Vragen - jrg. 81-23

ds. Theo Niemeijer • 81 - 2005/06 • Uitgave: 23
Vragen


Wie wordt er nu eigenlijk met de morgenster bedoeld? De ene keer gaat het om satan, de andere keer om de Here Jezus. Kunt u voor mij dit probleem oplossen? (Y. B. te J. )



Antwoord:

Lucifer is de oude naam voor de planeet Venus, de morgenster. In Jesaja 14:12 wordt de koning van Babel, (in overdrachtelijke zin ook satan) met de morgenster vergeleken. Omdat de morgenster het einde van de nacht aankondigt en de daaropvolgende zonsopgang, wordt deze ster als een beeld van overwinning gezien. In deze profetie wordt de koning van Babel, die een geweldig overwinnaar was, ter aarde geworpen, zoals ook satan eens vanuit de hemel ter aarde geworpen werd. In Openbaring 22:16 kunnen we echter lezen: “Ik ben de wortel van het geslacht van David, de blinkende morgenster.” De Here Jezus is niet zomaar de morgenster, Hij is de blinkende morgenster die bij zijn wederkomst de nacht zal verdrijven en de eeuwige dag aankondigt. Hij is de grote overwinnaar, niet zoals de koning van Babel voor een korte tijd, maar glansrijk voor eeuwig. Wanneer we ons door het Profetisch Woord laten leiden, zal deze morgenster ook opgaan in onze harten (2 Petrus 1:19) en zullen we zelfs de morgenster ontvangen om als koningen met Christus te regeren. (Openbaring 2:28)



Op het internet staat een site van de “Gemeente van God”. Volgens deze gemeente pretenderen zij alleen de echte waarheid te verkondigen. Alle protestanten, katholieken en moslims zijn vervalste religies. De viering van christelijk feestdagen en de instelling van de zondag zijn volgens hen heidense inzettingen. Zij noemen zichzelf de “eerstelingen” van de gemeente van God. Wat is nu eigenlijk waar? Graag uw antwoord. (B. in’t V. te T.)



Antwoord:

Geloofsgemeenschappen die zich zo exclusief opstellen en daarmee alleen zichzelf verheffen boven alle andere gelovigen zijn daarmee juist zelf sektarisch. De Bijbel leert ons in Colossenzen 2:16-17 “Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is.” Bovengenoemde zaken, zoals feestdagen en zondagsviering, blijken voor deze “Gemeente van God” zo belangrijk te zijn dat ze op grond hiervan alle andere gelovigen verwerpen.

In bovengenoemd bijbelgedeelte gaat het in de eerste plaats om Christus. Geloof in Hem voegt ons bij de wereldwijde gemeente van God, die op de Pinksterdag te Jeruzalem ontstaan is en bij de komst van Christus opgenomen zal worden. Deze gemeente laat zich niet in het keurslijf persen van de “World Wide Church of God”, zoals bovengenoemde kerk zich wereldwijd noemt. De ware gelovigen vinden we in vele kerkgenootschappen met heel veel verschillende namen. Het gaat daarbij alleen om het geloof in de persoon Jezus Christus en het aanvaarden van Gods onfeilbare Woord, de Bijbel.

Geloofsgemeenschappen die naast de Bijbel een boek hebben dat net zo belangrijk als de Bijbel is en naast de Here Jezus ook andere personen vereren zijn sekten, waar we ons ver vandaan dienen te houden. De verleiding neemt hand over hand toe en daarom is het meer dan ooit belangrijk om ons vast te houden aan het gezaghebbende onfeilbare Woord van God.



In hoeverre heeft God met Israël een ander plan dan met de gemeente. In Galaten 3:9, 14 en 29 lezen we, dat ook wij deel hebben gekregen aan de beloften, zegen en het zaad van Abraham. In Efeziërs 2:16 lezen we over het feit, dat we samen met Israël één nieuwe mens geworden zijn en dat de heidenen mede-erfgenamen geworden zijn (3:16) (D. M. te A.)



Antwoord:

Met de gelovigen uit het volk Israël vormen we één gemeente en is de tussenmuur weggebroken. Met hen staan we samen op de edele Olijfboom geënt en hebben we met hen deel gekregen aan de saprijke wortel. Daarnaast hebben we nog altijd het nationale volk Israël dat nog steeds in ongeloof leeft. Dit volk heeft nog steeds niet de Messias aanvaard. Gods plan met dit volk is, dat het bij zijn zichtbare wederkomst op de Olijfberg als compleet volk tot het geloof zal komen. Dan zal het volk in de Here Jezus de Messias herkennen, waarop ze Hem als koning zullen aanvaarden en Hij zich op de troon van David zal zetten om zijn wereldwijd koningschap te aanvaarden. De gemeente zal dan vanuit het hemelse Jeruzalem met Hem regeren, terwijl het volk Israël op aarde zijn koningschap wereldwijd zal verkondigen en vanuit Jeruzalem voor alle mensen het wetsonderricht zal geven.



In Zacharia 13:7 lezen we: “sla die herder, zodat de schapen verstrooid worden.” Wat wordt hier eigenlijk bedoeld. Is de Here Jezus deze herder? Waarom wordt hij dan ook de “nietswaardige herder” (11:17) genoemd? Dat kan de Here Jezus toch niet zijn? (H. N. te W.)



Antwoord:

Israël kwam onder Gods oordeel terecht omdat de herders van Israël alleen maar aan zichzelf dachten en bij gevaar de schapen in de steek lieten. De Here Jezus kwam als de goede Herder. De Here Jezus kwam om de misdaden van alle mensen, ook van de verkeerde herders te dragen. Zo werd de Goede Herder voor ons ook geslagen en moest ook Hij zijn leven voor de schapen geven. In Mattheüs 26:31 betrekt de Here Jezus deze profetie heel duidelijk op Zichzelf. Ook toen de Here Jezus als Herder geslagen werd viel zijn kleine kudde discipelen uiteen. Later heeft Hij ze deze kudden weer om Zich heen verzameld en ging hen voor naar Galilea.



Ds. Theo Niemeijer