Vragen - jrg. 82-13

ds. Theo Niemeijer • 82 - 2006/07 • Uitgave: 13
In 1 Korintiërs 11:20 staat: “Wanneer gij dan bijeenkomt, is dat niet het eten van de maaltijd des Heren…” In de Statenvertaling wordt over “Des Heren avondmaal” gesproken. Waarom zijn deze vertalingen zo verschillend? Ik heb niet gestudeerd, maar voor mij is de Statenvertaling niet moeilijker te begrijpen dat de Nieuwe vertaling. Waarom zijn al die nieuwe vertalingen nu nodig? (G. G. te W.)



Antwoord:

Zolang de Bijbel bestaat, is ze steeds weer opnieuw vertaald. De eerste vertaling was de Septuaguinta, een vertaling van het Hebreeuwse Oude Testament in het Grieks. Zeventig geleerden hebben tussen 250-150 v. Chr. in Alexandrië aan deze vertaling gewerkt. De Here Jezus heeft, gedurende zijn rondwandeling op aarde, hoofdzakelijk gebruik gemaakt van deze vertaling. Later ontstond de Vulgata, de Latijnse Bijbelvertaling waar aan de kerkvader Hiëronymus zijn leven wijde. In 382 ontving hij van bisschop Damasus hiervoor de opdracht. Eerst had Hiëronymus grote bezwaren om dit werk te doen omdat hij vreesde hiermee een ‘vervalser’ van de Schrift te worden, maar na aandringen is hij uiteindelijk in Rome met het Nieuwe Testament begonnen. In 390 verhuisde hij naar Bethlehem, waar hij met het Oude Testament begon. De schrijfkamer van Hiëronymus kunnen we in Bethlehem nog steeds bezoeken. In 405 was de vertaling van de gehele Bijbel voltooid. Zo werd de Vulgata de algemeen geldende vertaling van de Bijbel tot in de middeleeuwen.

De reformatie leidde uiteindelijk tot de vertaling van de Bijbel in het Engels, Duits, Nederlands, enz. Wycliffe en Luther hebben hierin een doorslaggevende rol in gespeeld. Wat mogen we de Here dankbaar zijn dat er mensen geweest zijn die hun leven opofferde aan de vertaling van de Bijbel, zodat wij de Bijbel in onze eigen taal kunnen lezen. Nog steeds zijn er vele toegewijde broeders en zusters die zich via Wycliffe inzetten om de Bijbel in de taal van vele volkeren te vertalen.

De talen die wereldwijd gesproken worden zijn echter levende talen. Dit betekent dat ze aan verandering onderhevig zijn. Er zijn veel woorden die in de Statenvertaling gebruikt worden, die verouderd zijn en door velen niet meer begrepen worden. Ik denk hier bijvoorbeeld aan een vers uit Psalm 32: “Een muilezel, welks muil men breidelt met toom en gebit.” (vers 9) Het woord ‘breidelt’ is een woord dat in de Nederlandse taal zelden of niet meer wordt gebruikt en langzamerhand volkomen onbekend wordt. Het woord ‘bedwingen’ dat de Nieuwe vertaling hier gebruikt is veel begrijpelijker! Een zin uit Hebreeën 7:18 “Want de vernietiging van het voorgaande gebod geschiedt om deszelfs zwakheids en onprofijtelijkheids wil” is voor de moderne Nederlander niet meer te volgen. De spellingscontrole van mijn computer geeft allemaal “rood” aan! De NBG-vertaling is hierin vele malen duidelijker en daarom ook toegankelijker.

