Wijs wandelen in de wereld - jrg. 79-16

Els ter Welle • 79 - 2003/04 • Uitgave: 16
Wijs wandelen in de wereld



Spreuken 18



We hebben lang stil gestaan bij de inleiding van Spreuken (1:1-9), met zijn opeenstapeling van kostbare principes. We laten dit gedeelte achter ons en komen nu aan bij de vaderlijke adviezen. Het zijn er elf in totaal, over negen hoofdstukken verdeeld en ze beginnen allemaal met: 'Mijn zoon'. Gelijk daarachter is de opdracht om naar de raadgevingen te luisteren, opmerkzaam te zijn, er acht op te slaan en de onderwijzing te bewaren als een oogappel.



We leven in een tijd waarin zoveel veranderingen en vernieuwende ideeën zijn, dat jonge mensen vaak de gedachte hebben dat zij het beter weten dan hun ouders. Zij denken dat het gedachtegoed van ouderen achterhaald is en uit de tijd. We leven in een cultuur waarin veelal oude mensen plaats moeten maken voor jongeren. Maar bedenk dat Mozes een tachtigjarige was toen hij zijn volk uit Egypte leidde. Winston Churchill had al de pensioen gerechtigde leeftijd toen hij Groot - Brittannië redde van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Ben Goerion was in de zestig toen hij de eerste minister-president van Israël werd en het land door die eerste moeilijke jaren heen leidde. Adenauer was in de tachtig toen hij hielp om Duitsland weer op te bouwen na de oorlog. En zo zou ik nog veel meer namen kunnen noemen. Deze 'oudjes' waren niet uit, maar bij de tijd. Als we oude mensen afschrijven, is er het gevaar dat er een vacuüm van wijsheid ontstaat. We missen dan hun rijke levenservaring.



Dit betekent beslist niet dat alleen ouderen de wijsheid in pacht hebben. Er zijn vele wijze jonge mensen. Kenmerkend voor hen is dat zij zich niet verheffen boven ouderen maar graag van hen willen leren.

Paulus zegt tegen Timotheüs: 'Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd' (1 Tim. 4:12). Timotheüs was jong en wijs. Zijn geheim was dat hij luisterde naar het onderwijs en het advies van Paulus. Spreuken zijn vaderlijke adviezen en vermaningen. De wijze hoort ernaar!



Spreuken 1:5



Els ter Welle