Wedergeboorte door de Heilige Geest

ds. Theo Niemeijer • 85 - 2009 • Uitgave: 11
Zie, ik breng geest in u en gij zult herleven… En de geest kwam in hen en zij herleefden… (Ez. 37:5-10)
Ezechiël kreeg een vreemd visioen te zien. Hij zag een dal vol met dorre doodsbeenderen, waarmee het volk Israël vergeleken werd. Op de vraag van de Here: “Kunnen deze beenderen herleven?” antwoordde Ezechiël heel diplomatiek: “Gij weet het.” Het grote wonder vond echter plaats toen Ezechiël begon te profeteren. De beenderen voegden zich weer aaneen, zoals ze bij elkaar behoorden. Er kwamen spieren op en vlees, er trok een huid overheen en uiteindelijk werd de geest in de doden lichamen geblazen, zodat ze herleefden.
Ditzelfde wonder vond voor het eerst plaats toen de Here God Zijn levensadem in de eerste mens blies, waardoor Adam een levende ziel werd. God blies het leven in de eerste mens. Hij is de Bron van het leven, de enige die leven voort kan brengen.

Het loon van de zonde is de dood (Rom. 6:23)
Toen Adam en Eva zondigden, vloeide het leven uit de eerste mens weg. Ze schaamden zich voor elkaar, werden bevreesd en verstopten zich voor elkaar en voor God. Wat een enorme omwenteling hebben Adam en Eva op dat moment meegemaakt. Vanuit een volkomen harmonie met God, elkaar en de natuur veranderde hun situatie in absolute chaos. Adam schoof zijn vrouw Eva de schuld van alles in haar ‘schoenen’. De aarde werd vervloekt, de eerste broedermoord vond al gauw plaats en zo stevende de aarde af op de totale vernietiging bij de zondvloed.
Zonde verwoest alles en maakt een mensenleven kapot. De mens bestaat, existeert nog wel, maar leeft eigenlijk niet meer. Vanaf het moment dat de zonde zijn entree in het menselijk bestaan gemaakt heeft, is de mens het ware leven kwijt en bewust of onbewust op zoek naar het echte leven. Men denkt op allerlei manieren dit leven te vinden. De één met aards succes, de ander met geld, weer een ander met seks, maar uiteindelijk blijkt niets dat op te leveren waar men ten diepste naar op zoek is.

Hij is overgegaan uit de dood in het leven (Joh. 5:24)
De Bijbel wijst ons de weg waardoor ‘dode’ mensen weer tot leven kunnen komen. De Here Jezus legt Nikodemus uit, dat hij opnieuw geboren moet worden en vertelt hem over het wonderlijke werk van de Heilige Geest: ‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, van waar hij komt of waar hij heengaat; zó is een ieder, die uit de Geest geboren is’ (Joh. 3:8).
Net zoals bij de schepping van de mens, waarbij de Here God de levensadem in de eerste mens blies, zo leert de Here Jezus ook Nikodemus over het blazen van de wind, de werking van Gods Geest, die wij niet kunnen sturen of claimen, maar doet wat Hij wil. Het woord ‘Wind’ of ‘Adem’ wordt in het Hebreeuws vertaald met ‘Ruach’ en in het Grieks met ‘Pneuma’, welke in het Nederlands beide ‘Geest’ betekenen. Wanneer God Zijn Geest in het hart van een gelovige blaast, vindt een nieuwe geboorte plaats en gaat iemand over vanuit de dood naar het leven.
Na de opstanding verschijnt de Here Jezus als de opgestane overwinnaar aan Zijn apostelen. Bij deze gelegenheid ‘blies Hij op hen en zei tot hen: Ontvang de heilige Geest’ (Joh. 20:22). Hier kondigt de Here Jezus het moment aan, dat de Here God vanuit de hemel Zijn levensadem weer opnieuw in het hart van de gelovigen zal blazen.

God blaast opnieuw… een geweldige windvlaag
Over dit Pinksterwonder lezen we in Handelingen 2:2 ‘En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren.’ Hier zijn de apostelen getuige van Gods levensadem, die God in het hart van de apostelen blies, waardoor zij opnieuw geboren werden. Het wonder van Pinksteren voltrok zich voor het eerst op deze wonderlijke dag in Jeruzalem, waarop God Zijn levensadem opnieuw in het hart van de apostelen blies, waardoor zij een nieuwe schepping werden en vanuit de dood tot het nieuwe, eeuwige leven overging.
‘De Geest is het die levend maakt’ zo lezen we in Johannes 6:63. Dat begon op de Pinksterdag in Jeruzalem en ging als een lopend vuurtje vanuit Jeruzalem naar Judea, Samaria en tot in de verste uithoeken van de aarde. Net zoals de dood zich na de zondeval razendsnel verspreidde, zo was dit nu het geval met het nieuwe leven, waaraan iedereen die tot het geloof in de Here Jezus kwam, deel kreeg. Heeft dit nieuwe leven u ook al bereikt?
Dit nieuwe leven is de vrucht van Pasen, toen de Here Jezus onze zonde en straf gedragen heeft, waardoor we met God verzoend werden. Met Pasen wordt onze relatie met God hersteld, terwijl Pinksteren ons de mogelijkheid geeft om in een relatie met Hem te kunnen leven. Wanneer u in de Here Jezus gelooft als het Lam van God dat ook uw zonden gedragen heeft, ontvangt u vergeving van zonden en wordt uw hart gereinigd, zodat Gods Geest in uw gereinigd hart kan nederdalen.

Een nieuwe geboorte, een nieuwe identiteit
We lezen in Genesis 1:26-27 dat God de mens naar Zijn beeld en naar Zijn gelijkenis schiep. Bij het inblazen van Zijn levensadem schonk God Zijn identiteit aan de mens en werd hij naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen. Door de zondeval is de mens zijn goddelijke identiteit kwijtgeraakt. Er was geen mens meer op aarde die deze goddelijke identiteit droeg, totdat de Here Jezus kwam, Gods Zoon, de volmaakte Mensenzoon. Hij kon zeggen: ‘Wie Mij ziet, ziet de Vader’ (Joh. 14:9) Hij was het beeld van de onzichtbare God, de afdruk van Zijn wezen (Kol. 1:15, Hebr. 1:3).
Door Pinksteren krijgt de mens zijn oorspronkelijke identiteit weer terug. Zijn beeld, Zijn gelijkenis ontvangen we opnieuw bij onze wedergeboorte, met als uiteindelijk doel om bij Zijn wederkomst volkomen aan Hem gelijk te zijn, want: ‘wij zullen Hem gelijk wezen, want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is’ (1Joh. 3:2).
De kenmerken van dit goddelijke leven worden in Galaten 5:22 beschreven: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Door het ontvangen van Gods Geest ontvangen we niet alleen het leven, maar ook een heel nieuwe identiteit, Gods identiteit! Veel christenen weten wel dat ze door Gods Geest opnieuw geboren zijn, maar beseffen niet dat deze zelfde Geest hun leven wil veranderen, zodat de kenmerken van de Geest in hun leven steeds meer zichtbaar worden.
Velen in de gemeente te Korinthe leefden nog als onveranderde mensen. Gods Geest had maar weinig ruimte in hun leven gekregen (1Kor. 3:1-3). Voor hen is het Pinksterfeest nooit een echt feest geworden. Ze ervoeren het vrijwel niet in hun leven. Heeft uw leven door Gods Geest een andere identiteit gekregen? Pas dan wordt het echt Pinksteren!

Ds. Theo Niemeijer