Wat kiest Amerika?

Feike ter Velde • 82 - 2006/07 • Uitgave: 24
In de Verenigde Staten beginnen de twee grote politieke partijen – de Republikeinen en de Democraten – zich op te maken voor het kiezen van hun presidentskandidaat. De presidentsverkiezingen zijn in 2008.
Bij de Democraten zijn de twee topkandidaten duidelijke herkenbaar: Hillary Clinton – de vrouw van de voormalige president Bill Clinton – en de gouverneur van de staat Illinois, Barack Hoessein Obama. Zijn ster is rijzende, zijn toespraken indrukwekkend en meeslepend en zijn aanhangers laaiend enthousiast. Zal hij de eerste zwarte president van de Verenigde Staten worden?




De situatie in de wereld kan snel veranderen. Vooral in de 20e eeuw hebben we gezien hoe snel. De val van het communisme en de veranderde werkelijkheid in Europa en de rest van de wereld deden zelfs de futuristen versteld staan. Op dit moment zijn de Verenigde Staten de machtigste natie, cultureel en politiek nauw verbonden met Europa en daarom zijn de VS ook voor ons van groot belang. De presidentsverkiezingen van 2008 zijn daarom óók voor ons van betekenis. Wat tekent zich daarin af? President George W. Bush heeft zijn twee ambtsperioden erop zitten en kan derhalve niet terugkeren. De Republikeinse partij heeft nog geen duidelijke kandidaat voor het Witte Huis naar voren geschoven. De tegenpartij – de Democraten – echter wel. Hillary Rodham Clinton staat in de peilingen op nummer één, direct gevolgd door een jongeman, Barack Hoessein Obama. De leden van de partij gaan tussen die twee kandidaten kiezen. Beiden vormen een geheel nieuw fenomeen in de VS. Wordt Hillary Clinton door de Democraten gekozen, dan wordt zij de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van het land. Als er een zwakke tegenkandidaat van de Republikeinen tegenover haar komt te staan, is de kans zeer wel aanwezig dat zij president wordt. Wordt Obama gekozen door de Democraten en staat hij in 2008 tegenover een zwakke republikeinse tegenkandidaat, dan wordt hij de eerste zwarte president.



Na de periode van Irak, met zo veel tegenslagen en foute beslissingen, vooral door de voormalige minister van Defensie Ronald Rumsfeld, is Amerika toe aan een periode zonder oorlog. Weg uit Irak en wellicht ook uit Afghanistan lijkt het grote thema bij de presidentsverkiezingen te worden. Dat zal sterk door de Democraten worden benadrukt. De Democraten staan voor een linksere politieke koers, vooral op binnenlandse thema’s. De ethiek is daarbij een groot onderwerp, net als bij ons. Onder de acht jaar durende regering van Bill Clinton (Democraat) is er een abortuspraktijk gegroeid, die zelfs in het progressieve Nederland verbazing wekte. Ongeboren kinderen in de zesde en de zevende maand van de zwangerschap werden geaborteerd met de technieken van de zogenaamde ‘Partial-birth-abortion’ [gedeeltelijke-geboorte-abortus]. Het ingedaalde kindje wordt in de baarmoeder met speciale apparatuur gedood en zo als één geheel eruit gezogen met een daarvoor ontwikkeld zuigapparaat. De regering van George Bush (Republikein) vaardigde in 2003 een wet uit die deze gruwelijke praktijken verbiedt. In een indrukwekkende toespraak bij de ondertekening van deze wet wees Bush op de noodzaak van deze wet teneinde het ongeboren leven te beschermen.



Hij zei o.a. dit:

