Vragen - jrg. 80-25

ds. Theo Niemeijer • 80 - 2004/05 • Uitgave: 25
Vragen



In nummer 23 reageerde ik al op een vraag van P. de J. te M. Ik wil nu nog wat uitgebreider ingaan op de vraag die gesteld werd. De vraagsteller had grote problemen met de antwoorden, die door Rick Warren gegeven werden in hoofdstuk 2 “U bent hier niet toevallig”. Kun je niet toevallig op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn? Zou god, de “veroorzaker” van dit leed, ook onze Trooster daarbij zijn? God heeft ons toch niet als robots gemaakt? Indringende vragen tegen de achtergrond van het verongelukken van een zoon. Wat zegt God woord over dergelijke dingen?



Antwoord:

We hebben hier met een heel moeilijk onderwerp te maken waar je niet zomaar kort een antwoord op kunt geven. Ik geloof, dat er op deze wereld veel gebeurt, wat niet naar Gods wil is. Sinds de zondeval is de aarde in de macht van satan gekomen en wordt vanaf dit moment dan ook door hem geregeerd. De duivel is een mensenmoordenaar, lezen we in Johannes 8:44…God niet! Door de Here Jezus wordt hij de "overste van der wereld" genoemd. Het zijn de wereldbeheersers dezer duisternis, waartegen wij te worstelen hebben, zegt Paulus en dan heeft hij het over de satanische machten.

Een heel mooi voorbeeld vinden we in Mattheüs 2:13-23 waar we over drie gebeurtenissen kunnen lezen. Allereerst over de vlucht van Jozef, Maria en het kind Jezus naar Egypte: "Opdat vervuld zou worden hetgeen door de profeet (Hosea) gesproken is". Het gedeelte eindigt met de mededeling, dat Jozef, Maria en Jezus in Nazareth gingen wonen: "Opdat in vervulling zou gaan hetgeen door de profeet gesproken werd…" Twee keer vinden we in dit gedeelte een gebeurtenis, die niet toevallig was, maar door God gepland was. De middelste gebeurtenis, de kindermoord te Bethlehem, krijgt echter een andere "lading". Hierbij staat: "Toen werd vervuld, het woord gesproken door de profeet Jeremia…" Hier staat niet "opdat in vervulling zou gaan", met ander woorden dit was Gods plan, nee er staat "toen werd vervuld". Dit laatste is heel anders. Het was niet Gods plan dat al deze kinderen onschuldig afgeslacht werden. God wist wel dat het zou gebeuren, want Hij overziet alle tijden, zowel naar het verleden, alsook naar de toekomst. Hij had Jeremia al van tevoren over deze vreselijke daad van Herodes laten schrijven. Dit wil nog niet zeggen, dat God het zo gepland had, maar wel, dat Hij het van te voren wist.

Natuurlijk hebben we hier te maken met een heel moeilijk onderwerp. Maar wat is het belangrijk om in deze wereld heel dicht bij de Here te blijven, want Hij kent ons leven en weet ook wat we in de toekomst, die hij nu al overziet, nodig hebben.

Ziet de almachtige God dan werkeloos toe en laat Hij het allemaal maar gebeuren, zonder in te grijpen? Uit de geschiedenis van Job weten we, dat God de bewegingsvrijheid van satan bepaald heeft: tot hiertoe en niet verder! Uiteindelijk mogen we dan toch ook altijd weten, dat we niet zomaar overgeleverd zijn aan een willekeurig lot, maar dat Hij ten slotte overal boven staat. Soms kan Hij dan ook hele vreselijke voorvallen een positieve wending in ons leven geven. Soms merken we dit reeds in ons aardse leven, soms ook niet en zullen we het na ons aardse leven pas beseffen. Wees er in ieder geval zeker van, dat God ons niet als robots geschapen heeft. Hij heeft ons een vrije wil gegeven met een eigen verantwoordelijkheid om beslissingen te nemen. Voor ons is het dan ook niet te begrijpen, dat Hij van te voren weet, welke beslissingen we zullen nemen. Hij staat boven onze tijd en ons heden en overziet vanuit zijn hemelse positie reeds onze toekomst.





