Waarom komt er geen opwekking?
"Wij hebben in onze kerk tenminste iedere maand een gebedsbijeenkomst", vertrouwde een Gereformeerde Bondsbroeder mij toe. "Daar komen ook aardig wat mensen, gemiddeld zo ’n vijftien personen", meldde hij met enige trots. Toen ik vroeg naar het totaal aantal leden van zijn plaatselijke kerk, bleken dat er meer dan tweeduizend te zijn. Zie daar de nood van de christenheid vandaag. Gebed ontbreekt, kerkpolitiek beheerst het gesprek, intellectualisme is de toonzetting. De nood wordt niet gevoeld. Kan er wel een opwekking komen? Ja, want gebed is het geheim!
Veel gesprekken over het kerkelijk leven gaan over de geestelijke dorheid in de kerk, het verval en de leegloop en zelden over de zegeningen, die er toch ook zijn. In het algemeen gesproken is de kerkelijk stemming in mineur en dat zou niet zo moeten zijn. Immers, de levende God is niet veranderd, Zijn Woord is niet veranderd noch Zijn beloften. "De hand des Heren is niet te kort om te verlossen en Zijn oor niet onmachtig om te horen" (Jes. 59:1) – zegt de profeet. Waarom dan toch zo veel negatieve gesprekken, meestal zonder oplossing en daarom eigenlijk zonder inhoud, leeg dus! Moeten we daar in ons kerkelijk leven niet mee ophouden? Laten we bidden om en nadenken over de vraag hoe een ieder zich beter kan inzetten voor de Gemeente des Heren in de eigen omgeving en zeggen: "Here, hier ben ik".
De grote opwekkingsprediker, John Wesley, zei eens: "Hef je handen op, die slap omlaag hangen, in geloof en gebed en ondersteun je wankelende knieën.
Heb je wel eens dag van vasten en gebed? Bestorm de troon der genade en wees daarin volhardend dan zal Gods ontferming neerdalen". Toen er een opwekking in een plaatselijke kerk uitbrak werd bekend dat de predikant daar uren, dagen en nachten lang in een eenzame zielenstrijd verkeerde om zijn gemeente. Onder zijn prediking waren, nadat de opwekking uitgebroken was, "zijn woorden als vuur en de harten der mensen als gras", zo ervoer men. Als de opwekking doorbreekt wordt de prediking een machtig gebeuren van God, dat neerdaalt in hongerige harten. In tijden van opwekking krijgt de prediking de zalving van de Heilige Geest, waardoor de preek niet alleen maar een opsomming van grote waarheden en rechtzinnige theologie is, maar een rivier van Gods kracht, een alles meeslepende stroom van levend water, een onstuitbare reinigende vloed van Gods oordeel en genade. Dit is niet door een mens te maken, dat moet van God zelf komen. De grote opwekkingsprediker, George Whitefield, zegt: "Ik heb dagen en weken(!) doorgebracht voorover liggend op de grond in stil of hardop gebed". Onder zijn prediking werden dorpen en steden geestelijk omgekeerd. De taak tot preken is voor weinigen, maar de taak om te bidden is voor allen! Waarom maken daar toch zo weinig mensen gebruik van?
In de kerkpolitiek worden oplossingen gezocht die alle partijen tevreden zouden kunnen stellen, maar de opwekkingspreek breekt dwars door dit alles heen. De Heilige Geest openbaart de diepste motieven en de zwakte van vleselijke standpunten. De kerk wacht niet op nieuwe structuren en niet op nieuwe bijbelvertalingen. Kerk en wereld wachten niet op een nieuwe definitie van het Evangelie maar op een demonstratie van Gods kracht in het Evangelie. De Gemeente van Christus mag en moet uitstappen in het geloof en wandelen in de kracht ervan. Ezechiël (hfdst. 37) moest preken tot de dorre doodsbeenderen. Daar was geen eer aan te behalen. Hij hoefde geen complimenten te verwachten over de goede preek die hij leverde. Hij preekte "zoals de Here hem had bevolen". Toen hij daaraan gehoorzaam werd brak nieuw leven door, met kracht in het dal van de dorre doodsbeenderen. Zij waren niet ziek, niet onverschillig of ongeïnteresseerd, ze waren dood, zeer dor! Wie zegt het Woord van te kennen, kent de God van het Woord. Wie met Hem rekening houdt en met Zijn wonderbare kracht, krijgt ook geloof voor opwekking en vernieuwing van de kerk vandaag.
