Waarheid is karakter
In de Bijbel verwijst waarheid naar een werkelijkheid die zeker, vast, bindend en dus waar is. Indien gebruikt bij mensen, karakteriseert het hun daden, spreken, of gedachten en suggereert het integriteit. Het is de betrouwbaarheid van het karakter van God (Romeinen 3:7; 15:1) en mensen (2 Korintiërs 7:14; Efeziërs 5:9). Jezus was waarachtig en leerde in waarheid (Matteüs 22:16). Waarheid is niet alleen feitelijke waarheid, maar waarachtigheid in overeenstemming en verbonden met het karakter van Christus.
Jezus bidt dat de gelovigen geheiligd worden in de waarheid van de Heilige Vader (Johannes 17). Het Woord maakt rein (Efeziërs 5:26). Waarheid verwerkelijkt Gods karakter door heiliging. Gehoorzaamheid aan de waarheid reinigt de ziel (1 Petrus 1:22-25) en bewaart het pad van de jongeling rein (Psalm 119:8). De waarheid is verandering van levenswandel en verjonging van denken (Efeziërs 4:21-24), die bewijzen dat iemand naar de wil van God geschapen is, in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
Wie uit de waarheid is, hoort naar de stem van Jezus en volgt (Johannes 10:1-19). Wie uit de waarheid is, gelooft en leeft uit de waarheid en getuigt met woord en daad van Gods Koninkrijk en Koning Jezus. Wie uit de waarheid is, heeft de waarheid lief (vgl. 2 Tessalonicenzen 2:10-12) en is blij met de waarheid (1 Korintiërs 13:6). Wie uit de waarheid is, hoort naar Zijn stem (Johannes 8:47), hoort de woorden van God (Johannes 8:47), verricht werken uit God (Johannes 3:20-21). Hij wandelt in de waarheid (2 Johannes 4; 3 Johannes 4). Waarheid is een werkwoord.
Jef De Vriese
Jezus bidt dat de gelovigen geheiligd worden in de waarheid van de Heilige Vader (Johannes 17). Het Woord maakt rein (Efeziërs 5:26). Waarheid verwerkelijkt Gods karakter door heiliging. Gehoorzaamheid aan de waarheid reinigt de ziel (1 Petrus 1:22-25) en bewaart het pad van de jongeling rein (Psalm 119:8). De waarheid is verandering van levenswandel en verjonging van denken (Efeziërs 4:21-24), die bewijzen dat iemand naar de wil van God geschapen is, in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
Wie uit de waarheid is, hoort naar de stem van Jezus en volgt (Johannes 10:1-19). Wie uit de waarheid is, gelooft en leeft uit de waarheid en getuigt met woord en daad van Gods Koninkrijk en Koning Jezus. Wie uit de waarheid is, heeft de waarheid lief (vgl. 2 Tessalonicenzen 2:10-12) en is blij met de waarheid (1 Korintiërs 13:6). Wie uit de waarheid is, hoort naar Zijn stem (Johannes 8:47), hoort de woorden van God (Johannes 8:47), verricht werken uit God (Johannes 3:20-21). Hij wandelt in de waarheid (2 Johannes 4; 3 Johannes 4). Waarheid is een werkwoord.
Jef De Vriese