Van de uitvaartdienst van Prins Bernhard waarin Ds. Carel ter Linden voorging, heb ik echt genoten. Toen ik later dezelfde predikant echter hoorde op de radio bij "Schepper & Co" wist ik niet wat ik hoorde, het leek wel iemand anders. Volgens ter Linden zou God geen bestaande werkelijkheid zijn en bidden praten met jezelf zijn. Wat vindt u van deze "wisseling"?



Antwoord:

We zien steeds meer, dat in het christelijk geloof nog wel dezelfde woorden gebruikt worden maar aan deze woorden een geheel andere betekenis gegeven wordt. Zo heb ik eens een predikant horen zeggen, dat de opstanding niet te maken heeft met leven uit de dood, maar veel meer met verantwoordelijk opstaan als we onrecht om ons heen zien… dus opkomen voor het onrecht en niet blijven zitten. Zo krijgen Bijbelse woorden en lessen een steeds meer humanistisch ingevulde betekenis. De moderne, liberale theologie heeft allang afstand genomen van een persoonlijke God en Vader. Voor hen is er geen God in de hemel en een duivel voor de hel. Het Oosters holistisch denken heeft de mens tot onderdeel van God gemaakt en beweert uiteindelijk dat wij zelf God zijn. We hebben geen verlossing in Christus meer nodig. We zullen ons zelf moeten ontdekken om verlost te worden. We moeten daarom niet met God praten - want die is er niet – we zullen met ons zelf in gesprek moeten komen om uiteindelijk verlost te worden.

Dit denken heeft vele theologen beïnvloed, zodat er nog maar zo weinig over een persoonlijke relatie met onze hemelse Vader gesproken wordt. Het is de geest van het antichristelijke denken, dat de wereld voorbereidt voor de mens der wetteloosheid, waarin geen God meer geduld zal worden en de mens centraal zal staan in de wereldverlossing.





In Openbaring 13 lezen we over de antichrist en de valse profeet die iedereen op aarde zullen dwingen het getal 666 op het voorhoofd of op de rechterhand te dragen. Iedereen die op aarde woont zal het beest aanbidden. Het is een vreselijk hoofdstuk en ik vraag me af, hoe we dit ooit als christenen kunnen overleven? Hij zal ons toch niet boven vermogen verzoeken? (J. v.d. Z. te?)



Antwoord:

In Openbaring 3:10 lezen we dat Hij ons juist wil bewaren voor de ure der verzoeking die over de gehele wereld zal komen. Als gemeente worden we voor deze vreselijk periode weggenomen. De antichrist zal zich pas dan kunnen openbaren, wanneer de "wederhouder", de gemeente weggenomen is. (2 Thessalonicenzen 2:3-8) Het allereerste wat we elk ogenblik mogen verwachten is de opname van de gemeente, waarbij de gehele gemeente, zowel zij die reeds gestorven zijn, als ook de nog levenden op aarde, de Here in een oogwenk tegemoet zal gaan om voor altijd bij Hem te zijn. (1
Thessalonicenzen 4:13-18) Direct daarna begint de grote verdrukking, waarover Openbaring 13 gaat. Het is een vreselijke tijd voor hen, die na de opname van de gemeente op aarde achterblijven. Aan het einde van deze zevenjarige verdrukking komt Israël tot bekering en zal dit volk als vanouds hun God aanroepen, waarop Hij zal antwoorden door het zenden van de Messias. Op dat moment komt Christus zichtbaar op aarde terug, samen met zijn gemeente, die Hem zal vergezellen bij zijn Parousia (triomfantelijke intocht) op aarde. Dan zal de Here Jezus zijn koningschap aanvaarden en zich op de troon van David zetten om, samen met de gemeente, over de gehele aarde te heersen.

Deze heerschappij zal duizend jaar duren, waarna de aarde zal vergaan en er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geschapen zullen worden en alle dingen nieuw zullen zijn.

De grote verdrukking, waarover Openbaring 13 handelt is dus een klein gedeelte van het totale toekomstplan, dat God met deze wereld uit gaat voeren. Heel belangrijk is het te weten, in wel tijdsbestek dit plaatst vindt en met welk doel. Als gemeente passen we niet in deze periode en zijn dan, zoals gezegd, reeds bij de Here.



ds. Theo Niemeijer