Vragen - jrg. 80-15 - Gods handelen met de Gemeente, Israël en de volken

ds. Theo Niemeijer • 80 - 2004/05 • Uitgave: 15
Vragen

Gods handelen met de Gemeente, Israël en de volken




In ons dorp bestaat een christelijke groep die leert dat de doop en het avondmaal niet voor ons bedoeld is. Ook is de "opname van de gemeente" een verzinsel van Het Zoeklicht. Het lijkt wel of zij over een geheel andere Bijbel beschikken. Hun leer staat zo haaks op de ons bekende uitleg van de Bijbel. Wat vindt u hiervan? (G. S. te R.)



Antwoord:

Deze gedachten komen voort uit de Ultra Bedelingenleer en werd ook al in de zestiger jaren van de vorige eeuw in Nederland verkondigd. Men gaat er hierbij vanuit dat alleen de brieven, die Paulus vanuit zijn gevangenschap geschreven heeft, voor de gemeente bestemd zijn… de rest zou voor Israël bedoeld zijn. Zij gaan dan ook uit van een Joodse gemeente, waarover bijna het gehele boek Handelingen gaat en de Heidense gemeente, waartoe wij dan behoren. Nu leren zij, dat doop en avondmaal inzettingen zijn voor de joodse gemeente, als een vervolg en vervulling van het oude verbond dat God met Israël gesloten had.

Het Nieuwe Testament geeft echter in het geheel geen aanleiding te geloven dat er sprake is van twee gemeenten. Paulus leert ons in Efeziërs 2:14-17 dat zowel de gelovige Joden als de gelovige heidenen tot één nieuwe mens, de gemeente, samengevoegd zijn. De Here Jezus zegt dan ook in Mattheüs 16:18 "Ik zal mijn gemeente bouwen". Hij heeft het niet over een Joodse - en een heidense gemeente, maar over één gemeente. In Johannes 10:16 spreekt de Here Jezus over de schapen van een andere stal (de heidenen) die Hij ook zal leiden zodat het "één kudde en één Herder zal worden".

De opdracht om te dopen en het avondmaal regelmatig te vieren heeft de Here Jezus duidelijk aan de gemeente gegeven. In Handelingen 2:41-42 lezen we dan ook dat de gelovigen het Woord aanvaarden, zich lieten dopen en …volhardden in het breken van het brood.

In 1 Corinthërs 11:23-26 zien we op welke manier Paulus de opdracht om het avondmaal te vieren aan de gemeente in Corinthiërs doorgeeft.

De aanhangers van deze Ultra Bedelingenleer beweren met hun leer "het Woord recht te snijden", maar in wezen "versnijden" ze het Woord tot onbegrijpelijke snippers dat het geloof bij velen afbreekt.

Vele artikelen in Het Zoeklicht hebben ons laten zien, welk een heerlijke, Bijbelse verwachting er voor de gemeente weggelegd is. De Opname van de Gemeente was de blijde verwachting van de gemeente aller tijden. De vroegere kerkvaders, de reformators en vele anderen hebben in hun tijd reeds over de opname der gemeente geschreven. De Bijbelse bedelingenleer onderscheid Gods plan met zijn volk Israël, Gods plan met de gemeente en Gods plan met de volkeren. Voor de Gemeente komt Christus als de hemelse Bruidegom, het Hoofd van het lichaam, om haar tot zich te nemen, zodat we voor altijd bij Hem mogen zijn.

Voor Israël komt Christus als de Koning der Joden om met alle vijanden van Israël af te rekenen en zijn koninkrijk hier op aarde te vestigen. Nergens kunnen we in de Bijbel lezen, dat Christus de koning van de kerk is, maar wel de koning van Israël. Hij komt niet terug om over de kerk te regeren, nee, de Bijbel leert ons, dat de Gemeente met Christus zal wederkomen om met Hem te regeren. Tijdens de periode van het Messiaanse rijk, waarin zijn volk Israël een belangrijke rol zal spelen, komt Hij ook tot zijn doel met de volkeren. Het Evangelie zal dan wereldwijd verkondigd worden en de volkeren zullen Hem dienen. Heel belangrijk is het om het onderscheid te kennen tussen Gods handelen met de Gemeente, Israël en de volkeren. Het Zoeklicht probeert u daarbij te helpen.

Van harte kan ik u het boekje "De ultrabedelingenleer in het licht van de Bijbel" aanbevelen. Dit boekje is bij Het Zoeklicht te bestellen.





