Vragen - jrg. 86-01

ds. Theo Niemeijer • 86 - 2010 • Uitgave: 1
Vragen

Komt in de Bijbel het woord Maranatha voor? Waar komt dit woord vandaan en wat is de betekenis hiervan? (R. V. te IJ)

Antwoord:
Het gaat hier om een Aramese uitdrukking die in de Grieks sprekende gemeenten net zo bekend was als de uitdrukkingen: Talita koem (“meisje, sta op”, Marcus 5:41) of Effatha (“word geopend”, Marcus 7:34). Maranatha (1 Korinthiërs 16:22) kan gelezen worden als: ‘Maran atha’ = onze Here is gekomen, of ‘Marana tha’ = Onze Here kom! Beiden zijn natuurlijk waar. We geloven dat de Here al gekomen is, maar geloven ook dat Hij binnenkort weder zal komen. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het in dit gedeelte om de wederkomst van onze Here Jezus Christus. Voor de Griekse gemeenten was het Aramees inmiddels uitgestorven en geen spreektaal meer, maar juist door deze uitdrukking te gebruiken verbond men zich met de verwachting van de eerste christenen uit het verleden.


We lezen in Genesis dat de Here ook Ismaël gezegend heeft. Worden met de nakomelingen van Ismaël de moslims bedoeld? Hoe kan de Here, de God van Israël, hen zegenen, terwijl ze zo’n bedreiging voor de christenen en de wereldvrede zijn? (L. P. te A.)

Antwoord:
In Genesis 16:10-12 lezen we dat de Here aan Ismaël heeft beloofd dat hij zeer talrijk zal worden, maar zich als een wilde ezel zal gedragen en zijn hand tegen allen zal zijn en de hand van allen tegen hem gekeerd zal zijn. Zijn naam betekent: ‘God hoort’, waar later de geschiedenis dan ook over gaat, waarin de Here naar de stem van Ismaël gehoord heeft en hem samen met zijn moeder in de woestijn water te drinken gaf en hen daarmee van de dood redde (Genesis 21:17-21).
Het is bekend dat Ismaël de stamvader van de Noord-Arabische stammen is geworden en niet, zoals sommigen menen, van de Palestijnen. Welke volkeren daar vandaag de dag toe behoren is niet precies bekend. Laat het duidelijk zijn, dat hij niet de stamvader van een godsdienst, zoals de islam, is geworden, maar van verschillende volkeren, waarvan velen zich tot de islam hebben bekeerd.
Er zal echter een moment komen, dat God opnieuw naar de stem van Ismaël zal horen en dat deze uiteindelijk, samen met Israël, de Here, de God van Israël en de Bijbel zal dienen. Leest u hierover maar eens Jesaja 19:23-25, waar we kunnen lezen dat Israël, samen met Egypte en Syrië, de Here zal dienen en voor de wereld tot zegen zal zijn.


Waarom bestaat er zoveel commotie over de ouderdom van de aarde? Voor Genesis 1:1 was de aarde toch al woest en ledig als gevolg van de duivel, die na zijn opstand tegen God op aarde werd geworpen en waardoor de aarde zo verwoest werd? Het lijkt me nogal duidelijk dat de aarde al bestond voor God met Zijn scheppingswerk, zoals in Genesis 1 beschreven, begon. (G. v. E. te L.)

Antwoord:
De theorie van de zogenaamde ‘herschepping’ van de aarde is reeds lang bekend en door velen geaccepteerd en ook door velen bekritiseerd en verworpen. Ik hoor zelf bij de laatste groep.
Sommige van de voorstanders menen in Genesis 1:2 te lezen: De aarde werd (i.p.v. was) woest en ledig en willen daarmee aangeven dat door de val van satan de aarde verwoest werd en God als het ware met ‘onze aarde’ opnieuw begonnen is. Taalkundig is het zeer te betwijfelen of dit woordje ‘was’ zo maar in ‘werd’ te veranderen is? Daarnaast leert de Bijbel ons wel over de ‘wereld van de voortijd’ (2 Petrus 2:5) en de ‘toenmalig wereld’ (2 Petrus 3:6), maar dan gaat het over de wereld van vóór de zondvloed, die in Genesis 1 door God geschapen werd. Verder lezen we over de ‘eerste mens’ in 1 Korinthiërs 15:45-47, waaruit blijkt dat Adam en Eva de eerste mensen zijn die ooit hebben bestaan en er ook geen eerdere mensen geleefd hebben tijdens een andere schepping. Daarnaast lezen we in Openbaring 21:1 dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen zijn want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij gegaan. Deze aarde, waarop wij nu leven wordt door de Bijbel dus duidelijk de eerste aarde genoemd, er is dus geen aarde met leven erop geweest voor Genesis.


Wat is volgens u de uitleg over de Dag des Heren? Is dat de rustdag of de oordeelsdag? (J. S. te D.)

Antwoord:
De Dag des Heren wordt zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament beschreven. We lezen bijvoorbeeld in Jesaja 13:6-9 over de Dag des Heren als een oordeelsdag: ‘De Dag des Heren is nabij; hij komt als een verwoesting van de Almachtige… Zie, de Dag des Heren komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars te verdelgen.’ In het Nieuwe Testament lezen we hier onder andere over in 1 Tessalonicenzen 5:2 ‘gij weet zelf zeer goed, dat de Dag des Heren zó komt, als een dief in de nacht.’ Ook hier wordt deze dag als een onheilspellende dag beschreven, die de ongelovige wereld zal overvallen, maar waarop de gelovigen voorbereid zijn.
We lezen in de Bijbel over drie eschatologische dagen, namelijk de Dag van Christus, het moment waar de gemeente naar uitkijkt en opgenomen wordt (Filippenzen 1:6), waarna de Dag des Heren begin met de grote verdrukking, gevolgd door het Messiaanse Vrederijk, (Openbaring 20), die uiteindelijk afgesloten zal worden met de Dag Gods, waarbij de eerste hemel en aarde vergaan en er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen zijn (2 Petrus 3:12).
Het zou kunnen zijn dat de uitdrukking ‘Dag des Heren’ één keer gebruikt wordt om de eerste dag van de week aan te duiden. We kunnen hierover lezen in Openbaring 1:10, waar Johannes in vervoering van de Geest kwam op de Dag des Heren. Hier wordt gesproken over: ‘de dag, die de Here toebehoort’. Het zou hier over de eerste dag van de week kunnen gaan, de dag waarop de gemeente bijeenkwam en Hij in de Geest met hen verbonden was. Deze uitleg is echter niet helemaal zeker. Verder kan ik niet in de Bijbel terugvinden dat met de Dag des Heren de rustdag bedoeld wordt.

ds. Theo Niemeijer