'Wij hebben niet ontvangen de geest der wereld"
'Wij hebben niet ontvangen de geest der wereld
HAf en toe waait er een nieuwe geest over de aarde. Een geest die dikwijls ook in de gemeente gevoeld wordt. Soms wordt er met harde windkracht zelfs gerukt aan de gemeente. Het lijkt wel of mensen steeds zon een nieuwe sterke wind nodig hebben. Vaak ook wordt onder het mom van: "we moeten denken aan de jeugd en jongeren", van alles in de gemeente in het leven geroepen of toegelaten. Daar is veel bij dat goed is, maar soms zou men wat zorgvuldiger allerlei nieuwe wind van leer aan Gods woord moeten toetsen.
Het kan zeker geen kwaad, wanneer de Heilige Geest krachtig werkzaam is. We zouden dat natuurlijk zelfs toejuichen, we willen er graag naar uitzien. Een herleving van de kerk. Dat betekent niet altijd dat er nieuwe vormen moeten komen. Het betekent wel dat de inhoud weer als nieuw in ons hart gaat leven.
Toch moeten we ons afvragen of alle nieuwe winden die door de gemeente waaien, uitingen zijn van de Geest van God. Zou het kunnen zijn dat we heimelijk wèl de geest der wereld hebben ontvangen?
Ik wil over deze dingen, over uitingen van de geest gaan schrijven. Inderdaad u ziet het goed, geest met een kleine ggeschreven. Ik zal dus niet schrijven over de Geest van God, de Heilige Geest, maar over de geest der wereld. Dat is een geest die zich graag als Heilige voordoet, maar net als de antichrist, feitelijk een antigeest is. Beter is het misschien te spreken van een imitatiegeest. De bijbel heeft het over leugengeesten, onreine geesten, wereldgeesten, de geest van de antichrist. We kunnen denken aan een geest van verwerping of van manipulatie, een geest van onrust, van angst of onzekerheid.
Een van de kenmerken van, zeg maar de verschillen, tussen de imitatiegeest en de Heilige Geest, is de richting die we voor ons leven kiezen. Eenvoudig gezegd, staat de Here God centraal, of draait het om de beleving van de mens zelf? Gaat het om een zoeken van eigen eer, geneugten en zo meer of zoeken we echt de dingen die boven zijn? Wordt door die geest God verheerlijkt, of koesteren we ons in het goede gevoel, zelfs als de uitingen daarvan, heel negatief zijn
Wanneer de apostel bovenstaande schrijft: We hebben niet de geest der wereld ontvangen, dan moeten we ons afvragen of dat inderdaad zo is. Wat moeten we verstaan onder de geest van de wereld?
Het woord dat in de Griekse taal voor wereld is gebruikt is kosmos. Een woord dat wij allemaal natuurlijk kennen. In de enge zin zou je kunnen denken aan de bewoners van de aarde. We hebben het wel eens over kosmopolieten, wereldburgers. Wij hebben niet de geest ontvangen van de bewoners van deze aarde. We hebben een andere mentaliteit.
In de ruime zin moet je denken aan het heelal. Heel de kosmos, de ordening van de hemellichamen. In dit verband moest ik denken aan wat Paulus in Efeze 6:12 schrijft: wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Het woord voor geest dat in de Griekse taal gebruikt werd, is pneuma. Naast de eerste betekenis van luchtverplaatsing, zeg maar een briesje, kun je ook spreken van het levensbeginsel, de bezieling. Wat is iemands levensbeginsel, waardoor is iemand bezield? Waar gaat hij voor? Het kan dus zijn, dat iemands levensbeginsel, zijn bezieling gericht is op, of gevoed wordt door de kosmos. Eigenlijk is dat gewoon, aartsgericht leven, vleselijk. De schepping met al zijn mogelijkheden en vrucht staat centraal. De mens zet zichzelf in het midden, kan daarbij zelfs allerlei nare dingen koesteren. Wie zijn levensprincipe en verlangen op aardse zaken richt is een gemakkelijke prooi voor de wereldbeheersers dezer duisternis, zoals Paulus dat schrijft.
Hoe komen we hier los van? Dat moet door bekering. Die heel oude, maar centrale bijbelse opdracht, is altijd nog de weg waardoor we behouden moeten worden. Johannes de doper riep ertoe op. De Here Jezus sloot er naadloos op aan: Bekeert u, want het koninkrijk van God is nabij gekomen. Vandaag moet diezelfde boodschap gepredikt worden: bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. We moeten ons afkeren van de geest der wereld. Misschien moet je zelfs zeggen, dat waar die oproep tot bekering niet meer klinkt, men de ankers in de aarde gezet heeft. We zijn hier echter vreemdelingen, bijwoners. Het is de Geest van Christus, Gods Heilige Geest, die ons leiden wil in alle waarheid, opdat we op Gods tijd mogen binnengaan in de hemelse werkelijkheid.
Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is (IKor. 2:12).
