Wat is het nu: ID of Schepping? Iets of God?

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 10
Wat is het nu:

ID of Schepping?

Iets of God?




In Amerika kwam er een nieuw verschijnsel om de hoek kijken, nadat christenwetenschappers de evolutietheorie op wetenschappelijke gronden volledig konden weerstaan: Intelligent Design – ID. De Evangelische Omroep besteedde destijds volop aandacht aan het debat Schepping of Evolutie. Topwetenschappers als de Engelse Dr. A.E. Wilder Smith kruiste de degens met evolutionisten aan de universiteiten, ook in Nederland. In de Verenigde Staten gingen evolutionisten niet meer op één podium met creationisten.




Nu is er een nieuw fenomeen, omdat vanuit de feiten in de natuur wel duidelijk is dat er ‘een intelligent ontwerp’ aan die natuur ten grondslag ligt. Dat wil niet zeggen dat men toegeeft aan het bestaan van een Schepper: dus God, maar vluchtwegen zoekt uit de confrontatie. Die vluchtweg heet: ID. Christenen kunnen nu ook via deze vluchtweg tot erkenning komen van de evolutietheorie, zonder in de wetenschappelijke wereld hun gezicht te verliezen. Vanuit het geloof in de Bijbel kan men eigenlijk niet anders dan de werkelijkheid verklaren vanuit de Schepper. Maar ja, in deze wereld, in onze cultuur, wordt men niet voor vól aangezien als men zegt te geloven. Grote wetenschappers als Dr. Wilder Smith vonden dat in de jaren tachtig geen punt. Zij waren niet uit op eer van mensen, maar op de eer van God en Zijn Woord. Hij sprak uren met wetenschappers aan de VU te Amsterdam, die niet anders konden dan toegeven, dat hij een man van groot wetenschappelijk gehalte was. Men was zelfs bereid de eigen twijfels aan de evolutietheorie eerlijk op tafel te leggen. Men wilde hem uitnodigen voor officiële lezingen aan de VU. Echter, het curatorium van deze instelling verbood dit. Het kwam er niet van. Want de evolutietheorie bleek ondertussen een onaantastbaar geloof geworden aan de VU. Dat geloof kon nimmer ter discussie staan. De professoren Lever en Kuitert hielden in de jaren zestig al zondagavondlezingen voor de NCRV-radio om het christelijke volksdeel van zijn scheppingsgeloof af te helpen. De evolutietheorie deed sindsdien massief haar intrede in de kerken.



ID heeft nu zijn intrede in Nederland gedaan en via de Minister van Onderwijs, mevrouw Maria v.d. Hoeven, werd het zelfs een discussiepunt in ons parlement. Het begon in Amerika met het boek ‘Evolutie, een theorie in crisis’ geschreven door de bioloog Michael Denton. Een Amerikaanse advocaat, Philip Johnson, deed verder onderzoek naar de ‘gatenkaas’ die evolutietheorie heet en schreef zijn boek: ‘Darwin on trial’. Daarin rekent hij af met het ‘naturalisme’ – de leer die ten grondslag ligt aan de evolutietheorie. Die leer verklaart alles vanuit natuurlijke processen van ‘toeval en tijd’. Rondom deze Johnson ontstond de ID-beweging, die zegt dat er ‘een intelligentie’, een ontwerp is, echter zonder te zeggen wat of wie dat is.



Natuurlijk is het fijn te vernemen, dat men in de natuur op wetenschappelijke gronden een intelligent ontwerp heeft ontdekt. Dat is voor christenen niets nieuws, omdat christenen in de Schepper aller dingen geloven. Het is ook winst voor creationisten. Christenwetenschappers toonden met kracht van wetenschappelijke argumenten aan, dat de Bijbel wáár is, ook waar die spreekt over de oorsprong der dingen en dat de leer van de evolutietheorie – de leer van ‘tijd en toeval’ – op drijfzand is gebouwd. Dat dogma van ‘tijd en toeval’ is in ID losgelaten, vanwege de enorme complexiteit die door de natuurwetenschap wordt waargenomen. De evolutietheorie is op dit punt uitgehold, door wetenschappers die merendeels nog steeds in die evolutietheorie geloven! Maar voor die complexiteit kunnen ‘tijd en toeval’ niet langer verantwoordelijk gehouden worden. Dus: een ‘Intelligent Ontwerp’. Eigenlijk bestond het al en heet “deïstische evolutie”. Wel evolutie, maar met ‘iets’ of God ergens op de achtergrond.