Kortgeleden sprak ds. Orlando Bottenbley op de televisie over de enorme groei van zijn kerk in Drachten. Het geheim ligt niet in mensen en meningen, maar in de kracht van God en van Zijn Woord. Dat Woord moet levend worden door de Heilige Geest, zodat de toehoorders geraakt worden en zich overgeven aan Christus. Waarlijke overgave zal blijken uit een actieve inzet in de eigen kerk. Daarin ligt tegelijkertijd het geheim van de kerkgroei in Drachten en ook op enkele plaatsen elders in ons land.
Toch is dit geen pleidooi voor een methode. Er is geen methode voor opwekking, omdat het een soeverein werk van God is. Daarom zijn we helemaal van Hem afhankelijk. We moeten het zoeken in het gebed. Aan het gelovige gebed, zegt de Bijbel, wordt kracht ontleend. "Als wij bidden", zei de zwarte broeder, Shadrach Maloka, uit Zuid-Afrika, "dan beweegt God Zijn machtige rechterarm. Want als wij bidden, gaat God werken". Laten we bidden voor onze predikant en onze kerk. Bidden in geloof en vanuit een gereinigd hart. Een hart zonder haat en bitterheid, zonder negatieve gedachten over wie dan ook in de kerk, maar met een hart vol van de liefde van God. Dr. D. Matyn Lloyd-Jones citeert een Schotse dominee uit vroeger tijden, John Livingstone: "Nadat ik ongeveer anderhalf uur gepreekt had, begon ik mijn preek toe te passen. Plotseling viel de Geest van God op mij en ik preekte nog een uur. Mensen vielen letterlijk op de grond en tijdens die dienst kwamen ongeveer vijfhonderd(!) mensen tot bekering". Sommige mensen verkeerden nadien dagenlang in een bittere zielenstrijd en kwamen alsnog tot volledige bevrijding en overgave.
Onze God is machtig, ook vandaag, want Hij is niet veranderd!
Feike ter Velde
Veel gesprekken over het kerkelijk leven gaan over de geestelijke dorheid in de kerk, het verval en de leegloop en zelden over de zegeningen, die er toch ook zijn. In het algemeen gesproken is de kerkelijk stemming in mineur en dat zou niet zo moeten zijn. Immers, de levende God is niet veranderd, Zijn Woord is niet veranderd noch Zijn beloften. "De hand des Heren is niet te kort om te verlossen en Zijn oor niet onmachtig om te horen" (Jes. 59:1) – zegt de profeet. Waarom dan toch zo veel negatieve gesprekken, meestal zonder oplossing en daarom eigenlijk zonder inhoud, leeg dus! Moeten we daar in ons kerkelijk leven niet mee ophouden? Laten we bidden om en nadenken over de vraag hoe een ieder zich beter kan inzetten voor de Gemeente des Heren in de eigen omgeving en zeggen: "Here, hier ben ik".
De grote opwekkingsprediker, John Wesley, zei eens: "Hef je handen op, die slap omlaag hangen, in geloof en gebed en ondersteun je wankelende knieën.
