Vragen - jrg. 86-13

ds. Theo Niemeijer • 86 - 2010 • Uitgave: 13
Vragen

In het Zoeklicht werd onlangs de vraag gesteld over het teken van de P door de X, dat veel voorkomend is op de voorpagina van Bijbels en liedboeken. U verwees naar het teken van Pax Christi, maar heeft dit symbool niet meer te maken met de eerste twee letters van Christus? (H. V. te R.)

Antwoord:
Inderdaad gaat het hier om de eerste twee letters van het Griekse ‘Christus’. Ch is in het Grieks X en wordt de letter chi genoemd. R is in het Grieks P en wordt de letter rho genoemd. Zo vormen de letters chi (X) en rho (P) door elkaar heen de eerste twee letters van het Griekse Christus.


In Johannes 20:23 staat: ‘Wie gij hun zonden kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden; wie gij ze toerekent, die zijn ze toegerekend.’ Wat bedoelt de Here Jezus hiermee? Zijn mensen in staat zonden toe te rekenen en kwijt te schelden? (V. en A. te nw. L.)

Antwoord:
We zien in dit gedeelte dat de Here Jezus voor het eerst na Zijn opstanding aan Zijn apostelen verschijnt. Daarbij geeft Hij hen de opdracht: ‘Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.’ De Here Jezus had Zijn werk op aarde volbracht. Nu moest het voortgezet worden door Zijn apostelen. Net zoals de Here Jezus door de Vader gezonden was om vergeving van zonden te brengen, zo mochten de apostelen nu deze boodschap van vergeving van zonden verkondigen.
De vergeving was aan het kruis tot stand gebracht, nu moest dit goede nieuws nog verkondigd en aangenomen worden. Zo kregen de apostelen de volmacht om vergeving van zonden te brengen. Op grond van het volbrachte werk op Golgotha mochten zij de mensen vergeving van zonden verkondigen en aanbieden, maar ook bij afwijzing van deze boodschap hen de vergeving onthouden. Zo vervulden deze apostelen een belangrijke rol in de vergeving van zonden bij de mensen die ze ontmoetten.
Dit geldt trouwens ook voor u en mij. Onze gehoorzaamheid aan het zendingsbevel van de Here Jezus, ook aan ons, kan bepalend zijn of iemand inderdaad vergeving van zonden ontvangt of niet! Als wij het goede nieuws van vergeving niet doorgeven, wie doet het dan?


In Matteüs 12:40 lezen we dat de Here Jezus drie dagen en drie nachten in het hart der aarde zal verblijven. Wanneer Hij op vrijdagavond gestorven is en op zondagmorgen opgestaan is, dat heeft Hij uiterlijk twee nachten en twee dagen in het graf gelegen. Hoe denkt u hierover? (S. K. te D.)