Toch is het heel moeilijk de Bijbel steeds maar weer te vertalen en vol te blijven houden dat we nog steeds met het onveranderlijke Woord van God te maken hebben. Geen enkele vertaling is volmaakt. Als we het over de onfeilbaarheid van Gods Woord hebben, dan zijn we altijd weer aangewezen op de tekst in zijn originele vorm. Toch hebben de Dode Zeerollen onomstotelijk het bewijs geleverd (ook al wordt hierover door Dan Brown erg veel twijfel gezaaid), dat de huidige tekst volmaakt overeenkomt met de tekst die op deze rollen is gevonden (uit de tweede eeuw voor Chr.). God heeft zijn Woord door alle eeuwen heen ongeschonden bewaard en aan de huidige generatie mensen overgeleverd!

Bij vertalingen is het altijd goed om meerdere uitvoeringen te raadplegen. Bijbellezen is niet hetzelfde als een romannetje lezen. Het gaat om studerend en onderzoekend lezen. Soms grijpen christenen uit gemakzucht dan ook te snel naar eenvoudige vertalingen, waarbij ze niet zo diep na hoeven te denken over dat wat ze lezen. Deze ontwikkeling kan tot een oppervlakkig christenleven leiden.

Laten we blij zijn met de huidige Bijbelvertalingen, die de Bijbel voor velen toegankelijker maken. Maar pas alstublieft op voor gemakzucht in het Bijbellezen. Raadpleeg ook altijd andere vertalingen om te ontdekken wat er nu werkelijk bedoeld wordt!

Nog even terugkomend op uw vraag over 1 Korinthiërs 11:20. In het de oorspronkelijke tekst wordt hier niet over het Avondmaal gesproken. We vinden hier alleen de uitdrukking ‘Des Heren maaltijd’. De Staten Vertaling neemt hier dus de vrijheid om de uitdrukking Avondmaal te gebruiken, hetgeen echter niet origineel voorkomt. Dit doet deze vertaling trouwens ook in Openbaring 19:9 waar de geroepenen genodigd worden tot het ‘Avondmaal van de bruiloft des Lams’. Ook hier komt de uitdrukking ‘Avondmaal’ in de oorspronkelijke taal niet voor.
Tenslotte vind ik het mijn plicht u wel te waarschuwen voor vertalingen van de Bijbel die tot stand gekomen zijn door mensen die aan de onfeilbaarheid en het gezag van de Bijbel twijfelen. Deze waarschuwing heeft met name te maken met de wetenschappers die zich bezig gehouden hebben met de totstandkoming van de NBG- en de NBV-vertalingen. Met name deze vertalingen dienen steeds weer op andere vertalingen, zoals de Statenvertaling, geijkt te worden.



Onze voorganger woont samen met een vriendin. De kerkenraad vindt het een privézaak, maar wij hebben het er Bijbels gezien erg moeilijk mee. Wat vind u van deze situatie? (T. d. V. te V.)



Antwoord:

In 1 Petrus 5:1-4 worden herders van de gemeente opgeroepen om als ‘voorbeelden’ de kudde Gods te hoeden. Ongehuwd samenwonen, om welke reden dan ook, noemt de Bijbel hoererij. Een man mag alleen met zijn getrouwde vrouw samenwonen en zo het huwelijk in ere houden. In Efeze 5:22-33 wordt over het huwelijksleven gesproken. Het eindigt met de opdracht: “Laat ieder voor zich zijn eigen vrouw liefhebben.” Dit liefhebben is niet alleen lief vinden of liefkozen, nee liefhebben gaat veel verder. Liefhebben heeft niet in de eerste plaats met gevoel, maar met daden binnen het huwelijk te maken. Liefhebben is samen zijn, voor elkaar zorgen, samen wonen, verantwoordelijkheid voor elkaar dragen, enz. Zo leert Gods Woord ons, dat je als man, je eigen vrouw moet liefhebben. Je kunt alleen van ‘je eigen vrouw’ spreken als er een huwelijk gesloten is. Een voorganger die hierin zijn eigen weg gaat en Gods Woord negeert, is als herder een verkeerd voorbeeld voor de kudde, dat door vele anderen nagevolgd zal worden!



Ds. Theo Niemeijer