Vragen - jrg. 86-21

ds. Theo Niemeijer • 86 - 2010 • Uitgave: 21
Vragen

Moet het brood van het Avondmaal ongezuurd zijn? (W. d. R. uit D.)

Antwoord:
Wanneer we als Nieuwtestamentische gemeente het Avondmaal vieren, dienen we ons er van bewust te zijn dat dit niet hetzelfde is als de Paschaviering van het Joodse volk. Het blijkt dat over de Avondmaalsviering veel misverstanden ontstaan zijn. De kerk van Rome beweert dat door de priesterlijke zegen het brood van het Avondmaal daadwerkelijk in het lichaam van Christus verandert, de zogenaamde ‘Transsubstantiatieleer’. Hierdoor krijgt het Avondmaal mysterieuze trekken en wordt de offerdood van Christus telkens weer herhaald. In Hebreeën 10:12 lezen we echter: ‘Deze echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand Gods.’
Daarnaast hebben we te maken met de vragen over: ongezuurd of gezuurd brood en druivensap of wijn? Het Nieuwe Testament geeft ons hier geen duidelijk antwoord op. Vandaar dat het Avondmaal in gemeenten dan soms ook heel verschillend gevierd wordt. Sommige gemeenten drinken de wijn uit persoonlijke, kleine bekertjes, terwijl anderen uitgaan van één gemeenschappelijke beker. Sommige gemeenten snijden van te voren het brood in kleine stukjes, terwijl anderen gemeenten de nadruk leggen op het ene brood, waarvan ieder een stukje kan breken. U begrijpt het wel, het gaat er heel verschillend aan toe. Dit komt omdat het bij de eerste gemeente ook heel verschillend gepraktiseerd werd.
We lezen over het dagelijks breken van het brood aan huis, over de maaltijden die ze met blijdschap en eenvoud hielden, over het breken van het brood van het brood door de Here Jezus bij de Emmaüsgangers en over het breken van het brood van Paulus aan boord van een schip dat dreigde te vergaan.
Van elke broodbreking ging dezelfde tweevoudige boodschap uit: Hij gaf Zijn lichaam voor ons, waaraan we terugdenken en we behoren allemaal tot datzelfde lichaam. Bij het Joodse Pascha lag de nadruk op het ongezuurde brood, brood dat in alle haast gegeten moest worden omdat er geen tijd meer was om het deeg te laten rijzen. Bij het Avondmaal ligt de nadruk veel meer op de symbolische handeling: het breken van het brood, waarin de Here Jezus ons symbolisch Zijn lichaam aanbiedt: “Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis.” Bij de vele keren in het Nieuwe Testament waar sprake is van het breken van het brood, zal zeker niet elke keer ongezuurd brood voorradig geweest zijn. Het ging bij hen niet om de samenstelling, maar om de symboliek van het brood. Ook 1 Korinthiërs 5:6-8 leert ons niet hoe we het Avondmaal dienen te vieren. Paulus heeft het hier niet over de Avondmaalsviering, want dat doet hij pas in hoofdstuk 11:17-34. Hij heeft het in genoemd gedeelde over zonden in de gemeente, waarvan de gemeente gereinigd dient te worden en zegt daarbij dat we in Christus ongezuurd zijn, dus zonder zonden.
Het Nieuwe Testament geeft ons volop de ruimte om als gemeente zelf te bepalen of we Avondmaal vieren met ongezuurd of gezuurd brood, met druivensap of met wijn. Gun elkaar daarin ook de vrijheid!


Wanneer de Here Jezus, bij de laatste (zevende) bazuin Zijn gemeente tot zich zal nemen, zal elk oog Hem zien. Mogen we de schare, gekleed met witte klederen, die uit de grote verdrukking komt, wel de Bruid des Heren noemen? Wordt er wel over twee wederkomsten des Heren in de Bijbel gesproken? Volgens mij hebben we hierbij te maken met inlegkunde. Ook de Heilige Geest zal ons nooit verlaten, ook niet wanneer de Grote Verdrukking over ons komt. (A. v.d. B. te E.)

