenblik zeer beperkte, onderzoek willen beweren dat er in de tijd van Jozua geen muur rondom Jericho was, zijn of zeer voorbarig in het trekken van conclusies of vooringenomen in hun bijbelkritiek.
Gelukkig is er ook een toenemend aantal archeologen die juist door hun onderzoek de bijbelse geschiedenis bevestigen. Zo hebben opgravingen in Ur, maar ook in Egypte de bijbelse geschiedenis bevestigd. Niet dat we deze bevestigingen nodig hebben en daarmee Gods onfeilbare en gezaghebbende Woord moeten verdedigen. Inderdaad kunnen we in Hebreeën 11:30 lezen: “Door het geloof zijn de muren van Jericho neergestort, nadat het volk er zeven dagen lang omheen getrokken was”. Het was niet de kracht van de mensen zelf, maar Gods kracht, waardoor de muren van Jericho vielen. Het gaat hier niet om geestelijke muren, maar om daadwerkelijke, stoffelijke muren, waarop het huis van Rachab stond, waar poorten inzaten die geopend en gesloten konden worden. Zo geloven we dat Gods Woord voor 100% overeenstemt met de ware archeologie. We weten allemaal dat de archeologie een wetenschap is, die net zoals alle wetenschappen in ontwikkeling is. Iedere keer worden weer nieuwe zaken ontdekt, die een eerdere theorie onderuit halen. Laten we ons toch in ootmoed buigen voor de onfeilbaarheid van Gods Woord, ook al probeert de wetenschap de Bijbel tegen te spreken. De Bijbel blijft onveranderlijk… de wetenschap ontwikkelt zich, hopelijk steeds meer tot volwassenheid.

ds. Theo Niemeijer