Wachters op de muren van Jeruzalem

Dirk van Genderen • 82 - 2006/07 • Uitgave: 26
‘Op uw muren, o Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld, die de ganse dag en de ganse nacht nimmer zullen zwijgen. Gij, die de HERE indachtig maakt, gunt u geen rust. En laat Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot een lof op aarde’ (Jesaja 62:6 en 7).



De situatie rondom Israël spitst zich meer en meer toe. Vooralsnog neemt de dreiging vanuit Iran verder toe en legt niemand Iran iets in de weg om militair nog machtiger te worden. Syrië trekt troepen samen in de nabijheid van de grens met Israël. De dreiging van de Hezbollah vanuit Zuid-Libanon neemt weer gevaarlijke vormen aan. En laten we de dreiging vanuit Egypte niet onderschatten. En ook de situatie rondom de Tempelberg is buitengewoon explosief.



Hoe reageren wij op deze ontwikkelingen? Gaan we keihard roepen dat de Israëlische premier Olmert het niet goed doet? Of roepen we ach en wee over degenen die het op het Joodse volk hebben gemunt?



De teksten uit Jesaja 62, hierboven geciteerd, wijzen ons een andere weg. De weg naar de Here. Om als wachters op de muren van Jeruzalem te staan. Voortdurend. Het zevende vers zegt immers dat we Hem geen rust moeten gunnen. Overdag niet en ook ’s nachts niet. Laten we onze stem opwaarts heffen tot Hem in de hemel.



Hoe is dat met ons? Sommigen weten zich letterlijk door God geroepen om op de muren hun stem te verheffen. Pas sprak ik een van hen en wat hij me erover vertelde, raakte mij. Het was een getuigenis van Gods aanwezigheid.

Maar ook thuis, onderweg en in de samenkomsten van de gemeente of waar dan ook mogen we als wachters de Here aanroepen. En juist nu, nu de situatie zou kunnen escaleren, is het des te noodzakelijker om de Here geen rust te gunnen, totdat Hij Jeruzalem grondvest en stelt tot een lof op aarde.



Dirk van Genderen

Hoofdredacteur Het Zoeklicht