Waarden en normen... horen we nog wat?

Feike ter Velde • 83 - 2007 • Uitgave: 18
Waarden en normen…

horen we nog wat?




Het lijkt een beetje stil geworden op het gebied van ‘waarden en normen’. Weten we er toch niet zo goed raad mee? Sinds het verdwijnen van de Bijbel uit het publieke domein en Gods wetten uit het openbare leven, zijn we toch aardig op drift geraakt. Steeds meer wordt er actief gewerkt aan het verwijderen van de laatste brokjes christendom, vooral in het onderwijs. En wat dan…?




Bepaalde figuren in het publieke leven, zoals ons parlement en figuren in het Europarlement, zijn voortdurend bezig de fundamenten van onze, van oorsprong christelijke samenleving, te ondermijnen, verdacht te maken met het doel om ze uiteindelijk te doen verdwijnen. Wat houden we dan over? In een vorige Tijdspiegel schreven we over de kwalijke verdachtmakingen jegens christenen, die geloven in de Schepper en het evolutiegeloof afwijzen. Christenen worden nu al een gevaar(!) voor de democratie genoemd. Dan lijkt de tijd niet ver meer om christenen te verwijderen uit allerlei bestuurlijke lagen in de samenleving. En dat in een tijd waarin twee christelijke partijen samen in het kabinet zitten en onze gewaardeerde minister-president belijdend christen is. Het zwijgen van kerken en christenen, in de politiek en daarbuiten, is onbegrijpelijk en ook wel ergerlijk, maar vooral is het een aanmoediging voor de libertijnen om steeds brutaler te worden in het stellen van hun eisen.



We horen voortdurend allerlei lieden roepen, dat in het onderwijs - en dan vooral het openbare onderwijs - alle religie moet worden vermeden. In Amerika neemt dat bijna ziekelijke vormen aan, maar bij ons soms ook. Wie herinnert zich het debat niet met onze toenmalige minister van Onderwijs, Maria van der Hoeven, over het thema Intelligent Design (ID), dat zegt dat er in de natuur een intelligent ontwerp is te ontwaren. Een en ander werd door wetenschappers vastgelegd in enkele boeken. Dat riekt naar een Schepper en moest daarom te vuur en te zwaard worden bestreden. De minister moest worden gehoord in de Tweede Kamer en mensen als Bert Bakker (D66) gingen ongelofelijk fel te keer. Sindsdien horen we trouwens niets meer van deze man, want hij keerde niet meer terug in de Kamer. Te weinig kiezers! Maar de felheid en de vijandigheid was schrikken. Hoe komt men zó antichristelijk?



Nu de vraag naar waarden en normen en de houding van christenen in het publieke leven. Men wil af van het scheppingsonderwijs en “dat dan nog wel met ons belastinggeld”, klaagt men. Maar met welk recht mag men dan wel het evolutiegeloof presenteren aan onze kinderen. Christenen betalen ook belasting! Dus dat wordt ook gedaan van belastinggeld van christenen. Protest dus! Als het ene geloof niet mag, dan ook het andere niet. Want de wet eist gelijke behandeling voor iedereen. Maar hier raken we een heikel punt. Want de onverdraagzaamheid van de meeste liberalen groeit met de dag, in ons land en in heel Europa. Zij zijn tot de aanval overgegaan tegen de laatste christelijke invloeden in Europa. Zij vinden dat dit continent van haar christelijke wortels af moet, daarvan getuigde ook de preambule van de weggestemde Europese Grondwet al. Heel onze cultuur is voortgekomen uit het christendom, getuige alleen al de kerktorens die men, rijdend op de Europese snelwegen, kan tellen in alle steden en dorpen. Heel de kunst getuigt van onze christelijke beschaving. Maar sinds de Franse revolutie is daar een kentering in gekomen. Die revolutie wenste God af te schaffen: ‘ni Dieu, ni Maître’ (geen God, geen Meester) was de slogan van toen in de straten van Parijs (1789). Tien jaar later richtte Napoleon (1799-1815) een bloedbad aan in Europa. Iedere revolutie wordt altijd weer gesmoord in bloed, zo ook deze. In navolging daarvan kregen we ook nog eens Stalin en Hitler, takken aan dezelfde revolutionaire stam. De wrange vruchten van de afschaffing van God in Europa worden steeds sterker voelbaar in het publieke domein. Vandaag staan we met lege handen in de strijd tegen de wetteloosheid op straat. Het moet gezegd: men heeft Gods geboden afgeschaft en staat er - ook in de politiek - beteuterd bij te kijken. Welke kant moet het op?



