We moeten terug naar de prediking van de Wet

ds. Oscar Lohuis • 85 - 2009 • Uitgave: 10
De hervormers stelden dat het onderscheid tussen wet en evangelie het verschil markeert tussen christendom en heidendom. In de middeleeuwen was er een godsdienst ontstaan waarin dit onderscheid ondergesneeuwd was geraakt. Luther groeide op in een kerk waarin hem geleerd werd dat ook zijn eigen gerechtigheid nodig was om gerechtvaardigd te kunnen worden door God. In de Roomse Kerk preekte men het evangelie plus de gerechtigheid door de wet. Daardoor worstelde Luther zo met de vraag hoe hij behouden kon worden, want hij zag in zichzelf niet die gerechtigheid die nodig was voor zijn behoud. Hij liep dus hoe langer hoe meer vast door de wet.
De grote verlossing kwam toen hij door de Romeinenbrief en de brief aan de Galaten ontdekte dat het helemaal niet onze eigen gerechtigheid is waardoor wij behouden worden. Het is niet het evangelie plus de wet, maar het is het evangelie ALLEEN! Het is de boodschap van Gods vrijspraak door geloof in Jezus Christus waardoor wij gerechtvaardigd worden. Gerechtvaardigd betekent dan ook rechtvaardig verklaard door God, ook al zijn wij zelf nog niet daadwerkelijk zo rechtvaardig als de wet eist. De hervormers gingen terug naar alleen de genade (en niet de genade plus onze eigen werken), alleen het geloof (en niet het geloof plus de sacramenten), alleen de Schriften (en niet de Schriften plus de traditie) en alleen Christus als Middelaar (en niet Christus plus Maria of overleden heiligen). En daarom komt ook alleen God alle eer toe, Soli Deo Gloria: eigenroem is uitgesloten, laat wie wil roemen, roemen in de Here.
Elke tijd heeft zo zijn eigen uitdagingen. Ook in de evangelische beweging vandaag de dag is het onderscheid tussen wet en evangelie ondergesneeuwd geraakt. De scherpte van de wet wordt nog maar zelden gepreekt. Het evangelie wordt vaak voorgesteld als een boodschap die troost geeft in moeilijke tijden en verzachting geeft van onze pijn. In veel prediking in evangelische gemeenten klinkt meer een therapeutische boodschap dan de Bijbelse boodschap van zonde en genade. Wanneer heeft u voor het laatst een preek gehoord die u deed wanhopen aan uzelf? Alleen wanneer de eigen gerechtigheid volkomen onder de voeten van de mensen wordt weggeslagen, is er sprake van Bijbelse prediking. Alleen dan maken wij het onderscheid tussen wet en evangelie, zoals ook Jezus en de apostelen en de hervormers dat deden. Maar vaak zijn wij te trots om die boodschap te willen aanhoren en zijn predikers te bang voor mensen om deze boodschap te durven brengen. Liever wordt er gesproken over hoe God helpt, hoe Hij antwoordt op gebed, hoe Hij er voor ons is. Ook dat is Bijbelse waarheid, maar de vraag is of dat de prediking is die de ingeslapen kerk van nu zal wakker schudden en ongelovigen tot geloof zal doen komen.
Door studie en gesprek met collega's de laatste tijd, is bij mij de diepe overtuiging gegroeid dat wij terug moeten naar de prediking van wet en evangelie en daarbij het onderscheid tussen die twee wegen sterk moeten benadrukken. Dat betekent dus ook dat wij de wet moeten prediken om mensen ervan bewust te maken dat zij een Redder nodig hebben. Door de wet alleen worden zondaars die gerust zijn in hun zonden, opgewekt tot bezorgdheid om hun zonden. Jezus predikt ook heel duidelijk de wet in de belangrijkste en meest uitvoerige rede die wij van Hem hebben in de Schrift: de Bergrede. Hij laat daarin als geen ander de scherpte van de wet zien. Hij predikt de wet niet als weg tot behoud, dat geenszins. Nee, Hij laat juist zien dat de door de wet geen enkel mens rechtvaardig is.
De wet verklaart ons allen schuldig, de wet veroordeelt ons allemaal, de wet is voor ieder mens totaal verpletterend. Maar wanneer iemand zich daarvan bewust wordt, dan komt er zondebesef, verbrokenheid, ootmoed. Dan wordt die venijnige trots afgebroken en dan wordt een mens in staat gesteld om van zichzelf te gaan afzien en te gaan kijken naar een andere gerechtigheid dan die van zichzelf. In het evangelie wordt niets van ons geëist, zoals bij de wet, maar wordt ons alles om niet aangeboden. Wij worden gerechtvaardigd, niet op grond van onze gehoorzaamheid aan de wet, maar op grond van Jezus’ verdiensten. God eist volmaakte gerechtigheid. Die hebben wij niet uit onszelf, maar Jezus heeft die volmaakte gerechtigheid gebracht door Zijn leven en sterven aan het kruis. Het is op grond van die volmaakte gerechtigheid van Hem, op grond van een aan onszelf vreemde gerechtigheid, dat wij in het reine met God mogen staan.
De moderne evangelische beweging moet opnieuw terugkeren naar de genade alleen. Er wordt misschien gezegd: mensen zitten niet te wachten op de prediking van onderwerpen zoals zonde en genade, wet en evangelie, veroordeling en rechtvaardigmaking, want daar zijn mensen helemaal niet mee bezig. Dat kan wel zo zijn, maar de vraag is niet waar mensen mee bezig zijn, maar wat de boodschap van God is. De vraag is wat er in de Bijbel staat, niet wat de moderne hypes of trends zijn. Door de prediking van de wet zullen mensen weer geïnteresseerd raken in het leerstuk van de rechtvaardigmaking door het geloof. Want ook al is het niet de zogenaamde ‘felt need’ (de gevoelde behoefte) van velen, het is wel hun ‘real need’ (hun werkelijke nood) om recht komen te staan voor God. De grootste nood van de mens is niet hulp in dit leven, troost in het lijden, verzachting van pijn of een gezonder zelfbeeld. De grootste nood van de mens is vrijspraak van het oordeel vanwege de overtreding van de wet van God. Jezus is niet vooral Therapeut, Vriend of Coach. Nee, Jezus is Verlosser van zonden en de enige Middelaar tussen God en mensen.

ds. Oscar Lohuis