Heb je wel eens dag van vasten en gebed? Bestorm de troon der genade en wees daarin volhardend dan zal Gods ontferming neerdalen". Toen er een opwekking in een plaatselijke kerk uitbrak werd bekend dat de predikant daar uren, dagen en nachten lang in een eenzame zielenstrijd verkeerde om zijn gemeente. Onder zijn prediking waren, nadat de opwekking uitgebroken was, "zijn woorden als vuur en de harten der mensen als gras", zo ervoer men. Als de opwekking doorbreekt wordt de prediking een machtig gebeuren van God, dat neerdaalt in hongerige harten. In tijden van opwekking krijgt de prediking de zalving van de Heilige Geest, waardoor de preek niet alleen maar een opsomming van grote waarheden en rechtzinnige theologie is, maar een rivier van Gods kracht, een alles meeslepende stroom van levend water, een onstuitbare reinigende vloed van Gods oordeel en genade. Dit is niet door een mens te maken, dat moet van God zelf komen. De grote opwekkingsprediker, George Whitefield, zegt: "Ik heb dagen en weken(!) doorgebracht voorover liggend op de grond in stil of hardop gebed". Onder zijn prediking werden dorpen en steden geestelijk omgekeerd. De taak tot preken is voor weinigen, maar de taak om te bidden is voor allen! Waarom maken daar toch zo weinig mensen gebruik van?
In de kerkpolitiek worden oplossingen gezocht die alle partijen tevreden zouden kunnen stellen, maar de opwekkingspreek breekt dwars door dit alles heen. De Heilige Geest openbaart de diepste motieven en de zwakte van vleselijke standpunten. De kerk wacht niet op nieuwe structuren en niet op nieuwe bijbelvertalingen. Kerk en wereld wachten niet op een nieuwe definitie van het Evangelie maar op een demonstratie van Gods kracht in het Evangelie. De Gemeente van Christus mag en moet uitstappen in het geloof en wandelen in de kracht ervan. Ezechiël (hfdst. 37) moest preken tot de dorre doodsbeenderen. Daar was geen eer aan te behalen. Hij hoefde geen complimenten te verwachten over de goede preek die hij leverde. Hij preekte "zoals de Here hem had bevolen". Toen hij daaraan gehoorzaam werd brak nieuw leven door, met kracht in het dal van de dorre doodsbeenderen. Zij waren niet ziek, niet onverschillig of ongeïnteresseerd, ze waren dood, zeer dor! Wie zegt het Woord van te kennen, kent de God van het Woord. Wie met Hem rekening houdt en met Zijn wonderbare kracht, krijgt ook geloof voor opwekking en vernieuwing van de kerk vandaag.
Kortgeleden sprak ds. Orlando Bottenbley op de televisie over de enorme groei van zijn kerk in Drachten. Het geheim ligt niet in mensen en meningen, maar in de kracht van God en van Zijn Woord. Dat Woord moet levend worden door de Heilige Geest, zodat de toehoorders geraakt worden en zich overgeven aan Christus. Waarlijke overgave zal blijken uit een actieve inzet in de eigen kerk. Daarin ligt tegelijkertijd het geheim van de kerkgroei in Drachten en ook op enkele plaatsen elders in ons land.
Toch is dit geen pleidooi voor een methode. Er is geen methode voor opwekking, omdat het een soeverein werk van God is. Daarom zijn we helemaal van Hem afhankelijk. We moeten het zoeken in het gebed. Aan het gelovige gebed, zegt de Bijbel, wordt kracht ontleend. "Als wij bidden", zei de zwarte broeder, Shadrach Maloka, uit Zuid-Afrika, "dan beweegt God Zijn machtige rechterarm. Want als wij bidden, gaat God werken". Laten we bidden voor onze predikant en onze kerk. Bidden in geloof en vanuit een gereinigd hart. Een hart zonder haat en bitterheid, zonder negatieve gedachten over wie dan ook in de kerk, maar met een hart vol van de liefde van God. Dr. D. Matyn Lloyd-Jones citeert een Schotse dominee uit vroeger tijden, John Livingstone: "Nadat ik ongeveer anderhalf uur gepreekt had, begon ik mijn preek toe te passen. Plotseling viel de Geest van God op mij en ik preekte nog een uur. Mensen vielen letterlijk op de grond en tijdens die dienst kwamen ongeveer vijfhonderd(!) mensen tot bekering". Sommige mensen verkeerden nadien dagenlang in een bittere zielenstrijd en kwamen alsnog tot volledige bevrijding en overgave.
Onze God is machtig, ook vandaag, want Hij is niet veranderd!
Feike ter Velde