De liberale politicus Frits Bolkenstein zei destijds, dat onze samenleving terug moet naar de christelijke waarden en normen. Hij verklaarde uitdrukkelijk zelf geen christen te zijn, maar dat hij geen betere waarden en normen kan bedenken dan die uit het christendom. Maar de kansen daarvoor lijken minimaal. Ook in het Europees Parlement hebben de liberalen - kort samengevat alle partijen die uitgaan van de principes van de Franse revolutie, zoals bij ons PvdA, VVD, SP, GroenLinks en D66 - de meerderheid. Daardoor kon destijds de Italiaanse jurist, Rocco Buttiglione, geen Europees commissaris op justitie worden vanwege een hetze tegen de man, die er christelijke opvattingen op na hield op het gebied van huwelijk en seksualiteit. De hetze was een staaltje van volstrekte onverdraagzaamheid en antidemocratisch denken. Voor deze onverdraagzamen geldt alleen het recht van de sterkste, van de grootste, oftewel de dictatuur van de meerderheid. In een uitstekend artikel in het Nederlands Dagblad schrijft Krijn de Jong, stafmedewerker van Tot heil des volks in Amsterdam, dat het liberale vrijheidsideaal dwingend opgelegd wordt en er geen ruimte kan zijn voor eigen opvattingen als het gaat om zaken als homohuwelijk e.d.. Hij vertelde hoe zijn grootvader met onmiddellijk ontslag werd bedreigd als hij zijn zoon, de vader van Krijn dus, op een christelijke school zou doen. Ontslag betekende volstrekte armoede voor het gezin. De liberale eis van de werkgever kon niet anders dan worden ingewilligd. Vandaag zijn de liberalen kennelijk nog geen steek gevorderd in hun denken over hun vrijheidsideaal. Hun vrijheid kan alleen worden gerealiseerd als andersdenkenden worden onderworpen aan diezelfde idealen. Met andere woorden: het liberale vrijheidsideaal eist de inperking van de vrijheid van andersdenkenden. Niet zoveel verschil met de Sovjet-Unie van destijds of met het China onder Mao. Dat geeft toch te denken!



Ook de ChristenUnie moet op de knieën worden gedwongen door, wat Krijn de Jong noemt, de homofundamentalisten. De ChristenUnie werd gedwongen tot het doen van positieve uitspraken over homoseksualiteit en de homobeweging. Overal wordt nu op de deuren geramd van de huizen in ons 21e eeuwse Sodom en Gomorra, om iedereen te dwingen te denken - en te doen? - wat zij vinden dat gedacht en gedaan moet worden (Gen. 19:4-11). Lot ging in discussie en bleek in de onderhandeling zelfs bereid zijn eigen dochters op te offeren aan de grenzeloze eisen van het gepeupel buiten. In de discussie zijn er ook in de ChristenUnie die nu al bakzeil halen en omvallen voor de eisen van de homolobby. Dan schrikt men toch wel. Dwars door de hele christenheid loopt een scheidslijn tussen mensen die zoeken Gods geboden te houden en zij die zich aanpassen aan de geest van de tijd. De ware gelovigen bevinden zich altijd ‘buiten de legerplaats’ om dáár hun smaad te dragen. Dat geldt ook voor de ChristenUnie. Een zware opgave nu men regeringsverantwoordelijkheid draagt. Men is nu een makkelijke prooi geworden in de media. Zij kunnen er smakelijke artikelen en uitzendingen aan wijden, goed voor de lees- en kijkcijfers. Door lang te zwijgen heeft men zich nu in de verdediging laten manoeuvreren. Dat kan heel griezelig worden als het om het kabinet gaat.



Het uitdragen van waarden en normen is een goede zaak, maar in Kamer en kabinet gebeurt er nagenoeg niets. Natuurlijk heeft ook een christen niet alle antwoorden klaar. Soms moet men kunnen zeggen: ‘Hier sta ik, ik kan niet anders.’ Dat moet zelfs in de politiek mogelijk zijn. Juist als het gaat om die absolute vrijheidsclaim. Vrijheid kan alleen bestaan als ze omsloten wordt door verantwoordelijkheid. Dat betekent: rekening houden met het welzijn van jezelf en (vooral) van anderen. Het opkomen voor waarden en normen moet niet zijn: je in de verdediging te laten drukken door het oprukkende liberalisme van links en van rechts. Het moet actief worden ondernomen in deze samenleving. Dat zou men moeten kunnen verwachten van christelijke opiniemakers in de media, van christenen in de politiek en van onze kerkelijke leiders. Ons gezag daarbij is: “Zó zegt de Here…”



Feike ter Velde