Ziet u wat een rijke belofte ons hiermee is gegeven, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is.
ds. Henk Schouten
HAf en toe waait er een nieuwe geest over de aarde. Een geest die dikwijls ook in de gemeente gevoeld wordt. Soms wordt er met harde windkracht zelfs gerukt aan de gemeente. Het lijkt wel of mensen steeds zon een nieuwe sterke wind nodig hebben. Vaak ook wordt onder het mom van: "we moeten denken aan de jeugd en jongeren", van alles in de gemeente in het leven geroepen of toegelaten. Daar is veel bij dat goed is, maar soms zou men wat zorgvuldiger allerlei nieuwe wind van leer aan Gods woord moeten toetsen.
Het kan zeker geen kwaad, wanneer de Heilige Geest krachtig werkzaam is. We zouden dat natuurlijk zelfs toejuichen, we willen er graag naar uitzien. Een herleving van de kerk. Dat betekent niet altijd dat er nieuwe vormen moeten komen. Het betekent wel dat de inhoud weer als nieuw in ons hart gaat leven.
Toch moeten we ons afvragen of alle nieuwe winden die door de gemeente waaien, uitingen zijn van de Geest van God. Zou het kunnen zijn dat we heimelijk wèl de geest der wereld hebben ontvangen?
Ik wil over deze dingen, over uitingen van de geest gaan schrijven. Inderdaad u ziet het goed, geest met een kleine ggeschreven. Ik zal dus niet schrijven over de Geest van God, de Heilige Geest, maar over de geest der wereld. Dat is een geest die zich graag als Heilige voordoet, maar net als de antichrist, feitelijk een antigeest is. Beter is het misschien te spreken van een imitatiegeest. De bijbel heeft het over leugengeesten, onreine geesten, wereldgeesten, de geest van de antichrist. We kunnen denken aan een geest van verwerping of van manipulatie, een geest van onrust, van angst of onzekerheid.
Een van de kenmerken van, zeg maar de verschillen, tussen de imitatiegeest en de Heilige Geest, is de richting die we voor ons leven kiezen. Eenvoudig gezegd, staat de Here God centraal, of draait het om de beleving van de mens zelf? Gaat het om een zoeken van eigen eer, geneugten en zo meer of zoeken we echt de dingen die boven zijn? Wordt door die geest God verheerlijkt, of koesteren we ons in het goede gevoel, zelfs als de uitingen daarvan, heel negatief zijn
Wanneer de apostel bovenstaande schrijft: We hebben niet de geest der wereld ontvangen, dan moeten we ons afvragen of dat inderdaad zo is. Wat moeten we verstaan onder de geest van de wereld?
Het woord dat in de Griekse taal voor wereld is gebruikt is kosmos. Een woord dat wij allemaal natuurlijk kennen. In de enge zin zou je kunnen denken aan de bewoners van de aarde. We hebben het wel eens over kosmopolieten, wereldburgers. Wij hebben niet de geest ontvangen van de bewoners van deze aarde. We hebben een andere mentaliteit.
In de ruime zin moet je denken aan het heelal. Heel de kosmos, de ordening van de hemellichamen. In dit verband moest ik denken aan wat Paulus in Efeze 6:12 schrijft: wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Het woord voor geest dat in de Griekse taal gebruikt werd, is pneuma. Naast de eerste betekenis van luchtverplaatsing, zeg maar een briesje, kun je ook spreken van het levensbeginsel, de bezieling. Wat is iemands levensbeginsel, waardoor is iemand bezield? Waar gaat hij voor? Het kan dus zijn, dat iemands levensbeginsel, zijn bezieling gericht is op, of gevoed wordt door de kosmos. Eigenlijk is dat gewoon, aartsgericht leven, vleselijk. De schepping met al zijn mogelijkheden en vrucht staat centraal. De mens zet zichzelf in het midden, kan daarbij zelfs allerlei nare dingen koesteren. Wie zijn levensprincipe en verlangen op aardse zaken richt is een gemakkelijke prooi voor de wereldbeheersers dezer duisternis, zoals Paulus dat schrijft.
Hoe komen we hier los van? Dat moet door bekering. Die heel oude, maar centrale bijbelse opdracht, is altijd nog de weg waardoor we behouden moeten worden. Johannes de doper riep ertoe op. De Here Jezus sloot er naadloos op aan: Bekeert u, want het koninkrijk van God is nabij gekomen. Vandaag moet diezelfde boodschap gepredikt worden: bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. We moeten ons afkeren van de geest der wereld. Misschien moet je zelfs zeggen, dat waar die oproep tot bekering niet meer klinkt, men de ankers in de aarde gezet heeft. We zijn hier echter vreemdelingen, bijwoners. Het is de Geest van Christus, Gods Heilige Geest, die ons leiden wil in alle waarheid, opdat we op Gods tijd mogen binnengaan in de hemelse werkelijkheid.
Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is (IKor. 2:12).
Ziet u wat een rijke belofte ons hiermee is gegeven, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is.
ds. Henk Schouten