Vragen - jrg. 81-02

ds. Theo Niemeijer • 81 - 2005/06 • Uitgave: 2
Vragen



Mag ik u een vraag stellen over de gelijkenis van de “verloren zoon”? De Vader en de verloren zoon is mij duidelijk, maar de tweede zoon kan ik niet plaatsen. Past die ook in deze verklaring? (M. B.)



Antwoord:

In Lucas 15 vertelt de Here Jezus ons drie gelijkenissen die met elkaar te maken hebben. Het gaat hier om de gelijkenissen van “het verloren schaap”, de “verloren schelling” en de “verloren zoon”. In alle drie wordt over de blijdschap gesproken bij het terugvinden van dat wat verloren was. In de laatste gelijkenis gaat het niet om een dom schaap of een dood stukje metaal, maar om een weldenkend mens. In de eerste twee gelijkenissen wordt actief naar het verlorene gezocht, terwijl in de derde gelijkenis de vader zwijgend toekijkt hoe zijn zoon hem verlaat en hij met een verlangend hart naar zijn weggelopen zoon, achterblijft.

Vooral in dit laatste verhaal komt het doel van deze drie gelijkenissen duidelijk naar voren. We kunnen hierover lezen aan het begin van dit hoofdstuk. We lezen namelijk in vers 2: “De farizeeërs en de schriftgeleerden morden en spraken: Deze ontvangt zondaars en eet met hen”. Zowel de tollenaren en zondaars, als de farizeeërs en de schriftgeleerden waren zonen van dezelfde vader. De tollenaren en zondaars worden in deze laatste gelijkenis met de verloren zoon vergeleken. De Here Jezus had hen weer teruggevonden en ze waren als verloren zonen tot hun Vader teruggekeerd. Het slavenkleed werd vervangen door “het beste kleed”, een ring werd hem om zijn vinger geschoven en zijn voeten werden opnieuw geschoeid. Hiermee wordt duidelijk, dat de verloren zoon weer volledig als zoon van de vader aanvaard werd. De oudste zoon was hierbij de grote afwezige. Het ging allemaal aan hem voorbij en toen hij thuiskwam deelde een knecht hem mede waarom er zo’n geweldig feest gevierd werd. We lezen van hem, dat hij boos werd en niet naar binnen wilde gaan. In het gesprek met zijn vader wordt hem uitgelegd, dat “zijn broeder” (vs. 27) thuisgekomen is, maar hij wilde niets met deze broeder te maken hebben en noemde hem zelfs “die zoon van u”. (vs. 30) Hoe teder reageert zijn vader op zijn verontwaardigde zoon en zegt: “Mijn kind, gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe”. In deze verontwaardigde broer mogen we dus de farizeeërs en schriftgeleerden zien, die afstand genomen hebben van de bekering van hun verloren broeders. De gelijkenis eindigt met een open einde. God is nog niet klaar met Israël… op zijn tijd komt Hij zeker tot zijn doel met dit rebellerende volk!



Kunt u iets over communicatiemiddelen vertellen in de tijd van het Oude Testament? Hoe sprak Mozes bijvoorbeeld tot een volk van ruim een miljoen mensen en hoe werd een boodschap aan andere volkeren doorgegeven? (R. B. )



Antwoord:

Als Mozes tot het volk sprak gaf Hij meestal de boodschap door aan de oudsten van het volk. Er waren familiehoofden die aan hun familieleden de boodschap door dienden te geven. Soms werd het gehele volk vergaderd, maar dan ook werd door bemiddeling van stam- en familieoudsten de boodschap in wijdere kring verspreid.

Signalen gaf men vaak door bazuinen. Soms een signaal, soms één of meerdere stoten. Daarmee werd opgeroepen tot: verzamelen, strijden, feestvieren e.d. Verder is het bekend dat men in die tijd ijlboden had die, of lopend of te paard een boodschap rondbrachten. Ook stond men in contact door rooksignalen die van bergtop tot bergtop ontvangen en doorgegeven werden.



Ds. Theo Niemeijer