Vragen - jrg. 86-05

ds. Theo Niemeijer • 86 - 2010 • Uitgave: 5
Vragen

Op mijn Bijbel staat een symbool: een grote letter P, met een dwarsbalk daaraan en met links en rechts aan de dwarsbalk de symbolen van de Alfa en de Omega. Op mijn liedboek staat een zelfde teken, maar dan een P met een X er doorheen. Kunt u mij uitleggen wat deze symbolen betekenen? (H. de J. te M.)

Antwoord:
Het gaat hier om het teken van Pax Christi, een vredesbeweging die, met name door de Roomse kerk, kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht werd. Tegenwoordig is het een internationale oecumenische vredesbeweging. De betekenis van het woord ‘Pax’ is ‘Vrede’. De letterlijke vertaling van Pax Christi is dus ‘Vrede van Christus’. De P staat dus voor Pax, waarbij men gebruik maakt van verschillende kruizen, die in de poot van de letter P verwerkt worden. Zo gebruikt men hiervoor ook de Adreas-X die op uw liedboek staat. In het Pax Christi-symbool op uw Bijbel is voor een gewoon kruis gekozen met daarbij de tekens van de Alfa en de Omega.


Onlangs ontmoette ik iemand die toch niet zeker was van zijn behoud. Hij wees mij op Lucas 9:26, waar staat dat wanneer we ons voor de Here Jezus schamen, Hij zich bij Zijn wederkomst voor ons zal schamen. Wanneer we dus op ons werk, op school, in de trein, te midden van onze vrienden niet voor de Here Jezus uitkomen, zal Hij zich voor ons zal schamen en gaan we toch nog verloren. Hoe denkt u hierover? (K. K. te U.)

Antwoord:
De zekerheid van ons behoud hangt niet af van onze prestaties. Ons geestelijk leven op aarde zal nooit volmaakt zijn en aan díe eis voldoen die goed genoeg is om in de hemel te komen. Sommigen gaan uit van het principe van een aanvullende genade: volbreng de wet zo ver het voor jou mogelijk is en wat voor jou niet lukt, zal God vanuit Zijn genade tot 100% aanvullen. Dus voor een bepaald percentage van het volbrengen van de wet ben je zelf verantwoordelijk en de rest wordt door Zijn genade aangevuld.
De Bijbel leert ons, dat we voor 100% aangewezen zijn op Zijn genade en er zelf niets aan toe kunnen voegen. Mijn meer of minder geestelijk leven heeft geen invloed op mijn behoud, maar wel op mijn beloning. Zo staat er in 1 Johannes 2:28 dat we bij Zijn komst beschaamd kunnen staan, omdat we gedurende dit aardse leven als onveranderde christenen geleefd hebben. Je wordt dan wel behouden, maar, zoals Paulus het in 1 Korinthiërs 3:15 schrijft, ‘als door vuur heen’. De schaamte zal dan vuurrood op je kaken staan, vreselijk om zo de Here Jezus te moeten ontmoeten! Ik denk wel dat christenen in het algemeen hierover te lichtvaardig denken… als je maar behouden bent!
Veel gelovigen hebben niet door wat het betekent om wel behouden te worden, ‘maar als door vuur heen’. Het gaat hier niet om één of ander ‘Vagevuur’, waarin men alsnog voor de hemel gelouterd wordt. Het gaat hier veel meer om de ontmoeting tussen ons en de Here, die we met vrijmoedigheid of met schaamte tegemoet mogen zien. Als gemeente zijn we geroepen om met Hem te heersen. Wat zou het dan vreselijk zijn, wanneer Hij ons helemaal niets kan toevertrouwen omdat we gedurende ons korte aardse leven Hem ontrouw geweest zijn en Hij niet tot Zijn doel in ons leven gekomen is. Hij heeft ons op aarde niet kunnen voorbereiden op de geweldig taak die in de toekomst op ons ligt te wachten!
We lezen in Hebreeën 2:11 dat Hij zich niet schaamt om ons broeders te noemen. Hij schaamt Zich niet voor ons en wij hebben ook geen enkele reden om ons voor Hem te schamen. Paulus schaamt zich voor het Evangelie niet, het is een kracht Gods, tot behoud voor een ieder die gelooft! (Romeinen 1:16)
Nogmaals, niet onze vrijmoedigheid of ons schaamtegevoel zijn bepalend voor onze geloofszekerheid, maar alleen het volbrachte werk op Golgotha. Daar stierf Hij voor al onze zonden en tekortkomingen. De straf die Hij daar onderging voor al onze zonden, zal Hij later niet nog eens op ons verhalen, de schuld is reeds betaald! Nadat Petrus zich voor de Here Jezus schaamde en Hem verloochende, zien we niet een afwijzende houding van de Here Jezus, maar juist een verzoenende houding, waarin Hij er naar verlangde het weer goed te maken met Zijn discipel.

De Bijbel onderwijst ons helder over onze geloofszekerheid:
• Efeziërs 2:8 ‘door genade zijt gij behouden… en dat niet uit uzelf’
• 1 Johannes 5:13 ‘dit heb ik u geschreven… opdat gij weet dat gij eeuwig leven hebt’
• Romeinen 8:38,39 ‘want ik ben verzekerd… dat niemand mij kan scheiden van Gods liefde’
• Johannes 10:28,29 ‘zij zullen voorzeker niet verloren gaan… niemand kan iets roven uit de hand mijns Vaders’

Een groot gevaar is dat je van het geloof in de Here Jezus overschakelt naar het geloof in jezelf! Geloof ik wel genoeg, ben ik wel heilig genoeg, getuig ik wel genoeg van Hem, ga ik wel genoeg naar de kerk, dien ik Hem wel genoeg, enz. Het is goed om over deze dingen na te denken, maar ga hierdoor niet in jezelf geloven! Ons geloof moet zich niet op onszelf en onze prestaties richten, maar op Hem.


Ik hoorde een spreker beweren dat er een periode van veertig jaar ligt tussen het einde van de grote verdrukking en het begin van het Duizendjarig rijk. Klopt dit? (J. D. te A.)

Antwoord:
In de Bijbel bestaat geen enkele aanwijzing over een periode van veertig jaar tussen de grote verdrukking en het Messiaanse rijk. In Matteüs 24:29 lezen we dat ‘terstond na de verdrukking’ de wederkomst van de Here Jezus zal volgen. Bij deze enorme veldslag, waarbij de antichrist zal omkomen en in de poel des vuurs geworpen zal worden, zullen ook vele vijanden van Israël omkomen. In Ezechiël 39:11-16 lezen we wel dat daarna in een periode van zeven maanden het land gereinigd zal worden, maar ook daarbij is geen sprake van veertig jaar. Mijns inziens zal, net zo als Daniël het leert in 2:43-45 het Messiaanse rijk direct het rijk van de antichrist opvolgen, zonder tussenperiode.

ds. Theo Niemeijer