Antwoord:
Er staat in 1 Korinthiërs 15:3 dat de Here Jezus naar de Schriften gestorven, begraven en opgestaan is. Met andere woorden, het gebeurde precies zoals aangekondigd werd. Bij het sterven van de Here Jezus komen we regelmatig in de Evangeliën de zin tegen: ‘opdat vervuld werd’. Zoals aangekondigd werd Hij door Zijn eigen apostel verraden en verkocht (Zacharia 11:12-13), werd Hij niet gestenigd, maar gekruisigd (Psalm 22:17) en heeft Hij zwijgend geleden (Jesaja 53:7) terwijl om Zijn klederen gedobbeld werd en ze verdeeld werden (Psalm 22:19). Zijn beenderen werden niet gebroken, zoals bij de andere misdadigers (Exodus 12:46), maar Zijn zijde werd met een speer doorstoken (Zacharia 12:10). Daarna werd Hij in het graf van een rijke gelegd (Jesaja 53:9). Het ging allemaal precies zoals in het Oude Testament voorzegd was.
Ook de drie dagen en drie nachten in het graf werden duidelijk aangekondigd door de Here Jezus toen Hij Zijn begrafenis vergeleek met Jona.
Nu vertelt ons de Bijbel dat de Here Jezus net voor het Paasfeest veroordeeld en gekruisigd werd en dat de lichamen van het kruis afgehaald moesten worden voor de ‘Grote Sabbat’ aanbrak (Johannes 19:31). Deze ‘Grote Sabbat’ was niet de zevende dag van de week, maar werd gehouden op de eerste dag van het Paasfeest, voor de Joden het feest van de ongezuurde broden, dat ook met deze speciale feestsabbat begon. Dit betekent dat de Here Jezus niet op vrijdag, de dag voor zaterdag, de wekelijkse sabbat, gestorven is, maar op de dag voor deze speciale feestsabbat, die op elke andere dag van de week kon vallen. Het staat vast dat de Here Jezus op de eerste dag van de week opgestaan is, dus op zondagmorgen. Wanneer we dan terugrekenend uitgaan van drie dagen en drie nachten, dan komen we terecht op woensdagavond, waarop de Here Jezus stierf. Donderdag zal dan de ‘Grote Sabbat’, de feestsabbat, de eerste dag van het Paasfeest geweest zijn. Op vrijdag hebben de vrouwen de specerijen gekocht en klaargemaakt, waarna ze, zoals we kunnen lezen, op de sabbat (zevende dag van de week) naar het gebod rusten, waarop Hij vroeg op de eerste dag van de week het graf verlaten heeft. Op deze manier bestaat er geen enkel probleem om aan de vervulling van Gods Woord te twijfelen. Het is precies gegaan zoals aangekondigd: donderdag, vrijdag en zaterdag was Hij in het graf. Aan het einde van de zaterdag - en deze eindigt bij de avondschemering - heeft Hij het graf verlaten, het wonder van Zijn opstanding dat de volgende morgen vroeg ontdekt werd.


Komt de Here Jezus twee keer op de wolken, de eerste keer voor Zijn gemeente en de tweede keer als Koning om op aarde te gaan regeren? (H. v.d. S. te E.)

Antwoord:
De komst van de Here Jezus voor de gemeente wordt als een ‘geheimenis’ door Paulus aan ons bekend gemaakt: ‘Zie ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen we wij niet ontslapen, maar allen zullen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik…’ (1 Korinthiërs 15:51-52).
In het Oude Testament is er steeds sprake van één komst, de komst van de Messias om het volk Israël te verlossen van het geweld van de volkeren. Er wordt in het Oude Testament dan ook nergens gesproken over de gemeente en Gods plan met dit nieuwe volk. Pas in het Nieuwe Testament, na het volbrachte werk op Golgotha en de uitstorting van de Heilige Geest, ontvouwt de Here Zijn plan met de gemeente. Allereerst aan Petrus die in Joppe het visioen van het laken met de reine en onreine dieren kreeg, waarop de Here hem duidelijk maakte dat de reine dieren (Israël) en de onreine dieren (de heidenen) door de Here geliefd worden. Later gaat de Here dit aan Paulus verder uitleggen en openbaart hem dat de gelovige Joden en de gelovige heidenen samen één nieuw volk vormen en tot één nieuwe mens, één lichaam samengevoegd worden: de gemeente (Efeziërs 2:11-22).
Zoals het ontstaan en het leven van de gemeente nergens in het Oude Testament beschreven wordt, zo ook niet de toekomst. Alleen in het Nieuwe Testament lezen we over dit ‘Geheim’. De gemeente is de ‘Bruid’ van Christus die door haar bruidegom van deze aarde opgehaald wordt voor de Bruiloft des Lams, waarna de Gemeente samen met Christus terug zal komen op aarde om met Hem te regeren (Openbaring 19:6-16). De komst van Christus voor de gemeente zal zich als een ‘geheimenis’ voltrekken. Dan zal Hij niet ‘op de wolken’ komen, maar dan zullen we Hem in een oogwenk tegemoet gaan en onzichtbaar verdwijnen van deze aarde. Pas zeven jaar later, na de grote verdrukking en na de bruiloft des Lams komen we samen met Hem op de wolken terug, waarop Hij Zijn koninkrijk op aarde zal stichten en wij met Hem mee zullen regeren. Dan zullen alle Oudtestamentische profetieën voor Israël in vervulling gaan.

ds. Theo Niemeijer