Wijs wandelen in de wereld - jrg. 79-25

Els ter Welle • 79 - 2003/04 • Uitgave: 25
Spreuken 2:1-6

Op een nacht droomt koning Salomo, de schrijver van Spreuken. Daarin verschijnt de Here aan hem die zegt: 'Vraag, wat zal Ik u geven.'
Salomo weifelt geen ogenblik, hij weet het meteen. Hij zegt: 'Here, geef mij een verstandig hart, geef mij wijsheid.' En God maakt deze droom waar. Hij schenkt hem wijsheid.

In de eerste vijf verzen van Spreuken 2 wordt vrij complex weergegeven hoe we wijsheid kunnen vinden. Deze paar regels geven belangrijke condities. Als we voldoen aan de dingen die daar genoemd worden, dan zullen we het vinden. De eerste voorwaarde is dat we Gods woord aannemen en bewaren, ons oor en hart ervoor open stellen, vers l ,2. Ten tweede moeten we om wijsheid roepen, ernaar zoeken en speuren als naar verborgen schatten, vers 3,4. Wijsheid komt dus niet zomaar aangewaaid. We moeten er wat voor doen. Het vraagt een grote inzet. Maar op het moment dat je denkt dat je wijs kunt worden door puur menselijke inspanning, komt vers 6: 'Want God geeft wijsheid'. Ik vind dat zo mooi. Wat we vinden als we zoeken, is wat God geeft.

Salomo spreekt hier uit ervaring. Hij kreeg wijsheid als een geschenk van God, maar bij hem is er ook een intens verlangen en gebed aan vooraf gegaan. Daarom hoefde Salomo geen moment na te denken toen God hem vroeg wat hij het liefst wilde hebben. Het borrelde op uit zijn hart. Hij wilde wijsheid om zijn volk goed te kunnen regeren. Flauwe verlangens naar wijsheid zullen ons niet baten. We moeten wijsheid begeren meer dan al het andere in ons leven. Het wordt ons niet zo maar in de schoot geworpen. God geeft wijsheid, maar dat sluit onze inspanning en gebed erom niet uit. "Indien iemand van u in wijsheid tekort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt".*

Els ter Welle

*Jac. l:5