Wetenschap: vijand van het geloof?! (1)

Hans Kruisman • 85 - 2009 • Uitgave: 18
Inleiding
Geloof en wetenschap zijn tegenwoordig vaak onderwerp van gesprek. Overal in het land worden studies gehouden over het ontstaan van de wereld. Er wordt gediscussieerd over evolutie, creatie, enz… Vanuit dit vraagstuk komt men uit op een groter en dieper vraagstuk. Wat is de rol van wetenschap in het geloof van mensen en vice versa? Wat is de invloed van wetenschap op ons denken?


Er zijn twee gebieden waardoor ons denken structuur en richting krijgt.
Het eerste gebied noemen wij het ‘basis’-denkkader dat hoofdzakelijk levensbeschouwelijk is. Bij christenen, die God gehoorzaam willen zijn, zal dit denkkader voor een belangrijk deel door het Woord van God worden ingevuld. Het ‘Schriftgericht denken’ is het middel om dit vorm te geven. (zie het eerder geschreven artikel: ‘Ieder heeft zo zijn eigen mening over de Bijbel’ in het Zoeklicht 2009 nummers 6,7).
Het tweede gebied zijn de werken die op dit ‘basis’-denkkader worden gebouwd. Zo is wetenschappelijk werk niets anders dan het bouwen op dit fundament door gebruikmaking van wetmatigheden die in de schepping gevonden kunnen worden. Het ‘Scheppingsgericht denken’ is het middel om dit vorm te geven.

De uitspraak ‘de wetenschap is de vijand van het geloof’ zegt iets van de persoon die de wetenschap ziet als het onaantastbaar fundament van de ‘waarheid’. Wanneer wij de wetenschap verheffen tot een onaantastbaar fundament, wordt het een monster dat ons denken en handelen verruïneert. Hierdoor verlaten wij de veilige haven die de Schepper ons heeft aangeboden. Ons denken wordt dan vatbaar voor de machten van de duisternis. ‘Zie, het woord des HEREN hebben zij verworpen, wat voor wijsheid zouden zij dan hebben?…’ (Jer. 8:9). Wij zien hiervan veel voorbeelden om ons heen. Het noemen van voorbeelden zal altijd veel vragen oproepen, maar toch zie ik het als mijn plicht om een voorbeeld te noemen. Ik denk aan de Tweede Wereldoorlog. Adolf Hitler kwam, door de duisternis ingegeven, onder de ban van de ‘Evolutietheorie’. Bij uitstek een ‘wetenschap’ die het denken van de mens verruïneert. Met alle gevolgen!

Veel jongeren hebben, na een wetenschappelijke studie, het geloof vaarwel gezegd. Of zij houden juist de wetenschap angstvallig ver verwijderd van hun geloof. En wat is hiervan de oorzaak? Dat is het niet kunnen onderscheiden van de twee genoemde gebieden waarin het ‘Schriftgericht denken’ en het ‘Scheppingsgericht denken’ een sleutelrol spelen.
Laten wij eens deze twee gebieden afzonderlijk bekijken.

Schriftgericht denken
De Bijbel geeft ‘geloofsinzicht’ en geen ‘wetenschappelijk inzicht’.
De Bijbel spreekt de taal van de waarneming van de verschijnselen en niet de taal van de wetenschap. Dat kan ook niet, aangezien deze huidige westerse denkwijze zich pas na de 16de eeuw heeft ontwikkeld.
Door in de taal van de waarneming te schrijven, blijft het Woord van God voor iedereen en in alle tijden toegankelijk. Een voorbeeld hiervan zien wij in Matteüs 13:6 ‘…de zon gaat op…’ Hoewel wij ook nog hiervan spreken, is het wetenschappelijk onjuist. De taal van de Bijbel gaat dus uit van de ervaringswereld. Maar dit betekent niet dat de Bijbel een boek zou zijn dat fouten bevat. Enkele honderden Bijbelgetrouwe wetenschappers, waaronder Schaeffer en Packer, hebben dit ook onderschreven middels de zgn. ‘Chicago verklaringen’. 1 Citaat: ‘….wij bevestigen dat de Schrift in haar geheel onfeilbaar is, vrij van dwaling en bedrog. Wij ontkennen dat de Bijbelse onfeilbaarheid beperkt is tot geestelijke en godsdienstige onderwerpen. Zij is onfeilbaar zowel op gebied van bijvoorbeeld verlossing, als op gebied van geschiedenis en wetenschap…’ Het Schriftgericht denken kent een juiste status toe aan de Bijbel. Dit wil zeggen dat de Bijbel niet de wetenschap dicteert, of als enige bron voor de wetenschap gebruikt mag worden, maar wel richting geeft aan ons denken. De Bijbel mag niet op de stoel van de wetenschap zitten!

