Was Samuël een goede vader?

Els ter Welle • 86 - 2010 • Uitgave: 20
Serie Vaderschap (5)

Onvruchtbare vrouw krijgt een zoon
Er is grote afval van het geloof door het onbetrouwbare en zeer zondige gedrag van de priesters Hofni en Pinehas.1 Maar in de bergen van Efraïm woont een familie die de Here wél dient. Het is het gezin van de Leviet Elkana. Heel veel mensen hebben het respect verloren voor de offerdienst en voor God. Maar Elkana niet! Hij reist elk jaar met zijn hele gezin naar Silo, waar de tabernakel staat. Ze staan dan iedere morgen vroeg op, om de Here te aanbidden en aan Hem te offeren. Ze zijn hierin heel trouw en standvastig.
Toch is het in huize Elkana niet alles koek en ei. Er heerst grote verdeeldheid omdat de man twee vrouwen heeft en van de ene vrouw meer houdt dan van de andere. De zachte Hanna is Elkana’s lieveling en hij trekt haar duidelijk voor. Dat vraagt natuurlijk om moeilijkheden. Maar… Hanna kan geen kinderen krijgen. De andere vrouw heeft echter veel kinderen en plaagt Hanna daar voortdurend mee. Arme Hanna, ze kan dat bijna niet verdragen. Als ze weer met z’n allen in het huis van God zijn, stort ze haar hart uit voor de Here. De tranen stromen over haar wangen als ze bidt: “Och, Here, luister toch naar mijn problemen, beantwoord mijn gebed en geef mij een zoon. Als u dat doet, dan beloof ik U dat ik hem aan U terug zal geven. Hij zal voor zijn hele leven aan U toebehoren.” Ze bidt het zachtjes, in het verborgene. Maar de Here ziet het en verhoort haar gebed!

Begin zo vroeg mogelijk!
Tot zijn derde of vierde jaar blijft Samuël bij zijn eigen ouders, tot hij geen moedermelk meer drinkt. Geloof maar dat Elkana en Hanna die eerste jaren hebben uitgebuit om hun zoon alles mee te geven wat in hun vermogen lag. De allereerste jaren in het leven van een kind zijn immers zeer kostbaar! Ze vormen het fundament voor het hele verdere leven.
Spurgeon, de beroemde prins der predikers, was daar ook diep van overtuigd. Op een dag kwam een vader met de volgende vraag bij hem: “Dominee, wanneer moet ik beginnen met de godsdienstige opvoeding van onze zoon?“ Hij vroeg: “Hoe oud is hij?” “Vier jaar”, was zijn antwoord, waarop Spurgeon zei: “Ga gauw naar huis, u hebt de belangrijkste jaren van zijn leven verloren!”
In het Joodse gezin begon de geloofsopvoeding op de knie van de vader. Hij vertelde zijn kinderen vanaf het moment dat ze konden praten de spannende verhalen over de helden van de Joodse geschiedenis en onderwees hen over de patriarchen, de profeten, de richters en dichters én over de wet.
Als we klei willen vormen dan moeten we niet wachten tot het hard is. Zo is het ook met kinderen. Als ze jong zijn, zijn ze zo zacht dat we een onuitwisbare indruk op hun leven kunnen maken. Daarom zullen we die kostbare eerste jaren van ons kind niet voorbij laten gaan!