“De gruwelijke praktijk van deze ‘partial-birth abortion’ blijkt uit een eenvoudige beschrijving van wat er op dat moment gebeurt en met wie. Het betreft de gedeeltelijke geboorte van een jongen of meisje en dan een plotselinge en gewelddadige dood, die aan het gedeeltelijk geboren leven een abrupt einde maakt. Onze natie behoort haar kinderen een beter welkom te heten. Blijkens de cijfers worden veruit de meeste van deze abortussen niet uitgevoerd uit medische noodzaak, maar wel uitgevoerd door onze medici, waarvan de vakgroep zelf in meerderheid verklaart, dat deze praktijk geen noodzaak kent. Het is wreed voor het kind, kwaad voor het verdere leven van de moeder en een schending van onze medische ethiek. Het is de plicht van de staat, hier de sterke, om het zwakke te beschermen. Amerika staat voor vrijheid, het bevorderen van levensgeluk en het recht op leven. De meest fundamentele plicht van de regering is het verdedigen van het onschuldige leven. Iedere persoon, hoe zwak of kwetsbaar ook, heeft een plaats en een doel in deze wereld. Iedere persoon heeft een bijzondere waardigheid. Dit recht op leven kan niet door de regering worden toegekend, noch ontkend, omdat het niet komt van de regering. Het komt van de Schepper van het leven. We zijn geroepen een cultuur te scheppen voor het leven en deze maatschappij een rechtvaardige en verwelkomende gemeenschap te maken voor alle Amerikanen.”



Tegenstanders van deze wet beklagen zich om het inleveren van hun ‘verworven vrijheden’ door deze conservatieve president. Net als bij ons gaat het in Amerika evenzeer om de grote vragen van leven en dood. Het leven is niet veilig in de handen van wetteloze mensen, die Gods geboden verwerpen. Hier niet en daar ook niet. Hillary Clinton staat bekend als een zeer progressieve vrouw, ook als het gaat om de grote vragen van leven en dood.



Haar tegenkandidaat in de Democratische Partij is de jongste senator van de VS – in de staat Illinois – Barack Hoessein Obama (45). Een briljante en jeugdig ogende man, die in 2004 een indrukwekkende rede hield op het congres van de Democratische Partij en toen nationaal doorbrak als groot politiek talent. Hij werd geboren uit een zwarte vader uit Kenia – die in Hawaï woonde als buitenlandse student – en een blanke Amerikaanse moeder die daar ook studeerde. Zijn ouders scheidden toen hij vier jaar oud was. Zijn moeder trouwde daarna met een radicale moslim uit Indonesië. Op zijn zesde jaar gingen zijn ouders naar Indonesië, waar de jonge Obama naar een moslimschool in Jakarta ging. Hij zat ook twee jaar op een Rooms-katholieke school. In het publieke leven vermijdt hij zijn moslimachtergrond en benadrukt altijd sterk dat hij ook op een Rooms-katholieke school is geweest. Zijn politieke adviseurs zeggen in het publiek dat de islamitische invloed op Obama is gekomen van zijn vader, die hij echter na zijn tweede levensjaar niet meer heeft gezien. Maar de echte islamitische invloed kwam van zijn Indonesische stiefvader, Lolo Soetoro, de tweede man van zijn moeder. De moslimschool in Jakarta was van de richting van het Wahabisme, de meest radicale tak van de islam, die ook door Osama Bin Laden wordt aangehangen, alsook door de meeste moslimterroristen die zich gewelddadig tegen het Westen keren. Kwade tongen tegen Obama, ook uit kringen van zijn Democratische tegenstandster Hillary Clinton, beweren dat hij lid is geworden van een christelijke kerk, omdat dat in Amerika het beste is als je presidentskandidaat wilt worden en je moslimachtergrond wilt camoufleren. Feit is dat zijn moslimachtergrond nergens blijkt uit zijn eigen publicaties, ook niet op zijn Amerikaanse website. Natuurlijk spreekt hij zich ook uit tegen terrorisme, maar tot nu toe is nog nergens een publieke uitspraak van hem te vinden over de radicale islam, de politieke aspiraties van moslimgroepen in Amerika en Europa en Azië, de situatie van Israël in het Midden-Oosten, enz. Die vragen gaan dringen en zullen de komende tijd zeker aan de orde worden gesteld in het publieke debat in de VS. Want waar liggen zijn contacten en waarom verzwijgt hij zijn moslimachtergrond? Toch wel interessante vragen bij het opkomen van een nieuwe politieke ster in de VS, wiens toespraken uitermate boeiend zijn en die er alles aan doet goed over te komen met gematigde standpunten, verpakt in een charmante presentatie. Niet de inhoud van de toespraak en het politieke programma, maar het tv-plaatje bepaalt voor het grootste deel de uitslag van verkiezingen, bij ons, maar zeker ook in de Verenigde Staten. Wat kiest Amerika, is voor de hele wereld, Israël voorop, nu al een essentiële vraag.



Feike ter Velde