Scheppingsgericht denken
Wetenschap is op zoek naar de waarheid. Zij probeert deze objectief te bereiken. Kan dat? Kan zij objectief zijn? Bouwt men niet altijd voort op eerder genomen stellingen en hypotheses (vooronderstellingen)? Prof. Thomas Kuhn formuleerde wetenschap als volgt: ‘Wat wetenschappers in de praktijk doen, is het formuleren van vragen of problemen die in de vorm van een hypothese worden gegoten. Deze hypotheses worden vervolgens getoetst aan de werkelijkheid, niet met de bedoeling om te bewijzen dat ze waar zijn, maar om te testen of ze onwaar zijn… De wetenschap beweegt naar de waarheid toe, maar weet nooit of ze die bereikt heeft: waarheid is een denkbeeldige horizon die nooit wordt geraakt…’
De wetenschap stelt als eindproduct regels vast die het meest recht doen aan de ‘werkelijkheid’. Het levert ons formules en theorieën op waarmee goed te werken is. Maar daarmee zijn ze nog niet de absolute waarheid! Het product van de wetenschap is niet de ‘waarheid’, maar ‘geldigheid’. Het Scheppingsgericht denken kent het juiste gezag toe aan de werkelijkheid om ons heen. Maar de wetenschap mag niet op de stoel van de Bijbel gaan zitten!

Geloof en wetenschap
Geloof en wetenschap staan niet tegenover elkaar, maar kunnen met elkaar in conflict zijn. Zo kan de niet-Bijbelgetrouwe wetenschap in conflict komen met de Bijbelgetrouwe wetenschap, omdat hun fundering waarop zij staan verschillend is. Dit is belangrijk om in te zien!
Wij moeten inzien dat de wetenschap een product is van handelingen die door het fundament van elk individu wordt ingekleurd. Ze zijn niet los te koppelen van elkaar. En het fundament is weer beïnvloed door het geloof dat een persoon aanhangt, een levensbeschouwelijke inkleuring. Hetzij door het geloof in het bestaan van een God, hetzij door het geloof in de rede (het menselijk verstand). Wetenschap berust op vooronderstellingen die in geloof moeten worden aangenomen voordat onderzoek mogelijk is.
Wij zullen in het vervolg van deze studie zien dat alleen de Bijbel, het Woord der Waarheid, ons de geschikte levensbeschouwelijke fundering voor de wetenschap kan geven. Wij mogen de vooronderstellingen van de evolutietheorie niet bestempelen als natuurwetenschappelijk. Iets kan namelijk alleen als natuurwetenschappelijk gezien worden als er sprake is van een reproduceerbaar (= herhaalbaar) experiment. En kan men de oergeschiedenis reproduceren?
We kunnen spreken over de niet testbare hypotheses zoals ‘God schiep wel/niet de aarde’, ‘God schiep wel/niet het leven’, ‘God veroorzaakte wel/niet een wereldwijde vloed’. We kunnen niet direct testen in hoeverre God Zichzelf betrok bij de geschiedenis van de aarde, maar als Hij Zichzelf betrok op een manier zoals dat in de Bijbel beschreven staat, zou dat zijn sporen nagelaten moeten hebben in de natuurlijke wereld. Als er bewijsmateriaal bestaat, zou de wetenschapper die de Bijbel gebruikt als bron van ideeën om hypotheses te ontwikkelen, een succesvol onderzoeker moeten zijn. De praktijk bevestigd deze vooronderstelling!

Door de geschiedenis heen zien wij dikwijls een conflict tussen geloof en wetenschap. In de dagen van Galilei, rond 1600, schreef een totalitaire kerk aan de wetenschap voor wat gezegd kon worden. Nu zijn de rollen juist omgedraaid. We zien een overwaardering van de ‘neutrale’/‘humanistische’ wetenschap die zichzelf wil verheffen en haar ‘neutrale’ denkkader ziet als het enige fundament waarop wetenschap bedreven kan worden. Dit kunnen wij zien als een vorm van ‘wetenschappelijk fundamentalisme’.
Wanneer iemand uitgaat van het ‘Bijbelgetrouw denkkader’ en niet vanuit een ‘humanistisch denkkader’ dan is de kans groot dat hij/zij verstoten wordt. Dit zien we vooral bij onze jongeren die op de universiteit een studie volgen zoals o.a. geologie; psychologie of fysica (natuurkunde). Tegenwoordig noemen wij dit ‘discriminatie’. Het zal niet de eerste keer zijn dat een scriptie als ‘niet’ wetenschappelijk wordt afgewezen. Niet het wetenschappelijke gehalte, maar het levensbeschouwelijke fundament is hiervan het grondprobleem. Gelukkig mogen onze jongeren zich gesterkt weten door hun hemelse Vader, ‘Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand…’ (Jes. 41:10)!

Hans Kruisman

1 International Council on Biblical Inerrancy (ICBI); Chicago – Illinois; 1977