Hanna doet wat ze beloofd heeft!
Na enkele jaren van intens samenzijn met hun kind, is het ingrijpende moment aangebroken… Hanna komt haar belofte na. Ze brengt de kleine jongen naar de tempel om hem niet maar even, maar levenslang af te staan! Het moet haar hart verscheurd hebben. Ik zou het een riskante onderneming gevonden hebben om mijn kleuter in de handen van de oude Eli te geven. Maar Hanna en Elkana laten hun zoon gaan…
Wij hebben verschillende keren in ons werk meegemaakt dat jonge mensen een roeping kregen voor de zending, maar heel veel problemen ondervonden van hun ouders. Zij zagen het niet zitten om hun kind naar zo’n moeilijk land te laten gaan, of vonden dat zij of hij thuis nodig was. Zij zetten hun kind niet vrij voor de dienst van God en barricadeerden daardoor de weg die God met hun kind wilde gaan. Onze kinderen zijn echter niet ons eigendom, we lenen ze van God!
Elkana en Hanna zagen niét op de problemen voor hun zoon, maar op de roeping van God die op hem was.
De bekende christen-filosoof Francis Schäeffer stelde in zijn diensten bij het opdragen van een baby drie opmerkelijke vragen aan de ouders. Ze luidden als volgt:
• Neemt u de plicht op u om de geestelijke begeleider te zijn van uw kind om het actief en zorgvuldig de wegen van God te leren?
• Als God uw kind zou nemen of zou toestaan dat hij sterft door een ziekte of een ongeluk, belooft u dan om niet bitter te zijn tegen God of Hem de schuld te geven?
• Wilt u alles doen wat in uw vermogen is, om uw kind te bemoedigen om de roeping van God met zijn leven na te streven en daarbij uw persoonlijke verwachtingen opzij te zetten?
Dat laatste is wat Elkana en Hanna vanaf de geboorte van Samuël gedaan hebben. Zij staan één kind af aan de Here, maar het bijzondere is dat Hanna daarna nog drie zonen en twee dochters krijgt!

Samuël eert God meer dan zijn zonen
De eerste jaren bij zijn ouders hebben zo’n indruk gemaakt op Samuël dat hij stand houdt in een familie met twee opstandige volwassen ‘broers’ en een passieve ‘pleegvader’ die alles over zijn kant laat gaan. Ondanks de rebellie en de slechte sfeer die er in dit gezin heerst, groeit hij op als een man van God.2
In 1 Samuël 2:11-26 wordt de grote tegenstelling geschilderd tussen de goddeloosheid van Hofni en Pinehas en de godvrezendheid van Samuël: ‘Zo was de zonde van die jonge mannen zeer groot voor het aangezicht des Heren. Samuël nu diende voor het aangezicht des Heren’ (vers 17,18). De Schrift gaat verder met de vreselijke zonden van de priesterzonen te beschrijven, maar eindigt dit gedeelte met: ‘Maar de jonge Samuël nam toe in aanzien en in gunst, zowel bij de Here als bij mensen.’
Samuël wordt een integere, Godvrezende profeet, priester en richter, die nauwgezet naar Zijn geboden leeft, tot het eind van zijn leven. Hij roept het volk op om de afgodsbeelden weg te doen en leidt hen terug naar God en Zijn Woord.

Samuël krijgt net als Eli twee jongens. We lezen nergens dat hij zijn kinderen niet goed opvoedt. Er worden geen mistanden van zijn zonen genoemd, tot het moment dat Samuël zijn zonen aanstelt tot richters. Hij zal gedacht hebben dat zij er geschikt voor waren. Maar dat heeft de oude vader mis. De Bijbel vertelt: ‘Toen Samuël oud geworden was, stelde hij zijn zonen aan tot richters over Israel. De naam van zijn eerstgeboren zoon was Joël, die van de tweede Abia; zij waren richters te Berseba. Maar zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; zij waren op winstbejag uit, namen geschenken aan en bogen het recht.' 3
Het is toch niet te geloven dat een integer man als Samuël zulke zonen heeft… In tegenstelling met Eli steunt hij zijn zonen niet in het verkeerde en doet niet mee. Als het volk in opstand komt en het vertrouwen in de twee corrupte richters opzegt en een koning wil, krijgt Samuël nota bene van God de opdracht om die koning aan te stellen… Hij houdt dan niet zijn hand boven het hoofd van zijn zonen, maar gehoorzaamt de Here. Hij zalft Saul tot koning. Samuël eert God meer dan zijn zonen!

