Vragen - jrg. 82-02

ds. Theo Niemeijer • 82 - 2006/07 • Uitgave: 2
In Jesaja 3:12 staat: “De tirannen van mijn volk zijn kinderen, en vrouwen overheersen het.” De Nieuwe Bijbelvertaling
heeft “kinderen en vrouwen” helemaal weggelaten
en spreekt alleen over tirannen en woekeraars. Omdat Jesaja een profeet is, bedoelt hij dan juist hiermee niet te zeggen, dat in de eindtijd kinderen en vrouwen een overheersende rol zullen gaan spelen? (M. S. te D.)




Antwoord:

De verschillende vertalingen zijn helaas niet altijd eensluidend. Waarom de NBV “kinderen en vrouwen”
weggelaten heeft is mij niet duidelijk. In de meeste andere vertalingen komen ze wel voor.

De geschiedenis van Israël kunnen we in grote trekken
met de geschiedenis van de gemeente vergelijken.
1 Korintiërs 10:6 leert ons dat de geschiedenis
van Israël ons tot voorbeeld
dient. Zo kunnen we de geschiedenis van Achan uit Jozua 7 naast de geschiedenis van Ananias en Saffira uit Handelingen
5 leggen, waarbij we vele overeenkomsten zullen
ontdekken. In de zeven brieven uit Openbaring 2 en 3 aan de gemeente in Asia vinden we de geschiedenis
van de kerk, die we in velerlei opzicht naast de geschiedenis van Israël kunnen leggen.

Zo zien we ook de periode van Israël onder koning Achab, waar hij niet de dienst uitmaakte maar, als het er op aankwam, Isebel, zijn vrouw! De vrouw Isebel speelde in Israël een uitermate belangrijke rol, waarbij
het gehele volk zich tot de afgoderij van Baäl en de Astarte liet verleiden.



In Openbaring 17:3-7 vinden we Isebel symbolisch terug als de hoer, die zich door het “beest,” het rijk van de antichrist, laat dragen. Het gaat hierbij om de afvallige wereldkerk die zich in de eindtijd met de antichrist zal verbinden.

Als Jesaja over kinderen, als tirannen, spreekt dan heeft hij het duidelijk over de eindtijd. De Here Jezus zegt namelijk over de tijd, die voorafgaat aan zijn wederkomst:
“Kinderen zullen opstaan tegen hun ouders
en hen ter dood brengen” (Marcus 13:12).

We leven in een tijd, waarin ouders veelal geen tijd en kennis meer hebben om hun kinderen met wijsheid
op te voeden. Ze besteden deze taak liever uit aan de professionals, zoals onderwijzer, psycholoog en dominee. Vele jongeren voelen zich aan hun lot overgelaten. Het is bekend, dat meer dan de helft van de leerlingen zonder ontbijt naar school vertrekt, als ze al naar school gaan en na de schooldag ook weer in een huis zonder vader en moeder thuis komen.

Veel ouders dreigen hierdoor hun kinderen kwijt te raken. Ook in de gemeenten zien we dat ouders hun kinderen geestelijk kwijt dreigen te raken. Ze krijgen hun kinderen op zondagmorgen bijna niet meer mee, omdat het zaterdagavond (beter gezegd, zondagmorgen)
te laat werd om de volgende morgen vroeg op te staan om naar een ”muffe” kerkdienst te gaan. Van alles wordt er aan gedaan, om kerkdiensten
op te luisteren. Muziek, drama, zang en een flitsende preek moeten de jongeren binnen
de boot houden. De floormanager zorgt er voor dat alles in goede orde verloopt. Hier kunnen
jongeren dan nog enigszins enthousiast van worden en tronen hun ouders mee naar deze diensten. Ze verlaten
hun vertrouwde, Bijbelgetrouwe,
vaak wat kleinere gemeenten, die niet meer in staat waren om hun jongeren te boeien en sukkelen achter hun kinderen aan naar de kerken die dat wel denken te kunnen. Toch blijkt bij veel jongeren weer heel snel het verzadigingspunt bereikt te zijn en moet er al weer naar iets nieuws gezocht worden, waarbij het uiteindelijk niet meer om de inhoud,
maar steeds meer om de verpakking dreigt te gaan.

De Bijbel roept ouders op om hun geestelijke verantwoordelijkheid
en hun positie weer opnieuw in te nemen om hun kinderen met geestelijk gezag te kunnen
leiden en niet andersom, zich door hun kinderen naar alles en nog wat mee te laten slepen. De Here Jezus waarschuwt ons duidelijk voor deze situatie, voorafgaande aan zijn wederkomst.



Verder legt Jesaja in deze profetie
ook heel duidelijk de vinger op een andere zere plek, de positie
van de vrouw in de gemeente. Zowel onder Gods volk Israël, als ook in de gemeente hebben man en vrouw een unieke positie van God ontvangen. Zo lezen we in de Bijbel over de rol van de man in de tempel- en de priesterdienst, uitsluitend voor de mannen en de voorhof der vrouwen, speciaal voor de vrouwen van Israël. Zo koos de Here Jezus Zelf twaalf mannen uit als zijn apostelen en stelde Paulus mannen als oudsten en diakenen aan in de gemeente en leert daarbij,
dat de vrouw geen gezag uit mag oefenen over de man! (1 Timotheüs
2:12)

Aan de andere kant is het juist binnen
het Christendom, dat de vrouw haar gelijkwaardige positie van God ontvangen heeft. Wel gelijkwaardig, maar verscheiden, zowel lichamelijk
als emotioneel! Man en vrouw hebben van God een verschillende positie en daarbij ook een verschillende
taak gekregen. De Bijbel onderwijst
ons duidelijk wat voor taken
dat zijn en daar zullen we ons aan moeten houden en niet steeds de Bijbelse richtlijnen hierin afdoen als ouderwets, of cultuurgebonden! Met deze opmerkingen ontkrachten we de waarheid van Gods Woord en wensen we ons niet te plaatsen onder het gezag van de Bijbel. Het woordje ‘gezag,’ dat we in de Bijbel tegenkomen heeft niet in de eerste plaats te maken met heerschappij
voeren. Gezag staat ten dienste van de ander! Zo roept Jesaja ons in zijn tijd al op om waakzaam te zijn in de tijd, vlak voor zijn komst. Graag wil ik u oproepen om juist nu, onverkort vast te houden aan het gezag - en de onfeilbaarheid van Gods Woord. “Houdt vast wat gij hebt…opdat niemand uw kroon rove!”