Wat verhindert jou om Jezus te verwachten? (2)

ds. M.M. van Campen • 84 - 2008 • Uitgave: 23
Op de jongerenavond van 12 september in de tent van het Brandpunt te Doorn, voorafgaand aan de toogdag, heb ik mogen spreken tot zo’n duizend reformatorische en evangelische jongeren over het thema: jouw leven in het licht van de wederkomst. Een zevental geestelijke belemmeringen kwam ter sprake. Hieronder volgt een samenvatting met hier en daar een uitbreiding. In het vorige nummer stonden de eerste drie belemmeringen: onwetendheid, onzekerheid en onzuiverheid.

(4) Ongeestelijkheid
Christenen kunnen zo in beslag genomen worden door bijkomstigheden en te weinig letten op de kern en dat is toch dat we tot God bekeerd zijn om de levende God te dienen én Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten. Gelovigen, ja hele gemeenten blijven onvolwassen, discussiëren over theologische vraagstukken en timmeren zo de deuren naar buiten en de vensters naar boven dicht. Geloofsgemeenschappen worden introvert en verliezen veel tijd aan het blussen van binnenbrandjes.
Paulus waarschuwt de Korinthiërs voor vleselijkheid. Het is ongeestelijk te zeggen: ik ben van Paulus maar ik ben van Apollos of Cefas. Speel knechten en kerken niet tegen elkaar uit alsof de één beter is dan de ander. Het op elkaar neerzien hindert het verlangend uitzien naar de komst van de Geliefde.
Er wordt heel wat gekibbeld over welke Bijbelvertaling we mogen gebruiken (Statenvertaling of NBV), over wat we willen zingen in de eredienst (alleen psalmen of ook gezangen, de eerste helft uit de bundel Opwekkingsliederen of de tweede helft), over welke muziekinstrumenten we gebruiken in de samenkomst (niets behalve een orgel of alles behalve een orgel), over volwassendoop of kinderdoop, over de positie van de vrouw in de gemeente, over de status van de gereformeerde en lutherse belijdenisgeschriften, over antinomianisme en arminianisme? Het is zonder meer ongeestelijk deze zaken te maken tot sjibbolets van rechtzinnigheid. Het zijn allemaal heel belangrijke bíjzaken.
POSITIEF ADVIES: Weet dingen te relativeren en leer te onderscheiden waar het op aankomt. In de samenkomsten van de eerste christengemeente klonk telkens weer de wekroep: Maranatha, kom Heere Jezus, ja kom haastig. Het uitzien naar de wederkomst behoort helemaal bij het christen zijn. Dat behoort tot de hoofdzaken.
Laten we ervoor oppassen te worden als die boze slaaf in de gelijkenis, die in zijn hart zegt: Mijn Heer blijft uit en zijn medeslaven begint te slaan… desnoods met Bijbelteksten om de oren. Op de snijbank van uw dogmatiek zijn misschien al heel wat broeders en zusters verwond geraakt.
Spurgeon zegt in een preek: “Als de Here nu eens terugkwam om Zijn kerk te bezoeken, zou Hij sommigen van Zijn kinderen met blauwe ogen zien, anderen met schrammen, krassen en builen. En op Zijn vraag hoe dat komt zouden we moeten antwoorden: Here, ik heb met mijn broeder gevochten…”

(5) Onbekeerlijkheid
Ja, maar hoe zal het dan gaan met mijn kinderen of kleinkinderen, familieleden, vrienden en collega’s, die nog onbekeerd zijn? Toch mag het niet zo zijn dat deze vraag de verwachting doet verflauwen. Wanneer iemand in een tijd van oorlog, waarin het land onderdrukt wordt door de bezetter, niet verlangt naar de bevrijding, houden we hem voor een slechte vaderlander, ja zelfs een verrader.
POSITIEF ADVIES: de Maranathaboodschap is een klemmend motief om getuigen te zijn van de Heere Jezus en om de zending een warm hart toe te dragen. Tussen Hemelvaart en Wederkomst geldt de opdracht van Jezus voor al Zijn discipelen: gij zult Mijn getuigen zijn.
Mijn onbekeerde familie mag geen reden zijn om Jezus te vragen Zijn komst uit te stellen, maar moet wel een reden zijn om te bidden voor hun behoud en om gedrongen door de liefde van Christus, hen te bewegen tot het geloof in Hem Die nu de Redder wil zijn, maar straks de Rechter zal zijn.
Wees toch wakker volk des Heeren!/ Werk zolang uw pols hier slaat/ win toch zielen voor uw Heiland/ eer ‘t voor eeuwig is te laat.
Ik wil niet gaan met lege handen zo mijn Heiland tegemoet, zonder één verloste zondaar mee te brengen aan Zijn voet.
Miljoenen mensen sterven weg in allerlei landen, steden en dorpen. Ik verlang naar U, maar voordat U terugkomt mogen er nog velen verlost worden? En gebruikt U mij dan als een instrument in Uw hand. Here, neemt mij, vorm mij, vul mij en zend mij!
Missionair gemeente zijn behoort ook tot de hoofdzaken van het christelijk geloof. De Maranathaboodschap heeft alles te maken met missionair bezig zijn.