Antwoord:
De wederkomst des Heren wordt op heel verschillende wijzen verwacht. Velen denken dan direct aan het vergaan van de hemel en de aarde, waarbij de gelovige mensen de nieuwe aarde zullen beërven en de ongelovigen in het eeuwige vuur belanden. Anderen denken dan aan de zichtbare komst van de Here Jezus op aarde, waarbij elk oog Hem zal zien en Hij Zijn koninkrijk hier op aarde zal vestigen. De Bijbel leert ons ook over een geheimenis, waarbij de gemeente plotseling weggenomen zal worden en we in een oogwenk bij Christus zullen zijn. Hierbij is er geen sprake van een zichtbare komst, waarbij iedereen Hem zal zien, maar veel meer van een onzichtbare gebeurtenis, waarbij de Here als Bruidegom Zijn gemeente, de bruid, tot zich zal nemen.
Er is dan ook geen sprake van de zevende bazuin uit Openbaring 12, want dat is een oordeelsbazuin, maar wel van de laatste bazuin, de laatste oproep voor de gemeente. We moeten duidelijk onderscheid maken tussen deze twee bazuinen! Verder is de grote schare die uit de Grote Verdrukking komt, niet gelijk te stellen met de bruidsgemeente. Het Nieuwe Testament maakt ons op verschillende plaatsen duidelijk dat de relatie tussen Christus en de gemeente vergeleken wordt met die van een bruidegom en zijn bruid. De schare uit de grote verdrukking behoort niet tot deze bruidsgemeente.
In Openbaring 20:4 lezen we dat alleen zij, die uit de Grote Verdrukking gekomen zijn, uit de doden opstaan, terwijl de overige doden (de ongelovigen aller tijden) dood blijven. Dit betekent dat de gelovigen die reeds voor de Grote Verdrukking gestorven zijn, op een ander tijdstip uit de dood opgestaan zijn! De gemeente mogen en kunnen we niet vereenzelvigen met de schare uit de Grote Verdrukking. Gods Woord maakt ons op vele plaatsen duidelijk, dat Hij juist de gemeente vóór deze vreselijke tijd, waarin God Zijn oordeel over de aarde brengt en de antichrist zijn schrikbewind zal voeren, weg zal nemen. 2 Tessalonicenzen 2:5-8 maakt ons duidelijk dat de antichrist zich niet kan openbaren zolang de gemeente zich nog op aarde bevindt. Omdat de gemeente de tempel van Gods Geest is, zal met de gemeente ook Gods Geest deze aarde verlaten, waarmee ruimte gemaakt wordt voor de openbaring van de antichrist.
Dit alles heeft niets met inlegkunde te maken, maar met Schrift-met-Schriftvergelijking en een bestudering van de brede lijnen in Gods Woord. Dit heeft ook alles te maken met de dwaling van de kerk waarin de kerk Israël, als eeuwig verbondsvolk van God, verwerpt en zichzelf op de plaats van Israël positioneert. De Bijbel laat ons in Handelingen 15:14-17 zien dat God nu bezig is een volk voor Zijn naam uit de heidenen te verzamelen, waarmee de huidige periode bedoeld wordt waarin de gemeente uit alle volkeren gevormd wordt. Daarna zal Hij wederkeren om de vervallen hut van David weer op te bouwen, waarmee het herstel van Israël aangekondigd is, pas nadat Hij Zijn plannen met de gemeente voltooid heeft! Daarna zal Hij via het herstelde volk Israël de overige mensen, de onbereikte wereld, zegenen.
Wanneer we deze lijnen uit Gods Woord duidelijk vasthouden, dan zullen vele onduidelijke puzzelstukjes voor u in elkaar vallen tot één sluitend geheel.

ds. Theo Niemeijer