Wat is onze volksaard?

Feike ter Velde • 84 - 2008 • Uitgave: 13
Prinses Maxima zei eens: ‘Dé Nederlander ben ik niet tegengekomen.” Dat werd haar niet in dank afgenomen. De reacties waren velerlei, verschillend van inhoud, maar vooral vanuit een gekwetst volksgevoel.
Maar wat treft prinses Maxima aan in het Nederlandse volk? Welke mentaliteit, aard of houding? Wie durft kritisch te zijn? Of vooral… eerlijk? Wie en wat zijn we eigenlijk als volk?


Vroeger leerde ik op school over de grootsheid van Nederland. Onze vroegere zeehelden, onze verre reizen, onze koloniën, zoals Indonesië en Suriname, onze heldendaden in de oorlog tegen de Duitse bezetters. Ik was behoorlijk trots op ons land, ons volk en de grote daden. Totdat ik in Suriname hoorde van onze Nederlandse overheid daar, gedurende de oorlogsjaren. Na de bezetting van Nederland door de nazi’s werden alle, van oorsprong Duitse, voorgangers van de Broedergemeente (de nationale kerk van Suriname) opgepakt en met hun gezinnen, vastgezet in een concentratiekamp, net buiten Paramaribo. Wat hadden die mensen gedaan? Helemaal niets… maar ze waren van Duitse origine. Ze hebben vastgezeten tot 1947(!), zijn toen op een schip gezet naar Nederland en doorgestuurd naar Duitsland, om nooit meer naar Suriname terug te keren! De Broedergemeente, een levende kerk, trouw aan Gods Woord, gesticht door het werk van de Duitse zendeling Nikolaus Ludwig graaf von Zinzendorf (1700-1760) was beroofd van haar voorgangers. Toen het schip de Suriname-rivier afvoer naar open zee, stonden de leden van de kerk - bijna allemaal zwarte Surinamers - in witte klederen langs de rivier om met veel tranen hun voorgangers uit te wuiven. Een onbekende, maar grote tragiek! De Nederlandse overheid heeft toen wat mislukte dominees laten sturen, waardoor de Broedergemeente geestelijk snel bergafwaarts ging door slappe en lege preken op zondagmorgen. Vandaag is er een diep verlangen in de Broedergemeente om terug te keren naar Woord en Geest, zoals het vroeger was. Wat een slecht en laf beleid van onze overheid. Ons verleden kent vele smetten, zo ook deze!

Zien we vandaag niet diezelfde ‘heldhaftige’ mentaliteit onder onze overheden als het gaat om beleid met visie? In Amsterdam werd onlangs met groot geweld van de politie een cartoonist, Gregorius Nekschot (pseudoniem), van zijn bed gelicht en door de officier van Justitie twee dagen opgesloten. Hij had de islam beledigd. Zelfs een imam was erover verbaasd. De minister van justitie vond het ook allemaal fout, er bleek niets aan de hand. Dicteren extreme islamieten ook al onze Justitie?

Met subsidie van ons aller belastinggeld kan een Amsterdamse politieagent vandaag echter wel de nieuwste vertaling van de koran met kopen om “zich ’s avonds thuis of voor het slapen gaan” (citaat van vertaler de Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah) in de koran te verdiepen. De PvdA-minister, mevrouw Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken, staat achter het plan. Onze overheid lijkt gevallen te zijn voor de islam. Men moet constateren dat onze overheid op essentiële punten de leiding kwijt is.

Diezelfde houding zien we nu ook in de ChristenUnie. Men heeft gekozen voor een standpunt inzake homoseksualiteit, waarin de grote meerderheid in onze Godvijandige wereld zich kennelijk kan vinden en waarbij de Bijbelse notities inzake dit onderwerp werden losgelaten. Alsof iedereen die wel vasthoudt aan de Bijbelse principes en praxis zou discrimineren. Op het ethische vlak heeft de ChristenUnie de strijd verloren, omwille van de acceptatie in de wereld. “Wie een vriend van de wereld wil zijn, is metterdaad een vijand van God” (Jak. 4:4). Voor de eerste keer in de geschiedenis gaat de meerderheid van wat voor Bijbelgetrouw christendom werd gehouden, om. Er blijkt geen geestelijke ruggengraat meer. De belangenorganisatie voor homo´s, het COC, waarmee de André Rouvoet kort na de laatste verkiezingen, direct contact had opgenomen, kan de buit binnenhalen. Waarom had hij niet kunnen zeggen: “Hier sta ik, ik kan (en wil) niet anders, want Gods Woord zegt dit mij overduidelijk”? Dan maar niet regeren, dan maar geen minister. Conclusie: geen leiderschap.

