Werkzaam geloof

Jef de Vriese • 81 - 2005/06 • Uitgave: 15
Werkzaam geloof



Geloof in het Woord moet zich uitwerken. Wie die uitwerking niet ziet en toch denkt dat hij gered is, die misleidt zichzelf. Het is een complete misrekening. Zijn inschatting van de werkelijkheid zit helemaal fout. Gewillige luisterbereidheid is goed, maar onvoldoende. Luisterbereidheid heeft pas zin indien er gehoorzaamheid uit volgt. Het wezenlijke kenmerk van geloof is niet een tijdelijk onder de indruk zijn van Gods Woord, maar een permanente uitwerking van het Woord in handel en wandel. Wij moeten voortdurend daders van het Woord zijn (Jak. 1:22). Wij moeten horen én doen (Matt. 7:24; Joh. 13:17). Wij moeten in Zijn Woord blijven. Dit is het kenmerk van de ware discipel (Joh. 8:31). Dat is wat onze zielen behoudt. Niet de hoorders zijn rechtvaardig bij God, maar de daders (Rom. 3:13).



Het doen van het Woord is dus veel meer dan ons uiterlijk gedrag er op afstemmen. Het is allereerst een innerlijke houding van het hart, van waaruit niet de zonde, maar de vrucht van de Geest zich in het dagelijkse leven uitwerkt. Het is een inwendig kenmerk van de ziel, met uiterlijke gevolgen.



Alleen horen leidt nergens toe. Misschien geeft het een goed gevoel. Misschien brengt het even troost. Maar indien wij de prediking van het Woord passief ondergaan en noch na het lezen van de Bijbel, noch na de uitlegging van het Woord in de eredienst, actief veranderen, heeft dat geen nut. Wie alleen maar hoort zonder daad, maakt zichzelf wijs dat hij bij God hoort, hij misleidt zichzelf. Echt geloof snakt naar het Woord en verlangt te gehoorzamen.



Jef De Vriese