Vragen - jrg. 82-05

ds. Theo Niemeijer • 82 - 2006/07 • Uitgave: 5
In Daniël 12:11 wordt gesproken over 1290 dagen die tussen het staken van het dagelijks offer en de wederkomst van Christus liggen. Er wordt zelfs gesproken over 1335 dagen waarin het volk zal moeten wachten tot het einde. Het gaat hier toch om de tweede helft van de laatste jaarweek
van zeven jaar, dus om drie en een half jaar, oftewel
1260 dagen. Waar komt dan deze afwijkende periode vandaan? M. O. te ?)




ANTWOORD:

In Daniël 9 legt de Here aan Daniël uit, dat er nog een periode van 70 jaarweken (490 jaar) nodig is om met Israël tot zijn doel te komen. Deze jaarweken worden in drie delen verdeeld: De eerste periode: 7 jaarweken (49 jaar) vanaf het moment dat het volk toestemming
verkreeg om vanuit de Babylonische ballingschap terug te keren naar hun eigen land om Jeruzalem weer op te bouwen tot de hogepriester Jozua.
De tweede periode: 62 jaarweken
(434 jaar) vanaf de hogepriester Jozua tot aan het sterven van de Messias. We weten dat deze twee perioden,
samen 483 jaar, met name de stille periode tussen het Oude – en het Nieuwe Testament overbrugt en precies
eindigde bij het sterven van de Here Jezus.

De derde periode, die van 1 jaarweek (7 jaar) laat nog op zich wachten, omdat de Here na de verwerping van de Messias, zijn plan met Israël uitgesteld heeft en eerst met de Gemeente begonnen is. Wanneer de gemeente opgenomen is, gaat de klok voor Israël weer lopen en begint de laatste jaarweek.

Deze laatste jaarweek wordt ook wel de Grote Verdrukking
genoemd, een tijd van benauwdheid waaruit
Israël zal ontkomen. (Daniël 12:1)

Deze periode van zeven jaar wordt in twee perioden van drie en een half jaar verdeeld. De eerste helft, waarin Israël een verbond met de antichrist gesloten zal hebben en van de lang verlangde vrede zal genieten,
de tweede helft, waarin het verbond verbroken is en Israël vervolgd wordt. Deze tweede helft begint, wanneer de tempeldienst door de antichrist verboden
zal worden en hij het heiligdom zal verontreinigen,
waarop hij zichzelf zal verheffen tot god om aanbeden te worden. Dit punt vormt voor Israël het moment om zich los te maken van deze antichrist. Deze dingen gebeuren echter niet op één dag. Er wordt naast al deze gruwelijke zaken ook nog eens een beeld gemaakt, waarmee de antichrist aanbeden wordt. Waarschijnlijk knoopt Daniël deze 30 voorafgaande
voorbereidingsdagen, extra aan deze drie en een half jaar zodat hij niet op 1260 maar op 1290 dagen uitkomt.

Even verderop heeft hij het zelfs over 1335, waarmee
hij nog eens 45 dagen extra aan deze periode toevoegt om, na de vernietiging van de antichrist, de mogelijkheid te creëren om de tempel en het heiligdom te reinigen.



In Lucas 18, na de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter,
staat: “Doch als de Zoon des Mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?” Moeten wij dan veronderstellen,
dat er dan bijna geen gelovigen
meer op aarde zijn? Juist de laatste tijd komen er toch heel veel mensen tot het geloof in bijv. China en Korea? (D. M. te A.)




ANTWOORD:

Het gaat hier niet om het aantal gelovigen, maar om de hoedanigheid van deze gelovigen.
In Romeinen 1:17 citeert
Paulus de profeet Habakuk : “De rechtvaardige zal uit geloof leven.”

Zo worden we niet alleen opgeroepen om tot het geloof
in Christus te komen en daardoor een kind van God te worden, maar ook om daarna vanuit dit geloof te gaan leven. Paulus had, ondanks de vele beproevingen
die hij meemaakte, het geloof behouden…hij bleef uit het geloof leven. Zo lezen we in Hebreeën 11 van de vele geloofshelden die ondanks alles door het geloof bleven leven.

Veel mensen komen vandaag tot het gevoel of ze allerlei
tekenen en wonderen moeten zien omdat geloven
alleen voor hen niet meer voldoende is. De Schrift leert ons echter: Zalig die niet zien maar toch geloven…Wij wandelen in het geloof, niet in aanschouwen...

Hem hebt gij lief zonder Hem gezien te hebben...enz.
Anderen vertrouwen zo zeer op zichzelf dat ze helemaal verleerd hebben wat het nog betekent om vanuit het geloof te leven. Ze vertrouwen alleen nog meer zichzelf…er is niets meer van het levende geloof te vinden.
Weer anderen leven in zonde, waardoor het geloofsleven geen kans meer krijgt om te groeien. Ook bij deze mensen ontbreekt het levende geloof…ze zijn afgevallen
van hun geloofswandel!

Deze onrechtvaardige rechter uit Lucas 18 neemt een stap in het geloof
en meent daarmee een goede beslissing genomen te hebben. En inderdaad, zijn Heer prijst hem om deze geloofsstap.

Geloof is niet passief, maar juist een actieve levenshouding in afhankelijkheid van God.



Als de Here voor de Rechterstoel van Christus onze werken zal gaan beoordelen,
komen onze zonden dan ook weer ter sprake? (H. P. te A.)




ANTWOORD:

Door het bloed van de Here Jezus zijn niet alleen de zonden vergeven,
maar zijn ze ook volledig weggedaan.
Voor de rechterstoel van Christus zullen deze zonden niet opgediept worden. Het gaat dan ook niet om de fouten die we gedaan
hebben, maar om de dingen die we hadden kunnen doen! Dan zal blijken of Hij tot zijn doel in ons leven gekomen is. Het is niet de bedoeling dat we dan met een hele film van ons leven te maken krijgen met al onze zonden waar we met schaamte naar moeten kijken.
Het gaat om de mogelijkheden
die Hij ons gegeven heeft die wij wel of niet benut hebben.