Een EO-presentator verklaarde voor de televisie bij een andere omroep, overigens niet als antwoord op een vraag, dat seks vóór het huwelijk algemeen is aanvaard door de jongeren en dat wachten tot je getrouwd bent… nou ja, dat bestaat niet meer! Ik was verbijsterd. Moeten mensen met deze opvattingen leiding geven aan onze christelijke jeugd? Conclusie: geen leiderschap! Jongeren niets voorhouden, geen geboden van God, want dan lopen ze misschien wel weg.

Kerkelijke leiders van ons land reizen af naar Egypte om moslimleiders daar ervan te overtuigen dat we in Nederland niets kwaads in de zin hebben tegen de islam. Want… de film Fitna van Geert Wilders kwam eraan. Niemand had de film nog gezien, maar een aantal dominees ging vast op reis, om daar vernederd te worden, weggewuifd, door moslimleiders. Wat een beschamende vertoning!

Het beeld dat ik had van Nederland en Nederlanders is sinds mijn jeugd wel wat veranderd. De weinige Joden die in 1945 terugkeerden uit de kampen, ontdekten dat er andere mensen in hun huizen woonden, hun bezittingen waren weggeroofd door de mensen in de straat en dat hun schilderijen bij de buren hingen. Gewoon… gestolen. De verhalen over kunstcollecties uit Nederland die, of door de Duitsers waren geroofd en doorverkocht, of gewoon door de Nederlandse buren, zulke echt gebeurde verhalen, spreken boekdelen. Zijn we dan mentaal zo’n laag volk? Wie durft eerlijk te zijn? In de spiegel te kijken? Wat horen we vandaag nog vanaf de kansel? In de oorlogsjaren waren er ook gelukkig andere Nederlanders, helden, mensen die zich ingezet hebben voor de redding van Joodse landgenoten. Het museum Yad Vashem in Jeruzalem laat heel wat namen zien van die Nederlanders. Maar dat is een minderheid van ons volk gebleken. Daarom zijn er verhoudingsgewijs in Nederland de meeste Joden omgekomen. Hun treinkaartje naar kamp Westerbork moesten ze nog zelf betalen aan de Nederlandse Spoorwegen, om vandaar uit in veewagens afgevoerd te worden naar de gaskamers. Adolf Hitler had al zeven jaar luid geroepen dat hij de Joden in Europa zou uitroeien, maar achteraf zei het Nederlandse politieapparaat niet te hebben geweten wat er met de Joden zou gebeuren, die vaak met hun hulp werden opgepakt en afgevoerd. Ons volk zou zich diep moeten schamen. Maar daar is weinig van te merken.

We reisden onlangs met de trein naar Berlijn. We waren daar in het oorlogsmuseum ter herinnering aan de moord op de zes miljoen. Ik zag daar historisch besef, voelde iets van de pijn van een eens zo verwoeste stad door de geallieerde tapijtbombardementen. Ik vertelde een Duitser dat ik als kind de vliegtuigen uit Engeland hoorde overvliegen in de nacht. Mijn vader zei: “Ze zijn op weg naar Duitsland. Straks komt er een einde aan de oorlog, aan de hongerwinter, dan hebben we weer te eten.” Ik was vier jaar, maar herinner het mij als de dag van gisteren. Het diepe gebrom in de verte, aanzwellend tot heel veel lawaai in de nacht. Ik dacht: ‘Daar gaan ze, die zijn van ons.’ We kregen de vrijheid, het werd vrede en er kwam eten op tafel in ons gezin met zes kinderen.

Maar waar zijn we nu, meer dan zestig jaar later, met ons land en volk? Over welke normen en waarden hebben we het eigenlijk? Wat is onze volksaard, wie is dé Nederlander? Wie durft kritisch te kijken, te spreken en zich voor de levende God te verootmoedigen… “We hebben gezondigd! O God, ontferm u over Nederland, over onze jongeren, die worden meegesleurd in de baggerstroom van televisie en internet. Wek Uw Gemeente op, Here, bewaar haar, rust haar toe met de gaven en de schatten van Uw Geest en in de volle wapenrusting Gods” - Zie ook het gebed van Daniël (Dan. 9:4-19).

Feike ter Velde