Wandelen door de Geest

ds. Oscar Lohuis • 85 - 2009 • Uitgave: 11
Wat betekent het om te wandelen door de Heilige Geest? Wanneer wij kijken naar Griekse woorden die daarvoor bijvoorbeeld in Galaten 5:16 en 25 worden gebruikt, dan springen twee hoofdgedachten eruit. In de eerste plaat heeft het te maken met leiding. Wandelen door de Geest is geleid worden door de Geest. Eén van die Griekse werkwoorden kan ook vertaald worden met ‘in een rechte lijn achter een leider aanlopen’. In de NBV is het daarom ook vertaald met ‘laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst’ (Gal. 5:25). Jezus had ook beloofd dat de Geest de gelovigen zou leiden in de volle waarheid. De Here God wil ons leiden door Zijn Heilige Geest. Dat is het voorrecht van degenen die door geloof in Jezus Christus de Geest hebben ontvangen. Wij hoeven het niet allemaal zelf uit te vinden, wij hoeven niet alleen alle beslissingen te nemen. Nee, de Here is ook onze Raadgever, Hij spreekt tot ons, Hij zegt: “Dit is de weg, wandel daarop.”
Misschien zegt u: “Maar ik bemerk daar niets van!” Als dat zo is, dan moet u uzelf onderzoeken. U kunt God daar niet de schuld van geven. Hij heeft immers beloofd om degenen die zich tot Hem keren en Hem zoeken te zullen leiden. Wílt u werkelijk de stem van de Here verstaan? Neemt u tijd om in Zijn Woord te lezen? Of bent u zo nog zo eigenwijs dat u liever zelf het laatste woord heeft? Wí­lt u zich laten leiden door de Geest? Of wilt u nog altijd het liefst zelf de touwtjes in handen houden en de regie over uw leven voeren? Heeft u zich werkelijk bekeerd van uw zelfgerichte leven?
In Galaten 5 komt heel sterk naar voren dat leven door de Geest heel veel te maken heeft met het leiden van een leven van liefde. Uit de zondige natuur komen allerlei egoïstische, asociale dingen naar voren: elkaar aanvliegen, woede, vijandschap, jaloezie, gekonkel, ruzie en rivaliteit. En ook dronkenschap en de losbandigheid die daar vaak het gevolg van is: ontucht en zedeloosheid. Of occulte dingen: afgoderij en toverij, waarvan we vandaag de dag steeds meer in de samenleving en op de televisie tegenkomen. Het zijn allemaal uitingen van een houding die ten diepste heel erg op de bevrediging van eigen begeerten en verlangens gericht is. Dat is het vlees, de zondige natuur: “Ik leef maar kort en zolang ik leef wil ik er zo veel mogelijk uithalen voor mijzelf.” Zoveel mensen gedragen zich gewoon als vette egoïsten vanuit de levensfilosofie ‘laten wij eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij’. Maar in het nastreven van deze vermeende vrijheid om maar te kunnen doen wat je maar wilt, raken mensen hopeloos gebonden aan zichzelf.
Het leven door de Geest kan daarentegen als volgt worden samengevat: elkaar dienen en liefhebben. De enige weg die de Schrift ons wijst om aan de gebondenheid aan onszelf bevrijd te worden, is het zelfgerichte leven op te geven en, geleid door de Geest van Christus, onze naaste te gaan dienen in liefde. De vrucht van de Geest is in de eerste plaats liefde. De hele wet is vervuld in één uitspraak: “Heb uw naaste lief als uzelf.” De vrucht van de Geest is ook vriendelijkheid, vrede, geduld, goedheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Dat zijn allemaal zaken die met het omgaan met de naaste te maken hebben. Juist wanneer wij ons, ‘gebonden’ door de Heilige Geest, hiertoe laten leiden, zullen wij ervaren wat werkelijke vrijheid is. Ieder die zich oprecht en met het hart heeft bekeerd van zijn egoïstische levensstijl tot het liefhebben van God en naaste, zal de leiding van de Geest in het dagelijkse leven bemerken.
De tweede hoofdgedachte die naar voren komt vanuit de Griekse werkwoorden is, dat het wandelen door de Geest te maken heeft met het bekrachtigd worden door de Geest. Is dat niet heerlijk dat de Here ons ook de kracht beloofd heeft die wij nodig hebben om dit andere leven te kunnen leiden? Hij roept ons niet tot een geheel ander leven zonder ons daartoe ook de kracht te geven. Wij zijn niet alleen in de strijd tegen de zonde. De Heilige Geest is de parakleet, de ‘erbij geroepene’. Jezus heeft gezegd: “Ik zal tot U komen”, waarmee Hij ook bedoelde dat Hij door de Heilige Geest in de gelovige zou komen wonen. Daarom zegt de apostel Paulus: “Niet meer ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God.”
Bij het opruimen van de zolder kwam ik een klein kaartje tegen waarop ik meer dan twintig jaar geleden een uitspraak van Luis Palau had uitgetypt: “Te veel christenen geloven dat ze overwinning zullen ervaren als zij maar genoeg bidden, genoeg lezen en genoeg werken. Dat is het wezen van het vlees. Maar het kan niet gedáán worden. Wij kunnen niet werken en daarmee onze overwinningen verdienen door onze eigen inspanning. Wat maakt het verschil? Het klinkt misschien eenvoudig: Vertrouw op de kracht van de opgestane Christus in plaats van op je eigen zelfbeheersing op die gebieden waar de strijd bijna ondraaglijk is. Vertrouw op de inwonende kracht van de Heilige Geest in plaats van op een strenge vastbeslotenheid om door te zetten, wat dodelijk voor jezelf kan zijn.”
Het geloof in Christus is niet iets dat je doet, maar heeft te maken met ophouden te doen. Het heeft te maken met jezelf laten vallen in de liefdevolle armen van onze God, die sterk genoeg zijn om je er doorheen te dragen en te vertrouwen op de kracht van de Heilige Geest.

Ds. Oscar Lohuis