Vragen - jrg. 81-01

ds. Theo Niemeijer • 81 - 2005/06 • Uitgave: 1
Vragen



Is elke Bijbelvertaling een goede vertaling? (J. B. te L.)



Antwoord:

Het vertalen van de Bijbel is een werk, dat zonder Gods Geest onmogelijk is. We weten dat de Bijbel door Gods Geest geïnspireerd is en dat we de Bijbel ook alleen door Gods Geest kunnen begrijpen. (2 Timotheüs 3:16 S.V. en 1 Corinthiërs 2:13-16) Bij het vertalen van de Bijbel gaat het lang niet altijd om een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke taal. Vooral vele gedeelten vanuit de Hebreeuwse taal zijn onmogelijk letterlijk te vertalen. We zouden dan een onleesbare Bijbel krijgen. Er zijn gedeelten die letterlijk vertaalbaar zijn, maar daarnaast zijn er ook vele gedeelten die alleen met interpretatie te vertalen zijn. Bij het laatste kan het tekstgedeelte onmogelijk letterlijk vertaald worden en moet de vertaler afgaan op de samenhang van het geheel waarin een tekstgedeelte staat en zo het vertaalde in het geheel inpassen. Zo hebben we dus te maken met een letterlijke – en een onvermijdelijke interpretatieve vertaling van de grondtekst.



Dit geeft dan ook tevens aan, welke gevaren achter een vertaling kunnen schuilen. Zo kan men al gauw een vertaling tot stand brengen, zoals de “Wereldvertaling” van het Wachttorengenootschap, waarin hun leer duidelijk naar voren komt. Wanneer liberale theologen met een Bijbelvertaling bezig zijn, kan dit resulteren in een liberale Bijbel, waarin liberale standpunten bevestigd worden. Dit is de reden dat ik geloof, dat een belangrijke voorwaarde voor de totstandkoming van een juiste Bijbelvertaling de wedergeboorte van de vertalers is, die dan ook door Gods Geest geleid hun onderzoek en vertaalwerk doen.

In dit kader wil ik u er op wijzen dat “Het Boek” geen vertaling van de Bijbel is. Mensen die alleen “Het Boek” lezen gebruiken dus niet de Bijbel zelf, maar een “verwoording” van de Bijbel.



Ik raad u dan ook aan om nooit af te gaan op één vertaling. Een zeer betrouwbare vertaling is de Staten Vertaling. Soms wat moeilijk te begrijpen, maar mag het begrijpen van de Bijbel ons nog wel enige moeite kosten, of moet het allemaal een “ hap-slik-weg” gebeuren worden?



Tot slot nog een paar opmerkingen over de Nieuwe Bijbel Vertaling. Deze vertaling is zeker niet tot stand gekomen door alleen maar wedergeboren theologen. Dit wordt met name duidelijk door de inleidingen van de verschillende Bijbelboeken. Ook feministische en liberale theologen hebben meegewerkt aan de totstandkoming van deze vertaling. De vertaling van Genesis 3:15, de eerste Messiaanse belofte, is een bewuste misser. In de Hebreeuwse tekst wordt de Messias hier heel duidelijk als mannelijk, enkelvoud beloofd: “Hij zal u (de slang) de kop vermorzelen”, terwijl de N.B.V. bewust tegen de Hebreeuwse letterlijke tekst gekozen heeft voor de
meervoudsvorm: “zij (het nageslacht van de vrouw) verbrijzelen je kop”. Van verschillende kanten werden de vertalers, voor de uitgave van deze Bijbel, er op gewezen dat ze met deze vertaling de letterlijk Hebreeuwse tekst geweld aan doen, maar ze lieten zich helaas niet gezeggen! Zo heeft de N.B.G.-vertaling een misser in 2 Timotheüs 3:16. Vergelijkt u deze tekst maar eens met de Staten Vertaling en u zult ontdekken dat de liberale theologie in de N.B.G.-vertaling van dit vers te vinden is. Samenvattend moeten we concluderen dat er geen volmaakte vertaling is en dat het aan te bevelen is, verschillende vertalingen te gebruiken.



Ds. Theo Niemeijer