(6) Onevenwichtigheid
Als kind, maar zeker ook als knecht van God kunnen we zo bezig zijn in het werk van de Here, dat we de Heer van het werk vergeten. 1 Tessalonicenzen 1:10 zegt dat God dienen en Zijn Zoon uit de hemel te verwachten de twee aspecten van het christenleven zijn. Wat een Schriftuurlijk evenwicht, wat een Bijbelse balans. Wij christenen vervallen vaak in uitersten. In Thessalonica werd het eerste teveel verwaarloost. Men werkte niet meer. Men kreeg een overspannen wederkomstverwachting.
Wí­j daarentegen moeten oppassen voor verwaarlozing van het tweede. Je kunt grote geestelijke ijver aan de dag leggen in het hier en nu, maar ondertussen vergeten dat de Meester snel terugkomt. Gods volk staat vandaag de dag niet te dringen aan het venster van de verwachting. Het venster naar de wederkomst moet weer open.
POSITIEF ADVIES: De christelijk houding is niet werken in het ambt of de bediening totdat je dood gaat, maar werkend verwachten.
Spurgeon noemt de wederkomstverwachting de thermometer die de temperatuur van ons geloofsleven aangeeft. Ik dien God met blijdschap, maar schrijf wel elke week bovenaan mijn agenda: Jezus zou kunnen komen. De vraag is dan niet: kan ik God ontmoeten wanneer ik sterf, maar kan ik Jezus ontmoeten wanneer Hij terugkomt? Dat moment kan eerder zijn dan de dag van mijn dood. Niet het memento mori, maar het maranatha is mijn levensdevies. We wachten niet aan het eind van onze dienst op de dood, maar we verwachten tijdens onze dienst de Heiland in heerlijkheid. We staren niet naar een gat in de grond, maar kijken naar de wolken en zien op naar boven.
Elk jaar, elke maand, elke week, elke dag brengt ons dichter bij die geweldig gebeurtenis van Zijn glorieuze verschijning. ‘Uw volk roept Maranatha, o Heer Jezus kom, sla toch van uw kalender de laatste bladzij om.’
Zoals vrouwen van de VN-militairen uitzien naar de terugkeer van hun geliefden die elders in deze wereld een vredesmissie verrichten. Zoals een kind dat zoveel streepjes op het behang van de slaapkamer zet als het aantal dagen dat vader wegblijft. Elke dag haalde ze met een gummetje een streepje weg en dan telde ze opnieuw, nog zoveel dagen en dan komt vader terug. Elk streepje minder is een dag dichterbij en ondertussen deed ze goed haar best op school, want als vader terugkeert zal hij vragen naar mijn rapport! Wij gaan niet rekenen, maar letten wel op de tekenen en ondertussen zullen we al werkende Hem verwachten.

(7) Onzorgvuldigheid
Na de lange rede van Jezus over de wederkomst in Matteüs 24, geeft Hij in Matteüs 25 twee toepassingen:
1) in de gelijkenis van de 10 maagden legt Hij de nadruk op waken en wachten;
2) in de gelijkenis van de talenten legt Hij de nadruk op werken. Dit is het omgekeerde van nummer 6. God dienen is net zo belangrijk als Zijn Zoon uit de hemel verwachten. Wie zijn talent in een zweetdoek legt en begraaft en niet met zorg en ijver arbeidt zolang het dag is, is een luie en boze slaaf. Wie geen goeddoet, de hongerige niet voedt, de dorstige niet drenkt, de zieke niet bezoekt, de gevangene niet gedenkt, de naakte niet kleedt, komt straks aan de linkerkant te staan.
We kunnen ook uit de Bijbelse balans raken door te weinig te werken en een overspannen wederkomstverwachting te hebben. Dit was het gevaar bij de Tessalonicenzen. Ze dachten het moment van Zijn verschijning zo dichtbij, dat ze niet meer wilden gaan werken. Het maakte hen onzorgvuldig en nalatig in de uitoefening van hun taak. Paulus zegt daarop zo nuchter: wie niet werken wil, zal ook niet eten! Nee, het mag je niet werkonwillig maken. Het mag je niet arbeidsschuw maken.
POSITIEF ADVIES: God wil dat we heilig leven en zorg dragen voor de schepping en voor de samenleving. Je mag niet weglopen voor de taak op deze aarde. Gebruik je talenten. Begin rustig aan je vervolgstudie, of die avondcursus. Doe rustig aan langetermijnplanning en organiseer meerjarige activiteiten. Solliciteer gewoon naar die andere baan.
De Joden spreken over tikkoen olam: het opknappen van de wereld, dat bespoedigt de komst van de Messias. Gelukkig die slaaf, zegt de Heiland, die zijn heer als hij komt zo bézig zal vinden. Drijf handel met het pond aan jou toevertrouwd totdat Hij komt. Hoe zal de Heere ons aantreffen? Bezig de taak te vervullen die Hij ons opdroeg in het gewone leven?
Augustinus wilde dat de Heere hem prekende of biddende zou aantreffen.

Ds. Ruud van Campen

Auteur is predikant in Rotterdam-Zuid.