Het geloof in dat ‘iets’ heet ‘deisme’ – “er is wel iets, maar dat is het dan. Je mag dat ook ‘god’ noemen”. Als een ongelovige wetenschapper dat zegt, kan men dat aanvaarden. Maar dat is voor een christen niet aanvaardbaar. Als dat ‘iets’ in staat is een zó complexe werkelijkheid te bedenken en tot stand te brengen, zou dan Zelfopenbaring van die Schepper niet logisch zijn? Voor die Zelfopenbaring moet men bij de Bijbel zijn. Als ik een mooi boek gelezen heb, zou ik graag de auteur willen ontmoeten. Daartoe mogen we die mensen van het “iets-isme” uitnodigen: Lees toch de Bijbel, dan ontmoet je de levende God. Hijzelf is die, door jullie gevonden, ‘Intelligentie’!



Daarom is een dergelijke, bijna neurotische, omhelzing van ID door christenen – Reformatorisch en Evangelisch – onbegrijpelijk. Sommigen van hen verklaren overal en te hooi en te gras, dat men nu eindelijk een antwoord heeft op dat vervelende creationisme, dat maar steeds vast wil houden aan Genesis. ID is geen christelijke, noch een bijbelse opvatting In feite is het de aanvaarding van de evolutietheorie met een beetje ‘god’ – in dit geval intelligentie – eraan toegevoegd. Maar dat is niet de God van de Bijbel, maar een onbekend ‘Iets’.



Het zich bekennen tot ID van christenen, ligt in een lijn van ontwikkelingen: het loslaten van het onfeilbare Woord van God. Men gaat compromissen zoeken. De ideeën van de wereld willen verenigen met het absolute van Gods Woord. In de volle breedte zien we dit gebeuren. Christenen willen niet langer gezien worden als ‘fundamentalisten’ die geloven in een Bijbel die ‘letterlijk’ moet worden verstaan en geloofd. Langzamerhand schuiven deze christenen op: Genesis wordt ondergraven, men fi losofeert over het postmoderne waarheidsbegrip om de waarheidsclaim van de Bijbel weg te moffelen, homofi lie wordt aanvaard, enz. Die dingen liggen in het verlengde van elkaar.



De eigen morele standaard blijkt steeds weer bepalend voor het al of niet aanvaarden van de Bijbel als Woord van God. Wil men de erkenning en de waardering van de wereld, van de media, dan moet men zeker geen ‘fundamentalist’ zijn. En hier zie we de uitholling zich dramatisch voltrekken in onze dagen.



Paulus spreekt daarover in zijn brief aan de Romeinen. Eerst een gééstelijke onttakeling: de levende God (als Schepper!) wordt vervangen door “Iets” (Rom. 1:22,23) en daarna volgt de lichamelijke onttakeling: “…het lichaam wordt onteerd” (:24) en “…homoseksualiteit dient zich aan” (:26,27). Let wel: het gaat hier om mensen die het allemaal héél goed weten (:32)!

Paulus zegt in feite: In de scheppingsdaad heeft God ook de scheppingsordening gelegd: “man en vrouw schiep Hij hen”. Wie de schepper ontkent in Zijn daden ontkent Hem ook Zijn ordening. Vandaar Paulus’ verband tussen het ontkennen van de Schepper en de seksuele ontsporing in de cultuur die dan ontstaat: homofilie.


De tragiek van onze dagen is, dat steeds meer christenen niet staande blijven als het gaat om de betrouwbaarheid van de Bijbel, niet alleen op het gebied van God als Schepper. Steeds meer worden ‘feiten’ tot ‘normen’. Niet meer de Bijbelse norm, maar de feitelijke omstandigheden bepalen wat waar en wat waarheid is.



In Amerika verschenen in de jaren vijftig en zestig al boeken en wetenschappelijke artikelen, die de houdbaarheid van de evolutietheorie ter discussie stelden. Maar dat drong hier niet erg door, hoewel er onder ons vroege pioniers waren, die hun nek durfden uitsteken en het voor de schepping opnamen. In de jaren tachtig waren het met name Willem Ouweneel, Willem Glashouwer en Koos van Delden die televisieprogramma’s via de EO het land in stuurden. Via videobanden konden de programma’s ook gebruikt worden op middelbare scholen. Directeur Bert Dorenbos zette de motor in gang, om internationaal bekende wetenschappers te laten spreken op universitaire bijenkomsten en multimediale projecten op te zetten. Daarna werd het stil in ons land. Gelukkig hadden we ondertussen de Evangelische Hogeschool (EH) gekregen, waar het zicht op de schepping vanuit bijbels perspectief bewaard werd. Maar noch de EO-programma’s over de Schepping, noch de EH werden alom gesteund in zich ‘bijbelgetrouw’ noemend Nederland. In tegendeel, er waren vanaf het begin mannen van naam en faam die zich ertegen keerden.



Terwijl ID betekent: er moet een Maker zijn want tijd en toeval zijn ontoereikend voor de complexe wereld waarin we leven, laten steeds meer christenen Gods Woord los om zich te verliezen in weke filosofische beschouwingen, zonder fundament. Zo kunnen ze zich koesteren aan wereldse waardering. Iemand zei: niet meer Sola Scriptura, maar het is Sola Cultura geworden.



Feike ter Velde