Blinde vlek?
Een bekende bewering is dat een mens het product is van aanleg en opvoeding. Maar ik denk dat het dat niet alleen is. Een mens is ook een eigenheid en is zelf verantwoordelijk voor wat hij doet met de bagage die hij heeft meegekregen. De zonen van Samuël hadden zich ook kunnen spiegelen aan hun godvrezende vader en voor het goede kunnen kiezen. Waarom ze dat niet deden? Er zijn zoveel factoren die meespelen in de ontwikkeling van een mens, dat het onmogelijk is om daar een sluitende uitspraak over te doen.
Maar vorige week gebeurde er iets dat mij aan het denken heeft gezet. Mijn pleegbroer en zijn vrouw kwamen bij ons op bezoek. Hij heeft de eerste negen jaar van zijn leven in een kindertehuis doorgebracht, daarna kwam hij bij ons. Mijn vader is dus niet zijn echte vader, toch lijkt mijn pleegbroer op hem. Dat viel me, haast schokkend, op toen ze bij ons waren. Hij loopt als mijn vader, hij gebaart als mijn vader en gedraagt zich ook zo. Mijn vader was timmerman, hij is timmerman geworden. Mijn pleegbroer heeft geen eigenschappen van mijn vader geërfd, maar gekopieerd. Mijn vader was zijn identificatiefiguur!
Ook Samuël had een pleegvader. Het was Eli. Hij voedde hem op vanaf kleine jongen. Hoewel de invloed van zijn eigen ouders groot was en zij in de eerste jaren hem een vast fundament hebben gegeven van geloof in God en liefde voor Hem, waren zij het verdere leven van Samuël ver op de achtergrond. Samuël groeide op in het gezin van Eli en zag alles. Eli was Samuëls identificatiefiguur. Hij kreeg het voorbeeld van een aardige maar tolerante, passieve en overdrukke pleegvader.1 Het kan haast niet anders dan dat hij daarvan iets heeft meegenomen in de opvoeding van zijn zonen.
Een man van God is niet automatisch een goede vader. Je kunt super toegewijd zijn aan de Here en toch een blinde vlek hebben. Je kunt zo druk zijn met het werk voor Hem, dat er een eenzijdigheid kan ontstaan en we nalatig worden in andere belangrijke delen van ons leven.
Geen kind kan zichzelf leren om zich moreel verantwoord te gedragen, daar is een proces van training (tucht) voor nodig. Daar ontbrak het aan bij Eli en naar zijn voorbeeld, waarschijnlijk ook bij Samuël.

Zo vader zo zoon
Vele vaders vinden vaderschap moeilijk omdat ze zelf geen goed voorbeeld hebben gehad. Ook al willen ze het anders dan hun vader doen, toch is het vaak moeilijk om niet terug te vallen in het patroon dat hen van kinds af aan is voorgeleefd. Ze kunnen niet terugvallen op een goed model! Ze hebben niet in de praktijk meegemaakt wat een goede vader is.
Het is mooi om te zien dat het bij de Here Jezus ook zo werkte, alleen in positieve zin. Hij zei daarover: “De Zoon kan niets doen van Zichzelf, of hij moet het de Vader zien doen; want wat Deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo” (Johannes 5:19).
Wij zijn voor onze zonen en dochters het model waarnaar hun leven gevormd wordt. We zien in onze volwassen kinderen, de goede dingen, maar ook de fouten die we als vader maakten vaak weer terug. Soms zie je het zelfs terug van generatie op generatie. Daarover de volgende keer. Het wordt dus vervolgd!

Els ter Welle

1 Zie vorige artikel in Het Zoeklicht 18.
2 Ook Mozes was slechts een paar jaar bij zijn eigen ouders en bleef God en zijn volk trouw in de heidense cultuur aan het hof van Farao in Egypte, waar hij opgroeide! Zie Hebreeën 11:24-26.
3 1 Samuël 8:1-3