Vragen - jrg. 84-11

ds. Theo Niemeijer • 84 - 2008 • Uitgave: 11
Onze plaatselijke PKN wordt momenteel geconfronteerd met de vraag om het huwelijk van twee mensen van hetzelfde geslacht te bevestigen en in te zegenen. Ik heb het hier erg moeilijk mee. Mag dit zo maar in het midden van Gods gemeente plaatsvinden? (G. D. te W.)

Antwoord:
De huidige maatschappij heeft hier duidelijk een andere mening over dan de Bijbel. De maatschappij is aan verandering onderhevig. Het denken van de mens wordt sterk beïnvloed door de media. Aan de andere kant hebben we te maken met het onveranderlijke gezaghebbende Woord van God, waarin de seksuele omgang tussen mensen van hetzelfde geslacht ten zeerste afgewezen wordt. Denk hierbij alleen maar aan de zonde van Sodom en Gomorra en het Bijbelgedeelte van Paulus aan de Romeinen (1:26-27).
In Matteüs 19:4 lezen we hoe de Here Jezus ons leert dat de Schepper hen van den beginne als man en als vrouw geschapen heeft. Alleen een relatie tussen man en vrouw kan voor nageslacht zorgen, leert ons de natuur. Wanneer de mens de band met zijn Schepper kwijt raakt, verliest de mens ook steeds meer zijn eigen identiteit. Dichtbij God wordt een mens wordt pas echt mens, een vrouw pas echt vrouw, een moeder pas echt moeder, een man pas echt man en een vader pas echt vader! Juist in een tijd van Godverduistering en Godverlating nemen de homofiele gevoelens hand over hand toe. Dit is niet zomaar toeval! In het kader van deze vragenrubriek heb ik niet meer ruimte om hier diepgaand op in te gaan. Als de kerk toegeeft om deze relaties voor Gods aangezicht in te zegenen, dan is de kerk hard op weg om de zonden van Sodom en Gomorra in Gods huis te laten inburgeren.


Een aantal nummers terug waarschuwde u ons naar aanleiding van 2 Korinthiërs 6:14-18 voor het aangaan van een relatie met een ongelovige. In het verleden ben ik echter wel, door eenzaamheid gedreven, een ongelijk ‘span’ aangegaan. Diep in mijn hart wist ik dat het verkeerd was, maar heb toch doorgezet. Vaak denk ik dat God Zijn zegenende handen van mij afgetrokken heeft. Hoe moet ik hiermee omgaan. Ik kan toch niet gaan scheiden? (afzender is anoniem)

Antwoord:
Gods Woord wil ons voor foute beslissingen bewaren. David schrijft in Psalm 119:11 ‘Ik berg Uw Woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige.’ In een liefdevolle relatie met onze hemelse Vader kunnen echter ook fouten gemaakt, maar ook weer hersteld worden. Zo leert 1 Johannes 1:9 ons, dat na belijdenis van onze zonden Hij getrouw en rechtvaardig is om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Dit is geen vrijwaring voor ons om maar te doen waar we zin in hebben, zeker niet. De zonden worden volkomen vergeven, waardoor de relatie met God hersteld wordt. De gevolgen echter, kunnen niet altijd weggenomen worden, daar zullen we dus mee moeten leren leven. In Zijn vergeving wil God ons dan wel de genade geven om met de gevolgen van onze zondige wandel te leren leven.
Scheiden zou hierbij dus geen optie zijn. In Zijn genade wil Hij zelfs de ongelovige partner in de gelovige partner heiligen! (1Kor. 7:14) Hiermee wil Gods Woord ons leren, dat Hij zo’n huwelijk net zo wil zegenen als een huwelijk tussen twee gelovige partners.
Nogmaals, dit is geen alibi om als gelovige met een ongelovige een relatie te beginnen, want dit vers gaat over een bestaand huwelijk, waarin één van de partners later tot het geloof komt, terwijl de andere partner ongelovig blijft. Dan zegt Gods Woord, dat de ongelovige in zo’n huwelijk door de gelovige geheiligd is. Met dezelfde genade zal Hij u tegemoet komen, wanneer u uw zonde aan Hem bekend maakt en om vergeving vraagt. Wanneer u er moeite mee heeft om dit alleen te doen, vraag dan eens de oudsten (minimaal 2) van uw gemeente om bij u te komen, spreek het met hen door, belijdt de zonden, laat hen voor u bidden en vraag de Here God zelf persoonlijk om vergeving “zodat op het getuigenis van twee of drie ieder zaak vast sta.”


In het boek Openbaring wordt ons geleerd dat er in Jeruzalem weer een tempel gebouwd zal worden. Gebeurt dit vóór of na de opname van de gemeente? (C. H. te V.)

Antwoord:
Er zijn al heel wat voorbereidingen getroffen voor de bouw van de derde tempel in Jeruzalem. De bouwtekeningen en materialen liggen al klaar, alleen de ‘vergunning’ is er nog niet. De plaats waar de tempel zou moeten komen, wordt momenteel in beslag genomen door de Rotskoepel van de moslims, die het tempelplein in bezit genomen hebben en in de zevende eeuw hun heiligdommen (Al Aksa-moskee) op deze heilige plaats bouwden. De tempel die binnenkort in Jeruzalem gebouwd zal worden, zal echter de tempel zijn van de antichrist en maar een kort bestaansrecht hebben. Misschien wordt het wel een gebedshuis voor alle religies, die de antichrist zal samenvoegen tot één wereldgodsdienst. Het hoeft niet per se dat deze tempel er al staat voor de opname van de gemeente. Zelf ben ik van mening dat we wel de aanloop naar de bouw mee kunnen maken, maar dat de wezenlijke bouw pas plaats zal vinden na de opname van de gemeente. Pas na de zevenjarige Grote Verdrukking, bij de wederkomst van de Here Jezus op aarde, zal de uiteindelijke derde tempel gebouwd worden, de tempel die in heerlijkheid de tempel van Salomo verre zal overtreffen! Over deze tempel handelen de hoofdstukken 40-42 van Ezechiël.

Ds. Theo Niemeijer