Functioneren de gaven van de Geest ook nu nog allemaal of zijn sommige gaven na de apostolische tijd verdwenen? Ontving men de gaven van de Heilige Geest alleen door handoplegging of is dat nu nog steeds mogelijk? Hoe komt het dat er gemeenten zijn, waar deze gaven nog wel allemaal functioneren terwijl deze gaven in andere gemeenten weer helemaal niet voor komen? (D. v.d. V. en S uit België)



Antwoord:

Toen de Here Jezus zijn werk op aarde begon werd zijn werk bevestigd door de tekenen en wonderen. Ondanks de vele tekenen en wonderen die Hij deed, werd Hij door Zijn volk toch verworpen. Deze tekenen en wonderen hadden eigenlijk een tweevoudig doel: ten eerste als bekrachtiging van de evangelieverkondiging en ten tweede als aankondiging van het koninkrijk der hemelen. Net zoals Mozes tot Gods volk gezonden werd met een aantal tekenen (staf/slang, hand/melaats) om Gods volk te bevrijden van de Egyptenaren, zo kwam de Here Jezus ook met tekenen en wonderen om zijn volk te bevrijden. Paulus schrijft dan ook later in 1 Korinthiërs 1:22 "De Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, maar wij prediken een gekruisigde Christus". De Here Jezus Zelf zei hierover: "Een boos en overspelig geslacht verlangt tekenen…" (Mattheüs 12:39 en 16:4). Het boek Handelingen eindigt dan ook heel opmerkelijk, met en aanhaling uit Jesaja 6:9-10: "Ga heen tot dit volk en zeg: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen en met hun hart niet verstaan en zij zich bekeren en Ik hen zou genezen. Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan de heidenen gezonden is; die zullen het horen!" De verkondiging aan het Joodse volk was een verkondiging van horen en zien, maar wanneer het gaat om de verkondiging aan de heidenen (niet Joden) dan wordt alleen nog maar gesproken over horen en ontbreekt heel duidelijk het zien! Vandaar dat Paulus dan ook later in Romeinen 10:17 "zo is dan het geloof uit het horen en het horen door het Woord van God".

Verder had de boodschap met tekenen en wonderen te maken met de aard van de boodschap. Zowel Mozes als de Here Jezus brachten een boodschap van bevrijding en heerschappij van God op aarde. In de evangeliën ging het om het koninkrijk der hemelen, het Messiaanse rijk dat dichtbij gekomen was. De Koning was inmiddels op aarde en daarmee was het koninkrijk nabij gekomen. Tijdens dit koninkrijk zou Israël genezen worden van al haar krankheden. Het gaat dan ook in deze prediking met name om een boodschap voor Israël: "Wijkt niet af op een weg naar heidenen, gaat geen stad der Samaritanen binnen; begeeft u liever tot de verloren schapen van het huis Israëls" De Here Jezus werd als Koning tot zijn volk gezonden om uiteindelijk het koningschap voor Israël te herstellen. Zoals Mozes twaalf verspieders uitzond om het land te verkennen, zo zond de Here Jezus zijn twaalf Apostelen uit met de boodschap: Gaat en predikt en zegt: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft bozen geesten uit…" (Mattheüs 10:5-8) Met dit koninkrijk der hemelen wordt het koninkrijk bedoeld dat reeds door Daniël aangekondigd werd, volgend op het Romeinse rijk: De Heerschappij van de Messias op aarde, vanaf de troon van David te Jeruzalem. In al deze genezingen wordt reeds een voorproefje, aankondiging gegeven, van dit Messiaanse rijk, waarin de schepping, voor een groot deel, van de macht der zonde hersteld zal zijn zodat er geen ziekten meer zullen zijn.

Wij weten echter, dat met de verwerping van de Koning der Joden ook het koninkrijk (nog) niet gekomen is. Ik heb bewust geschreven nog niet! Bij de wederkomst van Christus zal de belofte van zijn koninkrijk op aarde alsnog vervuld worden. Helaas hebben vele christenen deze belofte eenvoudigweg over het hoofd gezien en geloven, dat de Here Jezus door de kerk zijn koninkrijk op aarde zal vestigen. Terwijl nergens in de Bijbel geleerd wordt, dat de Here Jezus de Koning van de Kerk is, wordt door vele kerken Christus als de koning der kerk gezien. De kerk heeft hiermee Israël onterft van zijn toekomende positie als "Hoofd der Volken", van waaruit Hij zijn Messiaans rijk op zal richten. Het zijn dan ook met name die kerken en gemeenten die het onderscheid tussen Gods plan met zijn verbondsvolk Israël en zijn plan met de kerk niet kennen, die zich met de verkondiging van het koninkrijk bezighouden met de daarbij behorende tekenen en wonderen.

Hiermee willen we niets van de almacht Gods afdoen. In zijn soevereiniteit kan Hij, net zoals in het Oude Testament wonderbaarlijk ingrijpen, maar dan niet op de manier, waarop die vaak geclaimd wordt tijdens bepaalde samenkomsten.



ds. Theo Niemeijer