Vragen - jrg. 86-09

ds. Theo Niemeijer • 86 - 2010 • Uitgave: 9
Vragen

Ik heb vier vragen, waar ik graag antwoord op zou willen hebben. (R.@. V.)
1. Waar in de Bijbel staat dat Israël de olijfboom is?


Antwoord:
In Romeinen 11:11-24 wordt de relatie tussen de christenen uit de heidenen en de christenen uit het Joodse volk beschreven en vergeleken met een Olijfboom. De heidenen worden vergeleken met een wilde olijfboom en Israël met een edele olijfboom. Door het ongeloof zijn de ongelovige Joden als takken van de edele olijfboom weggekapt. De gelovige Joden hebben echter door het geloof in de Here Jezus gewoon hun plaats aan de edele olijfboom behouden. De gelovigen uit de heidenen zijn van hun wilde olijfboom los gekapt en ‘tegen hun natuur in’ als wilde loten op de edele olijfboom geënt, naast de natuurlijke (Joodse) takken die zijn blijven staan.
Nu maant Paulus deze onnatuurlijke takken (de christenen uit de heidenen) zich nederig op te stellen ten opzichte van de natuurlijke takken (de christenen uit het Joodse volk). Hij waarschuwt hen zelfs met de woorden dat ook deze onnatuurlijke takken, net zoals de natuurlijke takken, door ongeloof van de edele olijfboom weggekapt kunnen worden! Je zou je kunnen afvragen of dit wegkappen in verband gebracht kan worden met de sluiting van vele kerken als gevolg van de negatieve houding van vele kerken ten opzichte van de positie van Israël? Daarbij dient aangemerkt te worden, dat we als gelovigen uit de heidenen niet ingelijfd worden in Israël, maar in Christus, want niet Israël is de saprijke wortel waar we door het geloof deel aan krijgen, maar Gods belofte, vervuld in Christus. Zo staan de christenen uit de heidenen naast de christenen uit het Joodse volk naast elkaar op dezelfde wortel. En die wortel is Christus!

2. Waar in de Bijbel staat dat Israël de vijgenboom is?

Antwoord:
Er is moeilijk een Bijbelvers te vinden waar Israël concreet een vijgenboom genoemd wordt. Wel vinden we enige aanwijzingen, waaruit blijkt dat Israël met een vijgenboom vergeleken wordt. We vinden deze vergelijking bijvoorbeeld in Lucas 13:6-9 waar we over de onvruchtbare vijgenboom kun lezen en die bedreigt wordt met omhakken. Net voor deze gelijkenis waarschuwt Hij de inwoners van Jeruzalem dat ze om zullen komen als zij zich niet bekeren (vers 4-5). Om dit te onderstrepen vertelt Hij daarop deze gelijkenis om daarmee de situatie van Jeruzalem te illustreren. Zo vinden we ook de gebeurtenis rond de vervloekte vijgenboom in Matteüs 21:18-22. Deze vijgenboom werd ’s morgens op weg naar de tempel door de Here Jezus vervloekt. Aan het einde van diezelfde dag leert de Here Jezus in Matteüs 24:32-35 Zijn discipelen, dat de vijgenboom weer opnieuw zal uitlopen, waarop de Here Jezus doelt op het herstel van Israël. Uit de samenhang blijkt duidelijk dat het hier om Israël gaat. Naast de vergelijking met een olijfboom en een vijgenboom, wordt Israël ook wel met een wijnstok vergeleken (zie Psalm 80:9-12 en Jesaja 5:1-7).

3. Is het huidige Israël wel te vergelijken met het Israël uit het Oude Testament?

Antwoord:
We hebben vandaag nog steeds met hetzelfde Israël te maken. Het Joodse volk bestaat nog steeds uit afstammelingen van Abraham, Isaäk en Jakob. We lezen dat het volk Israel zich niet zal vermengen onder de volkeren, maar haar eigen identiteit door alle eeuwen heen zal bewaren. We lezen ook over Gods weg met Zijn volk dat vanuit de diaspora (verstrooiing) haar weg naar het eigen land terug zal vinden, een wonder dat zich in onze tijd aan het vervullen is. We lezen ook dat het volk eerst in ongeloof in het land zal leven, doch later, door de grote verdrukking heen zich zal bekeren en Gods wedergeboren volk zal worden. Wat God aan het oudtestamentische Israël beloofde, zien we tegenwoordig bij het huidige Israël in vervulling gaan.

4. Israël is toch het 10-stammenrijk? Wat is daar nog van over?

Antwoord:
Israël zal in de eindtijd als 12-stammerijk tot zegen worden voor de gehele wereld. In Ezechiël 37:15-28 lezen we dat Juda (het 2-stammenrijk) en Efraïm (het 10-stammenrijk) weer met elkaar verenigd zullen worden. Nadat deze twee rijken, het Noordrijk en het Zuidrijk, in de tijd van Rehabeam en Jerobeam van elkaar gescheiden werden, zullen deze twee delen van Israël weer herenigd worden. Voor een groot gedeelte zijn de nakomelingen van de tien noordelijke stammen nu al verenigd met de Israëlieten die thans in Israël wonen. Al vanaf het begin voegden vele Israëlieten uit de noordelijke stammen zich al bij Juda, omdat in dat gebied de tempel stond en God aanbeden behoorde te worden. Toch zijn velen uit de tien stammen onder de volkeren verdwenen. Of zij als complete Joodse stammen nog ontdekt zullen worden en wie dat zullen zijn, is helemaal niet zo zeker. Vele ‘wilde’ verhalen doen hierover de ronde. Deze zijn niet altijd even realistisch. Laten we het maar aan de Here overlaten, Die zal er voor zorgen dat geen enkele Jood in de diaspora achter zal blijven, maar dat alleen naar hun land terug zullen keren.


Iemand vertelde mij dat het belijden van zonden niet meer nodig is om vergeving te ontvangen, omdat Hij al onze zonden reeds weggedaan heeft. Ze zijn al vergeven, we mogen er wel voor danken. (H. V. te t.A.)

Antwoord:
We lezen in 1 Petrus 2:24 dat Hij onze zonden in Zijn lichaam aan het hout gebracht heeft en voor onze zonden de straf gedragen heeft. Inderdaad mogen we weten, dat in het offer van Christus de straf voor al onze zonden gedragen is en dat Zijn bloed ons gereinigd heeft van al onze zonden. In onze nieuwe positie zijn we door het offer van de Here Jezus op Golgotha ‘eens voor altijd’ geheiligd (Hebreeën 10:10).
De volkomen reiniging door het volbrachte werk van Christus op Golgotha vormt voor de gelovige de basis van de dagelijkse reiniging door het bloed van het Lam. In 1 Johannes 1:9-10 wordt de gelovige opgeroepen dagelijkse zonden te belijden, om vergeving en reiniging te ontvangen. Inderdaad, we hebben deze vergeving en reiniging reeds ontvangen, maar mogen het ook elke dag weer opnieuw beleven, niet om daarmee behouden te worden, maar om onze gemeenschap met de Here zuiver te houden.

ds. Theo Niemeijer